Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 187 van 263

...  175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200  ...
[24] Maar hoe worden dan die eieren van de zonde in de berg van het leven verdelgd? - Door het opwekken van het innerlijke vuur, hetgeen de liefde tot de Heer is, door het geloof en door het werkelijke vertrouwen in Hem!
Hoofdstuk 214: Het mooie uitzicht vanaf de slangenberg. De geestelijke betekenis van de reiniging van de slangenberg - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Ik heb eens meteen nadat ik in mijn hoogmoed, waarin ik mij een halfgod waande en mijn broeders gruwelen had laten ondergaan, wel in alle waarheid een goddelijk woord gehoord dat mij, die over de begane gruweldaden zeer verontrust was, in bescherming nam; maar omdat dat woord zo zacht en zo buitengewoon goedaardig op mij overkwam, kwam tenslotte mijn wijsheid tot de zeer ergerlijke slotsom: dus er bestaat weliswaar een God, maar Hij moet wel een zwakkeling zijn, want Hij is bang voor mij en Hij durft mij niet te naderen!
Hoofdstuk 216: Lamech kent zichzelf. De liefde als de juiste weg tot God. Lamechs verzoek om nog een gelijkenis en Kisehels wijze, afwijzende antwoord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Hemel en aarde zijn vervuld van Zijn lof, Zijn eer, en alle eindeloze ruimten zijn vol van de hoogste geheiligde engelen, die altijd zeggen: `Heilig, heilig, heilig is de Heer, onze God; ere zij Hem als de Vader, Zijn woord en de almacht van Zijn eeuwige liefde!
Hoofdstuk 219: De verering van de heilige naam op de plaat in Lamechs troonzaal. Henochs woorden over de liefde als de enig ware verering van God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Na deze lof en dankzegging van Lamech gingen toen ook Mura en Cural naar Lamech toe, en Mura nam het woord en zei tegen Lamech:
Hoofdstuk 221: Het maal in Lamechs eetzaal. De aankondiging van de voltooiing van de tempel. De afrekening van de bouwmeester. Henochs toespraak tot de werkmeesters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Dit bericht verraste onze Lamech zozeer, dat hij van louter vreugde niet wist wat te doen en ook geen woord kon uitbrengen.
Hoofdstuk 221: Het maal in Lamechs eetzaal. De aankondiging van de voltooiing van de tempel. De afrekening van de bouwmeester. Henochs toespraak tot de werkmeesters - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Zeg me: zou jij dat ook met de macht van jouw wil en jouw woord tot stand hebben gebracht?'
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Zoveel weet ik wel uit mijn waarneming en voorts uit de weloverwogen woorden van Kisehel, dat deze jonge man uitermate wijs en waarlijk vreselijk machtig is in woord en wil, en dat hij volgens de duidelijke woorden van Kisehel ook de allerhoogste heer op de hoogte is, aan wie zelfs de hogepriester Henoch ondergeschikt is, dus beslist ook een koning!
Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na dit verheven onderricht nam Lamech dankbaar en allerdeemoedigst opnieuw het woord en vroeg de Heer:
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Heb je dat allerlevendigst in jezelf verricht, begeef je dan in volledige rust, en wacht op het woord en de wil van de Heer!
Hoofdstuk 242: Henochs woorden aan Lamech over zijn taken als priester in de tempel. Voorschriften voor het onderzoeken van de bezoekers in de voorhof van de tempel - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Hierop nam Henoch weer het woord en zei tegen Lamech: 'Broeder Lamech, wind je niet voor niets zo op; want als de leerling reeds vooraf zou weten wat hij eerst nog van zijn leraar te weten moet komen, zeg me, zou een leraar dan niet het meest overbodige wezen op de wereld zijn?!
Hoofdstuk 243: Lamechs verwondering over de pracht van de tempel en zijn onvermogen om de geestelijke betekenis van de tempelbouw te begrijpen. Henochs woorden over de noodzaak, dat de opperpriester van de tempel door God wordt onderwezen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Want zie, niet alleen van het aardse brood leeft de mens, maar veeleer van het woord van God!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] En je zult in jezelf het altijd ten volle geldige antwoord krijgen: `Omdat ook al het natuurlijk voedsel voor het lichaam van Gods eeuwige, almachtige woord komt!'
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Nu zie, wanneer Gods vast geworden en stevig gebannen woordje al verzadigt en voedt, hoeveel te meer zal het vrije, ongebannen, geheel levende woord, vers uit Gods mond komend daartoe in staat zijn!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Wijzelf ontstonden immers uit Gods woord, daarom kan er voor ons ook in eeuwigheid niets zijn dat voedzamer en verzadigender is dan juist dat levende woord van God!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Dus leeft de mens niet alleen van brood en alle andere wereldse kost, maar hij leeft veeleer van ieder woord dat uit Gods mond komt!
Hoofdstuk 245: Henochs woorden over het wezen van de voeding. Een vermaning tot matigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  175 - 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200  ...