17481 resultaten - Pagina 188 van 1166
... 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 ...
[8] Wat had de machtige Farao aan zijn geweldig grote leger? Mijn geest liet de Israëlieten droog door de Rode zee trekken en het hen achtervolgende leger van de Farao verdrinken!Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar dat ligt helemaal niet op Mijn weg en op die van hen, die waarachtig Mijn volgelingen willen zijn. Op Mij wacht een geheel andere verhoging en kroning, waarover je pas dan nader zult horen als zij plaats heeft gevonden. Een paar aanwijzingen heb Ik je toch al meteen aan het begin van ons samenkomen gegeven, als je je dat herinnert zul je de rest zelf wel kunnen bedenken!"
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Kijk, jij bent de verantwoordelijke persoon voor alle wetten; alle macht en alle gezag van Rome in geheel Azië en een deel van Afrika en toch bepaalt hier Mijn wil of de misdadigers veroordeeld of vrijgelaten worden en tegen Mijn wil kun je niets doen.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Zo zou Ik ook alle mensen van de wereld door Mijn wil kunnen dwingen om goed te doen, maar dat zou tevens een oordeel zijn waardoor de vrije mens een machine zou worden.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Toch ben jij geen machine, omdat je inziet dat hetgeen je op Mijn aanraden doet alleen maar geheel volgens de orde van God en dus juist is; en begrijp je iets nog niet, dan vraag je het en dan handel je naar eigen inzicht. Dat is dan geen dwang van buitenaf, maar van binnen uit en behoort helemaal tot de vrije levensorde.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Hieruit, mijn beste Cyrenius, kun je nu hopelijk wel heel duidelijk zien waarom Ik steeds uitwijk voor degenen die Mij vervolgen en hen waar en hoe maar mogelijk uit de weg ga, niet om Mij voor hun onmachtige woede te beschermen, maar om hen, die ook Mijn blinde en dwaze kinderen zijn, voor de eeuwige ondergang te bewaren.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Denk je soms dat Ik uit beduchtheid voor Mijn achtervolgers in zekere zin op de vlucht blijf? O, als je dat zou denken dan vergis je je zeer! Kijk eens naar dat stel erge misdadigers! Heus, volgens Mozes en volgens jullie wetten hebben ze honderdvoudig de dood verdiend, maar toch Iaat Ik nu niet toe dat zij gedood worden, maar ook hen zal de genade van de hemelen ten deel vallen. Als zij zich die genade ten nutte maken, zullen ook zij deel hebben aan Mijn rijk; vervallen zij daarna echter weer in het kwade dan zullen zij het aan zichzelf te wijten hebben als de vloek en de hardheid van de wet hen zal doden! Want weet, de wet is er altijd, maar de genade komt slechts zo nu en dan de in het nauw zittenden te hulp; als de genade echter niet wordt geëerbiedigd, moet men de wet weer voor lief nemen."
Hoofdstuk 16: Over de verhoging en kroning van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Want als Mijn wil je dwingt, ben je een gebonden slaaf, als je eigen wil je echter dwingt, ben je vrij; want je wil doet voortaan dat wat je verstand, het licht van de ogen van je ziel, slechts als waar en goed ziet! Maar met de wereld zou het anders zijn als zij gedwongen werd om Mijn wil op te volgen; zij zou vooraf niet beseffen wat alleen maar goed en waar is en haar manier van doen zou dan op dat van de dieren blijken en eigenlijk nog minder zijn dan dat. Want het dier staat op een dusdanige trap dat een dwang die in zijn aard is ingeprent, geen verdere morele schade kan veroorzaken aan zijn ziel, omdat de ziel van een dier nog lang niet toe is een vrije morele wet. Maar de ziel van de vrije mens zou door een innerlijke, mechanische dwang in haar wezen zeer grote schade lijden, omdat het onder het oordeel staande dierlijke geheel in tegenstelling tot haar vrije zedelijke natuur zou zijn.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Als Ik echter ergens mensen zie die Mij vervolgen, maar zelf toch wel een betere aard hebben en door een juist geesteslicht de waarheld en het zuiver goede kunnen herkennen, dan loop Ik niet voor hen weg maar Iaat ze tot Mij komen, waar zij dan voorlichting krijgen, hun nacht en oordeel inzien en mensen worden volgens Gods orde. Een sprekend voorbeeld daarvan gaven je zoëven de dertig jonge, maar lichamelijk sterke achtervolgers van Mijn gevreesde persoon. Ik zou ze zeker niet hierheen hebben laten brengen als Ik hun harten niet deugdelijk voor Mij had bevonden toen zij hier nog ver vandaan waren,
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wel werden de natuurkrachten door Mijn wil gedwongen om hen hierheen te brengen, maar daardoor werd hun ziel niet gedwongen. Nu ze echter hier zijn krijgen ze onderricht, hun verstand wordt helderder en zij zullen dan zeker in vrijheid datgene kiezen waar hun ziel baat bij heeft.
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik heb macht genoeg om jullie inzichten te veranderen en van jullie vrije wil een aan alle kanten gebonden lastdier te maken en dat lastdier zal heel deemoedig rondlopen volgens de besturing van Mijn almachtsleidsel; maar inwendig zal het dood zijn. Als Ik jullie echter onderricht geef en het juiste licht laat zien en geef, dan hebben jullie daarbij de vrijheid en je kunt het licht aannemen of negeren. -Begrijp je dat, Mijn beste Cyrenius?"
Hoofdstuk 17: De vrijheid van de menselijke ziel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MARCUS zegt: "Heer, het zal direkt gehaald worden!" -Dan geeft hij meteen opdracht aan zijn vrouwen kinderen om alle handen in de keuken aan het werk te zetten om tijdig alles gereed te hebben. Onmiddellijk verdwijnen de vrouw, de twee zoons en de vier dochters naar de keuken en ontplooien een grote bedrijvigheid; ook enige van Mijn leerlingen bieden hun diensten aan en helpen vis schoonmaken, waarin ze als vissers zeer bedreven zijn.
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Matthéus en Johannes lezen nu nogmaals wat ze deze nacht allemaal hebben opgeschreven van Mijn woorden, waarbij ze echter tot de vervelende conclusie komen dat zij ondanks hun vlijtig opschrijven toch nog grote stukken missen.
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Johannes vraagt Mij dan of Ik hun het ontbrekende wil dikteren. Maar op Mijn wenk stelt Raphaël zich beschikbaar en completeert in een oogwenk alles. En als de beiden daarna hun aantekeningen nog een keer doornemen, vinden zij geen hiaten meer en is alles helemaal in orde.
Hoofdstuk 18: Over het op schrift stellen van Jezus woorden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Doe dus liever een beroep op het heldere verstand van onze metgezellen dan op hun grote wijsheid! Want als zij hun wijsheid gebruiken om uitleg te geven over het snelle schrijven van onze engel, zul je daar net zoveel van begrijpen als van het vierde hoofdstuk van het hooglied van Salomo. Als iemand het echter met zijn gezonde verstand uitlegt, vooropgesteld dat dat mogelijk is, wel dan zul je het in zoverre begrijpen als iets, dat zuiver geestelijk is, ook maar stoffelijk begrepen kan worden. Maar volgens mijn mening zal men ook daarmee niet zo erg veel bereiken!"
Hoofdstuk 19: Het hooglied van Salomo. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)