10915 resultaten - Pagina 188 van 728
... 176 - 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 ...
[6] Want dit alles was tot nog toe slechts een beeld, dat stond voor datgene wat nu voor jullie staat in het helderste licht en als de zuiverste en meest onverhulde waarheid; het was slechts een groot tekenschrift over de hele bodem van de aarde heen geschreven, en een grote brief van de Vader in de hemel aan Zijn kinderen op deze aarde, die nu echter, ontdaan van het zegel, open voor jullie ligt en die jullie nu allemaal heel goed hebben kunnen lezen. Maar deze briefheeft nu voor jullie verder geen waarde en ook geen betekenis meer die bepalend is voor het leven.Hoofdstuk 131: Handelen volgens de leer en Gods beloften. Over ceremoniële diensten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In Mijn nieuwe leer echter is de mens een volkomen eenheid met en in zichzelf, als het ware in één punt verenigd, zoals ook Ik Zelf met geheel Mijn vroegere oereeuwige en oneindige Godheid als het ware in één punt verenigd, hier voor jullie sta, en Zelf tegen jullie zeg dat vanaf nu het rijk Gods en zijn gerechtigheid niet meer in de tempel in Jeruzalem gezocht moeten worden of op de berg Garizim, en dat men God niet meer daar moet aanbidden, maar dat men een dergelijke godsdienst overal zal kunnen toepassen waar men is!
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Omdat echter ware liefde tot God zonder daadwerkelijke naastenliefde niet denkbaar is en deze naastenliefde ook niet zonder ware liefde tot God, zijn deze beide vormen van liefde in de grond van de zaak ook slechts één liefde en derhalve één en dezelfde ware aanbidding van God. Wie dat in zich heeft, die heeft alles, de hele wet en het profetendom, in zijn eigen hart verenigd en heeft verder absoluut niets meer nodig.
Hoofdstuk 132: De verlossing van het ceremoniële juk en de wet - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Wie dat echter in zichzelf in de hoogste en diepste oerhelderheid van het leven ziet, wel, die kan toch geen vrees hebben voor de dood van het lichaam?! En als dat wel nog zo zou zijn, dan lijkt hij duidelijk op een dwaas, die wil huilen omdat men hem van een dwangbuis bevrijdt en hem in plaats daarvan het kleed van de hoogste en ongedwongenste vrijheid en helderheid van het eeuwige leven aanbiedt! Zoiets is echter ondenkbaar en daarom zal het jullie op het juiste moment ook beslist niet aan de nodige moed ontbreken.
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Om te beginnen geef Ik je voorlopig de verzekering, dat Mijn dienaar Raphaël af en toe naar je toe zal komen en jullie met raad en daad terzijde zal staan. Voor de rest van de tijd heeft hij immers al zijn duidelijke instructies en weet hij wat hij moet doen in de tijd dat Ik hier op aarde ben en waar hij zich bij tijd en wijle op moet houden. Deze toezegging die Ik je nu gedaan heb, geldt alleen voor heel bijzondere gevallen die zich in jullie instituut tijdens de periode van de vernieuwing kunnen voordoen.
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] IK zeg: 'Maar vriend, hoe kan men verordeningen van een staat wetten noemen? Wetten zijn immers alleen de bekendgemaakte wil van Gód; staatswetten zijn toch alleen maar de hoogst veranderlijke wil van een méns en deze kunnen nooit op iets anders betrekking hebben dan op zeer uiterlijke en materiële zaken die het lichamelijke leven aangaan. Als ze goed zijn, zul je ze ook goedkeuren en aanvaarden met je vrije wil, en als dat het geval is, ben je ook al meester van de staatswetten en dan kun je daardoor niet meer in een gericht komen. Als ze echter slecht zijn, ben je vrij om je er van los te maken en ergens anders naartoe te gaan waar wijzere wetten zijn, of om de wetgever zachtmoedig te wijzen op de gebreken van sommige wetten en hem een juiste en goede raad te geven. Neemt hij de raad aan, dan is het goed om te blijven; maar neemt hij de raad in zijn heersershoogmoed niet aan, trek dan weg! Want de aarde is groot en heeft vele landen, volkeren, rijken, koningen en vorsten.
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Geloof Me, iemand die waarachtig heer is geworden over zichzelf, kan ook gemakkelijk heer worden over een heel volk; en niemand zal tegen hem zeggen: 'Vriend, hoe kun je dat?' Want de mensen maken hem zelf tot zo iemand, doordat ze in groten getale naar hem toekomen en hem raadplegen. En wat is een wijze raadgever anders dan een wijze wetgever? En wie wetten geeft, zal toch ook heer zijn over degenen die van hem de wetten hebben gekregen! Zijn Ouran, Mathaël, Mijn edele vriend Cyrenius hier, Cornelius, Faustus en Julius, soms geen machthebbers en gebieders, terwijl ze toch wetten van Mij hebben aanvaard en Mij hun Heer noemen? Waarom deden ze dat dan? Omdat ze de waarheid en de kracht en macht daarvan aan Mij meer dan duidelijk hebben leren kennen! Wat Ik nu echter spreek en doe, dat en nog veel meer en groters zullen ook jullie binnenkort reeds doen; daarom zullen jullie, dat kan niet anders ook op de hele aarde dezelfde werking veroorzaken.
Hoofdstuk 133: De houding van Gods kinderen tegenover politieke staatswetten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Kijk, onder de kleine roofvogels is er één, die naar zijn gezang genoemd wordt en dus koekoek heet! Door zijn instinct is deze vogel traag wat broeden betreft. Daarom legt hij zijn eieren waar hij maar wil en kan in de nesten van verschillende andere vogels, en spaart daarbij zelfs het nest van de mussen niet. Als deze arme vogels nu zien dat er in plaats van hun eigen jongen alleen maar koekoeken tevoorschijn komen, kijken zelfs zij, terwijl het toch dieren zonder verstand zijn, heel verbouwereerd en beginnen hun nest steeds meer te vermijden, en als ze dan een koekoek horen roepen, vliegen ze in grote zwermen op hem af en hem na en achtervolgen en plagen hem op alle mogelijke manieren.
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Wat jullie dus aan iemand beloofd hebben, daar moet je je aan houden, zelfs als dit je aardse leven zou kosten, omdat Ik anders geen blijvend lid van jullie instituut kan zijn! Bedenk echter goed Wie Hij is, die jullie dit gebod geeft! Hij is een eeuwig Heer over alles wat leven en dood genoemd wordt; en al zou Ik niets op .deze wereld vergelden, dan toch in ieder geval wel, dat Iemand een ander iets belooft maar er zich dan om een bepaalde meestal zelfzuchtige reden niet aan houdt!
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ja, de waarheid, de heilige waarheid moeten de mensen zich eigen maken. ze moeten het huis waarin ze wonen en volgens Uw belofte eigenlijk eeuwig zullen wonen, met de bijbehorende orde en gerechtigheid precies leren kennen. Maar de naakte waarheld, al is die nog zo zuiver, komt mij tenminste voor als een weliswaar zeer heilzaam, maar verder buitengewoon bitter medicijn, dat ieder die maar enigszins een gevoelige smaak heeft, meteen weer uitspuwt als hij het proeft. Maar wat doet men? Men omhult het bittere medicijn met iets zoets en aangenaams en dan zal de zieke dit gemakkelijk slikken en zonder rillingen in zijn maag krijgen, waar het dan al gauw heilzaam zal beginnen te werken! En dat, zo ben Ik van mening, zou ook met het meedelen van de waarheid moeten gebeuren! Men moet deze, vooral in het begin, nooit anders dan verhuld geven en daarna pas stukje bij beetje onthullen! Dan zal volgens mij een goede uitwerking zeker niet uitblijven. Geeft men haar echter meteen onverbloemd en naakt, dan zal men meestal meer schade veroorzaken dan werkelijk nut.
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Daarop richtte IK Mij heel vriendelijk tot Roclus en zei: 'Maar Mijn beste vriend, als je deze zaak bijna helemaal verkeerd opvat, kan geen God je helpen zolang je je eigen vroegere begrip plaatst tegenover een hogere verlichting die je later kreeg! Het mooiste daaraan is echter dat je precies datgene in volle ernst beweert, wat Ik eigenlijk van je verwacht! Als Ik je tevoren Zelf de slimheid van slangen en vossen heb aanbevolen, hoe zou Ik dan op het idee kunnen komen jou deze nu te verbieden?!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Heb je echter iemand door een nog zo verhulde waarheid op het juiste pad gebracht, en komt hij dan ook tot dieper inzicht en ziet dan, dat alleen de volledige waarheid, ook al is deze nog zo verhuld, hem op één lijn gebracht heeft met het ware leven, -wat voor goeds zal zo iemand dan allemaal voor je doen? Ik denk dat jij als mens met een helder verstand nu wel het verschil zult zien dat er bestaat tussen een verhulde waarheid en een verhulde leugen.
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar zijn METGEZELLEN zeiden: "Die moeite kun je je rustig besparen, want we zijn over alles voorgelicht en weten eigenlijk nog meer dan jij, ofschoon jij met de Heer Zelf hebt overlegd! Kijk eens hier! Een heleboel bladen, allemaal volgeschreven! Daarin kun je alles precies terugvinden wat de Heer tegen je heeft gezegd. Aan je gezicht te zien ben je er echter niet zo blij mee; wat is er dan?"
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Die echter volgens Gods wil leven, zullen ook inzien waarom God het ene of het andere kind van hen laat sterven, en zij zullen zich voortaan zelf kunnen laten onderwijzen door Zijn geest. Daar zal niemand iets tegenin kunnen brengen!'
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] jullie hebben het volk wijsgemaakt, dat de goden jullie de macht gegeven hebben om zons en maansverduisteringen te beheersen. Zeg nu echter tegen het volk dat de goden opgehouden zijn te bestaan en te regeren, en dat de ene, ware, grote God, voor wie alle heidenen onder de naam 'de onbekende grote God' ook een tempel gebouwd hebben, nu Zelf, en zelfs in een lichaam, in deze wereld is gekomen en jullie deze macht ontnomen heeft; Hij zal voortaan Zelf alles beheersen en besturen, en aan niemand meer de leiding over de planeten en hemellichamen toevertrouwen!
Hoofdstuk 143: De Heer geeft Roclus raad - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)