Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 189 van 215

...  177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202  ...
[2] JOHANNES zegt: 'Maak jullie daarover geen zorgen! Wat deze schepselen hier overkwam door jullie in prachtige vorm gegoten schoonheid - die door God de Heer speciaal werd verhoogd, - is voor hen bijzonder goed en heilzaam. Juist daardoor zijn ze verlost van een laatste, maar zeer zware materiële last, die hen anders nog lang zou hebben gekweld en ongeschikt zou hebben gehouden, om hogere en hoogste vreugden van de hemel Gods te genieten. Maar nu is deze last ineens voor eeuwig van hen geweken. Daarom zullen ze ook spoedig opstaan voor een beter en zuiverder leven en zullen jullie zonder ergernis, schande en schade kunnen aanschouwen net als ons. Zij zullen jullie van heel veel nut kunnen zijn, omdat zij immers dochters van de allerhoogste en heilige Vader zijn!
Hoofdstuk 143: Medelijden van de drie zonnedochters met de flauwgevallen nonnen - Hun opwekking door de Heer - Het gesprek van Johannes en Martinus met de zonnedochters over de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] O heerlijke Heer en Meester, waarom weten wij mensen van deze grote, prachtige wereld dan niets van de liefde? Waarom moeten wij alleen maar in de nooit te doorgronden wijsheid van de hemel van de eeuwige Oergeest graven en daarbij niet gewaar worden, wat de liefde, de allerzoetste liefde is?!'
Hoofdstuk 145: De Heer en de drie zonnedochters die rijp zijn voor de liefde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Wij weten door onze wijzen en de geesten van onze grote wereld, evenzo door de geesten van vele andere planeten die ons vaak bezoeken en wij weten het ook uit de mond van niet zelden tot ons komende engelen van de allerhoogste Geest; dat wij bewoners van deze wereld niet alleen uiterlijk heel mooi zijn, maar ook zedelijk zo rein, dat zelfs de zuiverste lichtwezens aan ons geen gebreken kunnen ontdekken. En dat zij ons steeds hun bezoek waard vinden, zich met ons in alle reinheid goed vermaken en ons in kennis stellen van de wonderbaarlijke werken, die plaats vinden in de oneindige engelen - en wereldrijken van de allerhoogste Geest die jullie God en Vader noemen, en van de steeds grotere en nog meer onbegrijpelijke wonderwerken die er nog steeds van ogenblik tot ogenblik bij worden geschapen.
Hoofdstuk 151: Vraag van de drie schoonheden aan de Heer, waarom Hij en de Zijnen niet in hun woningen zijn gekomen - Het wijze antwoord van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Hier in de hemel zijn de zorgen omtrent de vergankelijkheid wel opgehouden. Maar in de plaats daarvan komen duizend andere miserabele zaken, die de noodlottige zorgen van de aarde verreweg overtreffen. Dan weer komt dit, dan dat en al gauw weer wat anders. Kortom, men zou alles beter kunnen worden dan een mens!
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Over dit gedrag van de vrouwen wordt MARTINUS weer eens wrevelig, doet zijn mond flink open en zegt met een goed hoorbare stem: 'Daar hebben we het weer! Daar liggen ze als slap geworden kikvorsen op de grond! Nee, zo is de hemel afgezien van de betoverend mooie vormgeving van de dingen nog geen haar beter dan de aarde met haar vergankelijke wezens! Daar maakt juist de vergankelijkheid, dat de mensen uit louter bezorgdheid voor hun leven heel dom worden. Daarom verliezen ze niet zelden het leven inclusief zijn fatale vergankelijkheid zo zeer uit het oog, dat ze dan in alle domheid van hun bestaan zelfs niet meer weten wat het leven is, en of ze nog leven. Maar het allerminst weten ze of ze na de dood van hun lichaam nog langer bewust van zichzelf zullen leven.
Hoofdstuk 152: Verdeemoedigende werking van de lichamelijke schoonheid van de drie zonnemeisjes op de andere vrouwen - Martinus' donderpreek en de raad van de Heer aan de geërgerde vrouwen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Niet wij immers, maar de kracht van de allerhoogste Geest heeft jullie evenals ons zo geschapen, als het in Zijn oneindige wijsheid goed en raadzaam was. Als wij echter werken van een- en dezelfde eeuwige Meester zijn, hoe zouden wij ons dan wederzijds verachtelijk kunnen aankijken en voorrang willen hebben wegens bepaalde eigenschappen, die niet onze verdienste zijn, doch die alleen God ons heeft verleend?
Hoofdstuk 153: Geruststellende woorden van de drie zonnekinderen - Martinus opnieuw in verzoeking - De vrouwen van de aarde in harmonie met de vrouwen van de zon - Het bevel van de Heer om in de woningen van de zonnedochters te trekken - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Weliswaar begaan jullie geen zonde, als je precies opvolgt wat jullie wetten je voorschrijven. Die zijn echter van de oerwetten al zo ver verwijderd, als de hemel van deze wereld afstaat. Ik zeg jullie, jullie hebben in alles nog wel jullie oervorm en zijn machtig in jullie wil. Maar jullie zogenaamde hoogste wijzen zijn in het algemeen niet veel meer waard, alhoewel er nog hier en daar gemeenten zijn die tot nu toe hun oerwetten trouw zijn gebleven. En dus zijn deze twee zusters wel veel en veel wijzer dan jullie grootste wijzen hier!
Hoofdstuk 154: Over de ware wijsheid en de schijnwijsheid van de zonnewijzen De wet van de bloedschande onder de zonnebewoners, een kunstgreep van Satan! - Over het doel van de komst van de Heer - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] O Heer, liefdevolle Vader, beleeft U wel enige vreugde aan deze uiterlijke pracht? Zie, het hemelse woonhuis van Martinus is toch zeker heel schitterend, maar in vergelijking met dit huis is het wel een hut van een arme zondaar! En die tuinen, die uitgestrekte en schitterende tuinen! Wat een veelheid aan ongelooflijke kunstwerken! Nee, dat kan geen wereld, dat moet wel een hemel zijn!'
Hoofdstuk 156: Het juiste vermoeden van de zonnedochters over het wezen van de Heer - Aankomst in het paleis van de zonnebewoners - Bewonderende woorden van Chanchah en Gella - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Nu weet je, wat dit allemaal betekent. Beheers je daarom nu eindelijk eens voorgoed, wees ernstig en goed, en als een al te grote schoonheid je in de war wil brengen, kijk dan naar de Heer en je zult al gauw rust vinden. Want je moet het zo ver brengen, dat nog veel en veel grotere schoonheden je nooit meer in hun ban krijgen en wel daarom, omdat je van de Heer bent en eeuwig wilt zijn. Dan pas zul je geschikt zijn om in de ware hemel te worden opgenomen, waar zaligheden zonder naam en tal op je wachten, waarvan je nu nog geen vermoeden hebt.
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Zie Martinus, tot nu toe was je toch bijna altijd zo geaard en was je volgens je eigen herhaaldelijke bekentenissen steeds meer rund dan mens. Nu we echter het doel nabij zijn, leg dan in naam van de Heer het dierlijke eindelijk eens helemaal van je af! Leg de oude Adam volkomen af en trek in alle liefde Christus volkomen tot je, dan word je meteen opgenomen in de ware eigenlijke, vaste hemel, in het Nieuwe Jeruzalem, waar ik, Johannes en talloze anderen al heel lang burgers van zijn. Martinus, heb je me nu begrepen?'
Hoofdstuk 159: Muziek van de zonnewereld - Ernstige vermaning van Petrus aan Martinus om zijn zinnelijkheid te overwinnen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Ik zal misschien wel zo lang beproefd worden, tot ik niet voor de hemel, maar voor de hel rijp genoeg ben. Daarom moet ik nu waarschijnlijk zo veel van het hemelse proeven, opdat de hel mij dan des te verschrikkelijker zal voorkomen?
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] Hoe dikwijls heb ik al gehoord, dat men tegen me zei: 'Nu Martinus, lieve broeder, ben je volmaakt!' Maar als ik dus volmaakt ben, kan en moet ik dan voor de eigenlijke hemel nog méér dan volmaakt zijn?
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] O God, U had me beter nooit kunnen scheppen, dan zou mijn niet-zijn zaliger zijn dan nu mijn bestaan onder louter beproevingen tussen hel en hemel!
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Weliswaar weet ik nu, hoe ik er aan toe ben en ik dank je, lieve broeder Petrus. Maar ik zeg je ook: met deze onthulling heb je ook reeds met één slag aan alle beproevingen voor mij een eind gemaakt! Je kunt nu engelen of duivels voor mij laten aanrukken, dan zal me dat net zo om het even zijn als mijn toekomstige zijn of niet-zijn, of hemel of hel! Want als dat ook nog beproevingen zijn en ik niet anders dan aan één stuk door beproefd word, dan stel ik me van een verder leven niet veel meer voor!
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] En bij God, jij zei eerder iets over een kale maan. O zet mij daar maar gauw, maar dan voor eeuwig neer! Daar zal ik gelukkiger zijn dan hier onder deze voortdurende beproevingen, waaruit ik maar al te duidelijk zie dat ik, - hoewel jullie eerste hemelvorsten om mij heen zijn samen met de Heer, - in plaats van naar de hemel naar de hel wordt gebracht!
Hoofdstuk 160: Martinus' neerslachtigheid en vertwijfeling – Bemoedigende woorden en vermaning van Petrus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202  ...