5587 resultaten - Pagina 189 van 373
... 177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 ...
[633] Laten we daarnaast eens de aandacht op Maria Magdalena richten! Zij heeft het hele gebeuren ook wel bijgewoond, maar zij wikkelde het dode lichaam ofwel het Woord niet in linnen en legde het niet in het graf, maar gaf het een plaats in haar hart dat van liefde overstroomde. En toen ze daarna bij het graf kwam, was de steen van de twijfel door de macht van de liefde weggerold. De linnen doeken lagen opgevouwen bijeen in het graf, wat zoveel wil zeggen als dat door haar liefde het goddelijk Woord levende inhoud in haar heeft gekregen. Zij trof geen dood lichaam meer aan, maar in plaats daarvan vond ze de Levende, die uit het graf is opgestaan.Hoofdstuk 5: Graflegging: De Heer in het graf van Jozef van Arimathea; Nedergedaald ter helle; De 'niet te overbruggen kloof; De verheerlijking van het lichaam - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[740] Johannes, de hemelse liefde, "buigt zich voorover" en in deze houding van de zich buigende deemoed, beseft deze in een flits dat zij de eerste bewijzen ziet van het grote, onmetelijke heilsfeit. Zij ziet de linnen doeken liggen en de geest zegt door middel van dit uiterlijke teken reeds zo veel aan de ziel, dat haar lichte, hemelse liefde voor verder onderzoek niet het graf hoeft binnen te gaan; dat wil zeggen: de hemelse liefde zoekt geen concrete bevestigingen en bewijzen. Johannes "zag - maar ging niet naar binnen". Want geweldige vermoedens vervulden reeds zijn hart.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[754] Zo lezen we bij hem: "Zie, Maria Magdalena was ook tot jaloersheid toe op Mij verliefd en ze beschouwde Mij formeel als haar enige minnaar, voor wie zij was uitverkoren. Van Mij had ze slechts het idee, dat Ik een groot profeet was. Mij n Goddelijkheid was haar echter nog vreemd. Haar verliefde hart in aanmerking genomen, had door Mijn lijden en sterven misschien ook niemand zoveel verloren als juist zij, omdat ze niet alleen haar Redder, Heer en Meester had verloren, maar ook de enige Geliefde van haar hart; om die reden was zij ook ontroostbaar.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[750] Ze draait zich om, daarmee gevolg gevend aan een geheime ingeving van haar hart, en met het oog van de geest ziet ze dat de Heer in het verheerlijkte zielelichaam voor haar staat. Het geestelijk oog in Maria is evenwel nog niet voldoende scherp om de Heer, die "in het donker van de vroege ochtend" op het punt staat ten hemel op te varen ("Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader"), te herkennen. En pas als zij met een geestelijk horen Zijn stem hoort en haar naam uit Zijn mond hoort noemen, herkent haar hart Hem. En onder de schreeuw "Meester!", die ze in haar moedertaal "in het Hebreeuws", de taal van haar innerlijk, uitstoot - rent ze naar Hem toe om Hem te omarmen. Maar haar liefde, die nog te aards is, mag nog niet tot het reinste goddelijke Wezen genaken. En daarom hoort ze uit de mond van de Opgestane de woorden: "Raak Mij niet aan!, want Ik ben nog niet tot Mijn Vader opgevaren." Voor haar is het moment nog niet gekomen, dat ze zich aan Jezus' borst mag vlijen; dat zal pas kunnen, wanneer de Heer geheel is opgevaren en ook haar zal hebben gereinigd van elke aardse hoedanigheid door de machtige stroom van de heilige Geest, die Hij dan zal uitstorten. Ze mag wel de voeten van de Heer omvatten. Mattheus bericht dat zij vanuit een gevoel van haar menselijke onwaardigheid op de knieën viel en vol liefde en deemoed de voeten van de Heer omklemde.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[758] Ik zeg u evenwel, indien iemand Mij niet liefheeft zoals Magdalena dat heeft gedaan, die zal Mij dan verder niet vinden en hij zal niet "op Mijn voeten" het eeuwige Leven binnengaan, en zal nooit van de voortdurende tegenspraak van zijn wereldse leven bevrijd worden. Ziet, Mijn Rijk kenmerkt zich door grote en heilige zuiverheid, en er zal nooit iets wat onrein is binnen komen. Denk slechts aan de vijgeboom, die geen vrucht droeg, en aan de dienaar van twee vijanden en los zelf de tegenspraak in uw hart op. Ben Ik, uw God, uw Vader dan niet degene die u, meer dan de wereld dat doet, in alles raadt!"
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[18] Want weet je, mijn hart is vol zonden, volonzuiverheid! O hoe zal ik het ooit weer kunnen zuiveren?
Hoofdstuk 205: Tullia 's klacht. Maria troost haar. Tullia keert in tot zichzelve. Berouw en boete. Jezus' lievelingskost. De oude en de nieuwe Tullia - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Waarom hebt U de dode Tullia tot leven gewekt en waartoe moest mijn hart opnieuw gaan kloppen?
Hoofdstuk 205: Tullia 's klacht. Maria troost haar. Tullia keert in tot zichzelve. Berouw en boete. Jezus' lievelingskost. De oude en de nieuwe Tullia - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] Deze uitspraak brak Maria 's hart. Met héél de liefde, die in haar was, nam zij het Kindje op haar armen en drukte Het aan haar hart, terwijl zij Het met, alle warmte van haar moederliefde liefkoosde.
Hoofdstuk 203: De bekentenis van Jozef aan het Kindje. Het onderscheid tussen dubbelzinnigheid enerzijds en schranderheid anderzijds. Een vermaning aan Maria - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] Uw beschermers zullen u in een hoekje zetten -zodra ze bezoek ontvangen van hun kletsbroers en -zusters!' Deze woorden drongen diep door in het hart van Maria en zij trok het zich erg aan.
Hoofdstuk 201: Ernstig woord van Jezus tegen Maria. Droevige voorspelling over de verachting in de wereld jegens de Heer en Zijn volgelingen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Omdat Ik niet uw zoontje ben, ligt Tullia u nader aan het hart dan Ik!
Hoofdstuk 201: Ernstig woord van Jezus tegen Maria. Droevige voorspelling over de verachting in de wereld jegens de Heer en Zijn volgelingen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Als ik een tijdje buiten speel, en dan weer de deur inkom, komt niemand Mij met een hart vol vurige liefde tegemoet!
Hoofdstuk 201: Ernstig woord van Jezus tegen Maria. Droevige voorspelling over de verachting in de wereld jegens de Heer en Zijn volgelingen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Zo lelijk mag Je tegen mij, die Je met grote angst en veel pijn onder het hart gedragen heb, niet zijn!'
Hoofdstuk 201: Ernstig woord van Jezus tegen Maria. Droevige voorspelling over de verachting in de wereld jegens de Heer en Zijn volgelingen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[785] Thomas' broederliefde was juist een uitstekend fundament voor zijn latere door onderricht en ervaring verkregen grote liefde tot God. Want wie zijn broeder, die hij ziet, niet liefheeft, hoe zal die God, die hij niet ziet, kunnen liefhebben? Wie zijn broeder echter liefheeft, opent daardoor zijn hart om de Geest van God en daarmee ook Gods Liefde volledig in zich op te nemen. God, de Schepper en hemelse Vader, hoeft een mens, die de goddelijke, zuivere liefde als broederliefde reeds in zich draagt, slechts door middel van enkele bewijzen de ogen te openen. Een hart dat tot liefhebben in staat is verandert dan al gauw en keert zich tot Hem, de waarachtig volmaakte 'Oer-Mens', de Vader van alle vaderen en Broeder van alle broeders. En wie tot nu toe zijn naaste heeft liefgehad, zal nu dubbel zijn liefde aan zijn Allernaaste schenken, die immers niet zoals de mens in Zijn Wezen onvolmaakt is, maar goddelijk allervolmaaktst in hetgeen Hij geeft en neemt.
Hoofdstuk 6: Opstanding: Tegenspraak in wat de evangeliën verkondigen; Maria Magdalena - de eerste bij het graf; De haast van de discipelen; 'Raak mij niet aan!'; Het omklemmen van de voeten; 'Vrede zij met u!'; Thomas; Mijn Heer en mijn God! - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[826] De weg naar de hoogste gelukzaligheid, naar Gods hart, is door het leven en sterven van de Heer niet alleen voor enkele uitverkorenengebaand - een blijde boodschap zonder weerga vult alle ruimten van de oneindigheid en vooral die van de gerichte materiële schepping. Voortaan is het voor iedereen - ook voor de gevallen geesten - mogelijk God weer te naderen en naar het Vaderhuis terug te keren, indien men de Mensenzoon vanuit een levend geloof in ootmoed en zachtmoedigheid en in zuivere, daadwerkelijke liefde navolgt!
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon
[840] O zeker, jullie lezen veel, jullie schrijven ook veel, jullie spreken met elkaar ook graag over Mij. Maar als Ik zeg: "Wijd aan Mij in plaats van aan jullie vele wereldse gedachten en genoegens slechts één uur per dag; heilig dit uur door je dan met niets anders in te laten en in je hart alleen Mij toegewijd te zijn!", - O, dan zullen jullie hiertegen wel honderd bezwaren kunnen aanvoeren en honderd wereldse gedachten zullen als een wervelwind rond één enkele zwakke, geestelijke gedachte cirkelen!
Hoofdstuk 7: De hemelvaart van Christus: Terug in de genadezon; Een toegankelijke Vadergod in een nieuwe hemel. Het dichten van de kloof tussen God en allen die gevallen zijn; Het is volbracht! - Ik heb dorst!; Christus de Middelaar; Het grote getuigenis van Johannes; Aanbidding. Jakob Lorber en de werken van de Nieuwe Openbaring - Jakob Lorber - Kruis en Kroon