Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 189 van 1112

...  177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202  ...
[4] Als men dat bij een leerling eenmaal bereikt heeft, is het echte goede handelen een vrij eenvoudige zaak. Maar zonder de daarbij gegeven overtuigende en juist gebleken beweegredenen zal het altijd een probleem blijven. Men ziet het goede er wel van in, maar omdat het handelen ernaar veel moeilijkheden en zelfverloochening met zich meebrengt, leeft men een gemakkelijk leventje in gezapige luiheid en noodlottige zelfzucht, en het vele en goede doen laat men voor wat het is. Men volgt onbekommerd zijn dierlijke lusten en is na dertig jaar nog dezelfde dierlijke mens die men eigenlijk in de wieg al was. Daarom behoren volgens mijn bescheiden mening bij de leer van het goeddoen, ook de hierboven aangegeven bewijzen, en die vereisen veel meer dan alleen maar te zeggen: 'Dit en dat moet je doen omdat het goed is, en dit en dat moet je laten omdat het slecht en kwaad is!"'
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Nu staan wij hier voor dezelfde God die donderend op Sinaï Zijn wetten gaf! Dezelfde engel die de jonge Tobias heeft geleid, bevindt zich temidden van ons als een heel gewoon mens en leert ons met vriendelijke woorden de wil van de Heer beter kennen! Daarbij gebeuren er nog onophoudelijk de ongelofelijkste wonderen, - maar ons komt dat alles al zo gewoon voor, alsof wij al van kind af aan daarmee zouden zijn opgegroeid! Zeg mij eens wat de reden daarvan kan zijn!
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Tijdens het gesprek tussen de twee geef Ik de beide tot leven gewekte meisjes de gelegenheid om Mij als degene te leren kennen die enige maanden geleden ook in Kapérnaum een paar doden had opgewekt. De beiden herkenden Mij weldra als zodanig en zij kenden ook Maria en de anderen uit het huis van Jozef. Gamiëla vertelde ook, dat zij zich nog heel goed konden herinneren dat de oude meestertimmerman Jozef met zijn zes zoons bij hun pleegvader in Kapérnaum een geheel nieuwe schaapstal had gebouwd. Zij herinnerde zich nog dat zij Mij Zelf als jongste van de zonen van Jozef bij het werk had gezien. Destijds had zij natuurlijk met vermoed dat in Mij de geest van de Allerhoogste verborgen lag.
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] HEBRAM zegt: "Totaal niet, - jouw mening is weer volkomen juist en het is wel zeker dat het zo is! Maar het is toch ook niet slecht om jezelf ervoor te berispen dat je je bij deze unieke, buitengewoon heilige gelegenheid maar nauwelijks en veel te weinig gesticht voelt, terwijl de gelezen bijzondere dingen van eertijds je juist zo diep hebben gegrepen en vaak in verrukking hebben gebracht. Als deze geestelijke vervlakking alleen aan ons zou liggen, zou ik dat als een grote en uiterst grove levenszonde moeten zien. Als echter volgens jouw mening de Heer door Zijn almachtige wil in ons alles zo regelt, moeten wij Hem daarvoor dankbaar zijn en alles wat Hij zegt en doet des te serieuzer en dieper in ons zelf overwegen, en er goed over nadenken hoe wij Zijn woord volledig in praktijk kunnen brengen. Maar dat Zinka zo'n grote geest is -hij was en is toch slechts een opperdienaar van Herodes! -, is mij een raadsel! Waar heeft hij dan zijn meerdere wijsheid opgedaan en zich de vele ervaringen eigen gemaakt?"
Hoofdstuk 31: Zelfbeschouwingen van Hebram en Risa. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zodoende was de heilige waarheid altijd moeilijk te bereiken, terwijl het regiment der leugen gratis over de gehele wereld een hoge borst opzette. Omdat de oude leugen steeds de scepter over de mensen heeft gezwaaid, zijn de mensen aan de leugen gewend geraakt. Zij is hun tot een tweede natuur geworden, hetgeen des te gemakkelijker ging omdat heel velen, hoewel niet allen, zich daar heel wel bij hebben bevonden en nog bevinden. Nu, het opgeven van de leugen zou naar mijn mening, op zich niet zoveel bezwaren opleveren; maar het opgeven van de tot dusverre genoten voordelen des te meer!
Hoofdstuk 33: De belofte van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Volgens de wet van het leven kun je alle deeltjes van een geheel verdelgen, verwoesten of zelfs vernietigen zonder dat het veel uitmaakt. Wat vrij moet worden, moet ook reeds in zijn eerste ontwikkeling vrij zijn! Ook al misvormt het zich in zijn vrije innerlijke bestaan geheel en al, dan kan het toch 'de wet van het moeten' waaronder het valt niet opheffen. Want binnen de vorm blijft steeds de kiem bewaard, die weer opnieuw in de juiste orde uitbot, dat wat in de vrije levenssfeer bedorven is weer vastpakt en in de juiste orde terugbrengt.
Hoofdstuk 34: De wet van gij moet en gij zult. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Hoe onvolmaakter een planeet is, des te zwakker zijn ook zijn emigranten. Deze hebben weliswaar een minder zware levensproef af te leggen, maar kunnen toch aan hun ziel meer schade lijden. Zij hebben evenwel een sterke oerlevenskern in zich, en als die op de juiste wijze gewekt wordt, zijn de zielen daarna toch ook weer snel helemaal levenskrachtig.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Tenslotte, en dat komt het meest voor, zijn er zielen die vanaf hun oerbegin uit deze aarde stammen. Zij zijn oorspronkelijk geroepen tot het kindschap van God. Zij zijn de zwaksten en lopen de meeste kans geheel te gronde gericht te worden. Dat zal echter niet zo gemakkelijk gebeuren, omdat er zich altijd op iedere honderd wel één of twee sterken van boven bevinden, waardoor de zwakke zielen beschermd en ervoor bewaard worden om totaal onder te gaan. Ook al zijn daarbij zeer afgedwaalde schapen dan worden zij te gelegener tijd toch weer teruggevonden.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] O, ik heb vaak aan U, o Heer, gedacht, - maar daarna kon ik U tot nu toe nergens meer ontmoeten! Maar Uw woorden met betrekking tot onze pleegvader zijn in dezelfde nacht nog op verschrikkelijke wijze uitgekomen! Er kwam een ontzettend onweer, de bliksem sloeg driemaal in de nieuwe schaapstal, waarin zich reeds op de dag van gereedkomen zeventienhonderd prachtige schapen bevonden. Alles verbrandde binnen een paar uur en ondanks alle moeite kon er niets worden gered! Toen betreurde onze pleegvader het dat hij de trouwe timmerman zo'n onrecht had aangedaan, want hij zei zelf: 'Deze straf wordt mij van boven opgelegd omdat ik haar verdiend heb. Ik zal nooit weer in mijn huis een trouw arbeider ook maar een stater van de welverdiende, aangenomen som inhouden! ' Hij hield ook woord. De stal liet hij evenwel op dezelfde plaats niet weer opbouwen, maar op een andere plaats liet hij een stuk grond van honderd morgen stevig omheinen en daarop slechts een hut zetten voor tien herders en schapewachters. De oude timmerman uit Nazareth zagen wij nooit meer terug. Hij moet al vlug daarna gestorven zijn, want hij zag er destijds al erg zwak uit.
Hoofdstuk 32: Een gebeurtenis uit Jezus' jongelingsjaren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Maar iedere ziel hoe zwak, onmachtig, geschonden en bedorven ook - heeft de oerlevenskern in zich die nooit verloren kan gaan. Als de ziel binnen de juiste tijdsduur maar zover is gebracht dat haar innerlijke oerlevenskern in haar kan worden gewekt, dan is zij vanaf dat moment ook zalig en in alle dingen sterk in de liefde en de wijsheid. Dan is zij net zo goed een kind van de Allerhoogste, als een mens geworden engelgeest, of een ziel uit een centrale zon, of uit een geringere planetaire zon, of uit het één of andere, buitenaardse, elders gelegen, donkere en op zichzelf lichtloze aardbol, waarvan er in de wijde schepping meer zijn dan het zand in de zee en al het gras op de aarde.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als je dan vragen stelt aan degene, die op die wijze in slaap is gebracht, zul je antwoorden krijgen waar je wijsheid zich buitengewoon over zal verbazen!
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Als na korte tijd zo'n mens op eigen wens, die men op dient te volgen, weer in het aardse leven is teruggebracht, is de oerlevenskiem weer in zijn oude rust teruggekeerd en de ziel valt dan weer terug in haar oude banden met het lichaam en herinnert zich niets van wat er met haar tijdens de magnetische slaap van haar lichaam is gebeurd. Zij weet geen jota van alle wijsheden die zij met haar lichamelijke mond heeft uitgesproken en is dan zelf weer net zo onverstandig en bijgelovig als zij voordien was.
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Weliswaar zal voor menige ziel een geruime tijd hier, en nog langere tijd in het hiernamaals nodig zijn voor zij die zelfstandige, gezonde stevigheid zal bereiken die nodig is om de levenskiem geheel in zich op te wekken en zich daardoor in alle delen te laten doordringen. Maar dit levensproces voor onmogelijk of ondenkbaar te houden bij een ziel die grondig bedorven lijkt te zijn, zou een even grote zonde tegen Gods liefde en wijsheid zijn, als te menen dat een als verdoemd beschouwde ziel op zichzelf een produkt van de hel zou zijn, en haar met veroordelende, wereldse ogen te zien als een reusachtige, ondoordringbare kluwen van zonden."
Hoofdstuk 35: Verschillen tussen de zielen op aarde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] In je hart zegje nu natuurlijk wel: 'Hoe zou dat zonder U, o Heer, mogelijk zijn geweest! Waar zouden we het vandaan hebben moeten halen en van wie zouden we het hebben moeten Ieren?' Dat is ongetwijfeld waar. Deze kennis vereist natuurlijk wel een dieper onderzoek van de totale menselijke natuur dan dat men alleen maar uit jarenlange ervaring weet welk kruidenaftreksel de klachten van een overladen maag het snelst opheft. Maar de onsterfelijke mensenziel is het ook waard dat men zich wat meer bekommert om haar veelzijdige geaardheid dan om de toestand van een uit vraatzucht overladen maag!
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Wel zijn er in alle tijden ook echte met Gods geest vervulde zieleartsen in deze wereld gezonden, die de juiste weg voor de genezing van de zielen verkondigd hebben. Velen hebben zich daarnaar gericht en werden ook zonder mankeren genezen. Maar de zogenaamde groten en machtigen der aarde meenden zonder meer al een gezonde ziel te hebben, keken neer op de door Mij op aarde gezonden zieleartsen en vervolgden ze tenslotte. Zij verboden hun het genezingswerk voor zieke zielen uit te voeren en zo waren de aardse machthebbers er steeds de oorzaak van, dat de genadeleer voor de genezing van de zieke zielen nooit zodanig wortel kon schieten bij de mensen, dat deze uit kon groeien tot een krachtige boom der genezing.
Hoofdstuk 36: Zielsziekten en hun behandeling. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  177 - 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202  ...