Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 190 van 1166

...  178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203  ...
[3] CYRENIUS zegt dan tegen de spreker van de vijf, die Mathaël heette: "Maar zou je ook in gelijke trant kunnen beredeneren dat het waarschijnlijker is dat God er toch eerder was dan jouw hemellichamen, die ik mij nog niet zo goed kan voorstellen? Want mij is in ieder geval geen volk op aarde bekend, dat niet veronderstelt dat er vóór het bestaan van alle dingen een verstandig en machtig God was, die het vereert en aanbidt en jij bewees nu juist het tegendeel. Wel, dat vervult mijn hart met grote angst, lever jij daarom nu ook het bewijs voor het tegendeel, ik, de opperstadhouder, smeek je dat zelfs!"
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MATHAËL zegt: "Zwakke, aardse zuigeling, ik heb medelijden met je! Je hebt, zoals ik nu in mijn ziel zie, toch al zóveel wijze woorden vol kracht, vol leven en vol waarheid gehoord en je hebt met je ogen gezien waartoe Gods woord in staat is en kunt in je hart nog steeds de diepten van veel gedachten niet peilen!
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] CYRENIUS zegt: "O, ja, ik begrijp het nu al heel aardig, en dat des te beter omdat ik vannacht juist een soortgelijke uitleg over de Mozaïsche scheppingsgeschiedenis heb gehoord. Het zal best zo zijn, maar voor mij is die wijsheid te diep en ik kan en wil mij niet te veel inspannen om iets tot en met te begrijpen. Het moet bij mij niet veel moeite kosten, wil ik er wat aan hebben. Gaat het te diep en is het te wijs, dan houdt mijn begrip vaak opeens op!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Delen ook jullie mijn opvatting, dan zullen jullie ook, net als ik, nog op déze aarde werkelijk gelukkig zijn, maar met jullie gepeins over de allerdiepste wijsheden zullen jullie nauwelijks de waarde en het geluk van het menszijn voelen!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Volg daarom mijn raad op, ook al komt die niet uit het gebied van de diepste wijsheid; hij komt echter uit een vriendelijk hart dat zeker niet zonder liefde is en dat heeft zelfs bij Gód veel waarde! Waarom zouden jullie er dan geen waarde aan hechten?
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Het is niet de wijsheid die ons het leven geeft, maar de liefde. Laten we daarom bij de liefde blijven, dan zal het ons niet aan leven ontbreken en aan diens gelukzalige gevoel! Kijk, dat is nu mijn wijsheid en ik zou haast willen beweren dat deze voor het leven van de mensen veel nuttiger is dan al jullie wijsheid, ook al is die nog zo diep!"
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als het voor ons echter niet meer voldoende is, dan rijst bij ieder mens die ook maar een vonkje ware naastenliefde in zich heeft, de vraag: Wie stelt uiteindelijk de vele miljoenen arme duivels ervoor schadeloos dat zij allen, ondanks het houden van uiterlijke voorschriften, toch ten prooi vallen aan de eeuwige dood? Als de mensen toevallig zijn ontstaan, dan kan die leer wel terecht zijn; maar als zij allemaal, hetgeen wel te zien is aan hun zeer wijze bouw, het werk zijn van een zeer wijze en goede God, dan moet er een andere en voor alle mensen praktischer weg zijn om het eeuwige leven te bereiken. Als die er niet is, dan is al het leven het verachtelijkste wat het menselijk verstand ooit als verachtelijk en afschuwwekkend kan waarnemen!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Uw leer, Heer en Meester, vind ik aangenaam, goed en waardevol, want die geeft mij, als ik zwak mocht worden, de hulp van een almachtige helper. Maar volgens de leer van Mathaël heb ik niemand anders dan mijzelf. Slechts ikzelf kan mij het eeuwige leven geven of ontnemen en een God zou daarbij helemaal geen rol spelen, behalve dan door met geërgerde of welwillende blikken te kijken hoe een arme duivel zich loswerkt uit de klauwen van de dood en zeg maar over de onherbergzaamste wegen, die bezaaid zijn met dorens, rotsen en giftig gebroed, naar het eeuwige leven opklimt!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Nee, nee, dat is niet mogelijk; jullie zijn dwazen met die hele leer van jullie over het eeuwige leven! Ja, als ik mij een schenker van het eeuwige leven kan voorstellen, die als hij dat wil, net als U, o Heer, iemand ook reeds op aarde het leven terug kan geven, dan doe ik alles opdat hij mij te eniger tijd ook het eeuwige leven zal geven. Maar als ik het mijzelf uit alle verborgen wijsheden der profeten op de een of andere wijze eerst bij elkaar moet zoeken, dan heb ik, zoals gezegd, niets van een eeuwig leven nodig! -Zo spreekt en sprak Cyrenius, de Romeinse opperstadhouder over Syrië en over alle landen van Azië, Afrika en een groot deel van Griekenland!"
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] MATHAËL zegt: "Heel goed! Die hadden ook allemaal een leer die voldoende was om de fantasie van de ziel actief te houden. Mettertijd wortelt de ziel in zo'n fantasie en leeft daar vervolgens in als in een droom en in die droom kan zij duizenden jaren leven.
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wat ik je hier uit naam van mijn vier broeders zei, heeft te maken met onze ervaring, die gepaard gegaan is met veel lijden, en die al het schijnbare leven scheidt van het werkelijke, echt vrije, zelfstandige leven.
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ik wil je nog wat zeggen: Mijn ziel, waarvan de innerlijke waarneming steeds helderder wordt, is nu zelf in staat om de Heiland te zien en te herkennen die haar pas kortgeleden door de macht van Zijn vrije, goddelijke leven heeft vrijgemaakt van een aantalonzichtbare vijanden van het hogere, vrije leven. Kijk, in Hem is méér dan in het hele zichtbare, geschapen heelal.
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zie, ik zou je dat eigenlijk niet gezegd hebben, maar ik voelde daartoe een drang in het hart van mijn ziel, of liever gezegd, van mijn innerlijke ik. En deze drang is daarvandaan afkomstig, vanwaar voor ons vijven de genezing is gekomen! -Begrijp je mij nu al beter?
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] CYRENIUS zegt: "O, nu begrijpen wij elkaar weer heel goed, nu hoop ik echt veel van jullie te horen en ik heb met jullie een goede vangst gedaan! Ik blijf bij wat ik heb gezegd, voor jullie aardse behoeften. zal ik zorgen, jullie zullen echter voor de geestelijke behoeften van mij en allen in mijn grote huis zorgdragen. ..
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat is weliswaar een slechte vergoeding voor het grote, dat Jullie voor mij en mijn huis zullen doen, maar wie kan er wat aan doen dat men op deze wereld aan de gever van de hoogste en eeuwigdurende levensgave voorlopig niets beters kan aanbieden?! Gaan jullie daarmee akkoord?"
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203  ...