Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 190 van 263

...  178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203  ...
[1] Deze woorden van de Heer brachten onze Adam weer tot betere gedachten. Deemoedig ging hij naar de Heer en sprak: 'O lieve, heilige Vader, Uw woord heeft mij weer in een ander licht geplaatst, en in dit licht zie ik in dat ik gloeiend heet ten aanzien van U gezondigd heb. Daarom vraag ik U, o lieve, heilige Vader, reken mij toch deze, beslist mijn allerlaatste fout ten aanzien van U en Uw gehele schepping niet te streng aan, maar vergeef mij, zwakke oude grijsaard, deze laatste dwaasheid!'
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Maar de Heer zei: 'Als je Me nu niet te woord staat, zal Ik je er door Mijn toorn toe dwingen!'
Hoofdstuk 16: Kisehels wraakzucht en kalmering door de Heer. De vraag van de Heer aan Satana en Satana's weigering te antwoorden. Kisehel tuchtigt en deemoedigt de woedende draak. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Juist doordat je alleen maar je toevlucht neemt tot arglistige beschuldigingen en zodoende met ieder woord liegt, bestaat er een aarde en daarop een Adam, en de eindeloze scheppingsruimte is vervuld van Mijn goddelijke eer, liefde, erbarming en genade!
Hoofdstuk 21: De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zeg Me, heb Ik je door Adam je hart afgenomen?! - Je zwijgt nu onthutst, weliswaar uiterlijk, maar Ik zie jouw innerlijke woede en die spreekt: `Ja, ik heb Adams en Eva's hart als één geheel in me! En desondanks wil ik U, God, niet, omdat ik U eigenmachtig haat, omdat U mij niet tot alleenheerser en tot almachtsspeler wilt maken!' Zie, dat zijn jouw woorden!
Hoofdstuk 21: De Heer geeft antwoord en wijst op Zijn inspanningen om Satana te bekeren en voor Zich te winnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop trokken zij voort en niemand durfde een woord tot de Heer te richten, ofschoon ditmaal alle drie - dus Henoch niet uitgezonderd - een nieuw aangetroffen knoop in zich meedroegen, waarvan de onmogelijkheid die te ontwarren hen meer drukte dan een vele centenaren zware steen.
Hoofdstuk 27: De door God gewilde beperking van de menselijke kennis. De uiteenzetting van de Heer over het mannelijke en het vrouwelijke in God en mens. De schepping van Lucifer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Want als ik naar hun lichaam keek, dat mij zacht en bekoorlijk voorkwam, dan leken de meeste vrouwen mij zeer zacht, fijngevoelig en zodoende ook buitengewoon aantrekkelijk, en ik kreeg dan ook altijd een groot verlangen naar een vrouw; maar als ik dan door zo'n innerlijke drang het een of ander meisje benaderde om met haar vanuit het diepst van mijn hart zachtmoedige woorden van liefde te wisselen, dan schrok ik tot nu toe nog altijd, omdat ik nergens vond wat ik meende te vinden.
Hoofdstuk 29: Muthaëls vraag omtrent de tegenstrijdigheid in het wezen van de vrouw. De uitleg van de Heer over het wezen van de man en het wezen van de vrouw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Beoordeel dus hetgeen tot nu toe gebeurd is en vergelijk het punt voor punt met je visioen langs de weg van de ware, innerlijke, geestelijke overeenstemming, en dan zul je achter de betekenis van je visioen komen!
Hoofdstuk 31: Kenans verlangen naar meer licht over zijn visioen van de tien zuilen. De wijze raad van de Heer. Het plotselinge verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Lamech bij de zijnen was aangekomen, kon hij van immense vreugde over het weerzien van zijn beide vrouwen, zijn twee zonen, zijn lievelingsdochter en haar machtige echtgenoot geen woord over zijn lippen brengen, en het verging hem echt - zoals jullie plegen te zeggen - als iemand die tot over zijn oren verliefd is en van louter liefde ook geen woord uit kan brengen om zijn geliefde te vertellen hoe dierbaar zij hem is.
Hoofdstuk 37: Koning Lamechs storm van vreugde en uitbundig dankgebed. Henochs waarschuwing voor overijlde beloften. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Aan hem gaf de Heer slechts weinig - het is in wezen slechts van deze wereld -, en hij dankt de Heer daarvoor alsof reeds alle hemelen hem ten deel zijn gevallen; en aan mij gaf de Heer volgens Zijn getuigenis het heerlijkste en volgens Zijn woord het grootste, en hoe gering waren mijn dank en mijn liefde daarvoor ten opzichte van hetgeen deze Lamech doet!'
Hoofdstuk 38: De vreugde over het weerzien bij koning Lamech en de zijnen en hun grote dankbaarheid tegenover de Heer. Henochs gesprek met Lamech van de hoogte over het voorbeeldige offer van hun hart door koning Lamech en zijn familie. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Het pad waarlangs de Heer trok toen de naam Jehova naar de tempel werd gedragen zal zeker zeer geheiligd blijven, en wij zullen niet licht in staat zijn dit uit het innerlijke leven van het volk te verwijderen zonder daarbij hun vrije wil te beperken, waartoe wij echter nooit het recht hebben, daar de Heer dat Zelf immers ook niet doet.
Hoofdstuk 39: De intocht in Hanoch. De verering van de heilige gedenkplaatsen in Hanoch wordt tijdelijk toegelaten. De ontvangst in het paleis van Lamech. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] In jullie harten zeggen jullie nu zeker onder elkaar: `Dat zou weliswaar zeer goed en nuttig zijn; als men nu ook maar tegelijkertijd wist waarmee men eigenlijk de innerlijke mens moet voeden!
Hoofdstuk 43: De verbazing van koning Lamech over de woorden van de onbekende gast. De woorden van de onbekende over de tweevoudige voeding van de tweevoudige mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Op de aarde zien wij wel allerlei vruchten voor het lichaam groeien en rijpen; maar een boom waaraan vruchten groeien en rijpen die dienen als voeding van de innerlijke mens, kunnen wij niet vinden.'
Hoofdstuk 43: De verbazing van koning Lamech over de woorden van de onbekende gast. De woorden van de onbekende over de tweevoudige voeding van de tweevoudige mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] De liefde is de grondslag van de geest en is het meest eigenlijke wezen van de innerlijke mens, en bijgevolg kunnen wij onze innerlijke mens geen betere voeding verschaffen dan wanneer wij hem voeden met de liefde tot God. Door die liefde wordt de geest krachtig en machtig en zal heer worden in dit huis van hem, en dat huis is de onsterfelijke ziel en het sterfelijke lichaam.
Hoofdstuk 43: De verbazing van koning Lamech over de woorden van de onbekende gast. De woorden van de onbekende over de tweevoudige voeding van de tweevoudige mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] Die voorbereiding van het voedsel van de geest is echter het woord in ons; daarom willen wij dan ook het voedsel met het woord voorbereiden en dan pas onze geest ermee versterken!'
Hoofdstuk 43: De verbazing van koning Lamech over de woorden van de onbekende gast. De woorden van de onbekende over de tweevoudige voeding van de tweevoudige mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] En de Spreker aan de andere tafel sprak verder: 'Het woord dat levend uit ons hart komt wil Ik aangeduid zien als voorbereiding van de liefde tot God, dat het ware voedsel is voor de geest.
Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203  ...