10915 resultaten - Pagina 190 van 728
... 178 - 179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 ...
[1] CYRENIUS zegt: 'Uit alles watje me nu verteld en toegelicht hebt, blijkt echter ook duidelijk, dat jij als vrome godsdienaar nog nooit aan een God hebt geloofd; maar hoe kan men een, zelfs strenge, dienaar zijn van een wezen dat voor jullie helemaal niet bestaat?"Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als men de altijd durende natuurlijke wetmatigheid van de verschijnselen op deze aarde voor ogen heeft en nooit iets van een wonder -afgezien van de Perzische toverkunsten en de wonderen die beschreven zijn, die echter altijd in een mysterieuze waas zijn gehuld -gedurende zijn gehele leven te zien heeft gekregen, dan kun je uiteindelijk gewoonweg zelfs dat vrijwel niet geloven, wat je nu werkelijk en zonder twijfel zelf hebt meegemaakt.
Hoofdstuk 155: De Farizeeën krijgen een les door middel van een wijnwonder - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Nu vraag ik me echter het volgende af: Als men als een ervaren en verstandig denkend mens zulke dingen en processen nuchter bekijkt, kan men zo dan tot een levend geloof aan een God komen? Of moet men niet eerder denken: 'Kijk, louter mensenwerk!'?! God echter is eeuwig ver en niet dichtbij volgens de woorden der Schrift! -Heb ik gelijk of niet?"
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] In de grote nood en ellende vond het weer de weg naar Mij en nam in nauwelijks voorstelbare mate toe in genade, wijsheid en welvaart. Deze veroorzaakte echter reeds tijdens de regeringsperiode van Salomo een sterke vermindering van de vroegere werkzaamheid en het rijk viel letterlijk uiteen in de tijd van de eerste nakomelingen van Salomo. En zo moest dit volk steeds weer door allerlei ellende en nood belaagd worden om enigszins werkzaam te blijven.
Hoofdstuk 158: Nood als middel tot opvoeding - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Heel onbevangen zegt DE FARIZEEËR: 'Geëerde gebieder! We hoeven slechts even een blik te werpen op de oude krijgskunst, - en de beroemde, zozeer vergoddelijkte verbondsark is klaar! De kist zelf was een op oude Egyptische wijze goed geconstrueerd instrument, dat buitengewoon veel elektriciteit opwekte. Achter de uiterst gecompliceerde kist bevonden zich ijzeren karren voor het maken van rook. Deze vulde men met allerlei flink rokend en meestal ook erg stinkend materiaal, zoals veren, haren van velerlei dieren en ook van mensen; over dit rokende materiaal strooide men zwavel, pek en salpeter en dan stak men zo'n kar aan. Dat gaf een enorme dikke rook die met een dichte mist was te vergelijken die in korte tijd, vooral als de kar een snelle vaart had, de weg achter zich verhulde en de achtervolgende vijand het zicht op de wendingen en stellingen van het achtervolgde leger benam; tegelijk bracht het echter ook, omdat het te ondraaglijk stonk voor de kamelen, paarden en olifanten, deze krijgsdieren tot omkeer en tot de terugtocht, wat voor de achtervolgende vijand zeker niet gewenst was. Dat er achter een voortvluchtig leger vaak verscheidene van de nu beschreven karren getrokken werden, is wel vanzelfsprekend. Dit is nu een getrouwe beschrijving van de zo wonderbaarlijke en zelfs meer dan heilige ark des verbonds van Mozes en ik kan u ook met een goed geweten zeggen, allerhoogste gebieder: Sapienti pauca!*" (* Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig!)
Hoofdstuk 152: Nog meer verklaringen van wonderen in het oude testament - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Men zoekt de waarheid, men zoekt God. Maar waar en wat is dan de waarheid, waar en wie is dan God?! Ieder volk erkent en heeft een andere God, en bepaalt hiernaar de leerstellingen die het volk als een heilige waarheid voorgeschoteld worden. Maar zijn ze daarom soms ook voor ons waarheid? Wij lachen erom en kunnen in 't geheel niet begrijpen hoe het mogelijk is, dat een volk zulke onlogische en uiterst domme dingen allemaal kan geloven! Als wij echter naar zo'n volk toegaan en het om een oordeel vragen over ons geloof, als het hier iets vanaf weet, dan zal het ook niet begrijpen hoe wij al het onze kunnen geloven en ons eraan kunnen houden! In al die dingen zit iets goeds voor de handhaving van de algemene orde, -maar daarom is het nog lang geen waarheid en al helemaal geen werkelijk ergens bestaande godheid!
Hoofdstuk 153: De natuurfilosofie van de Farizeeër - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Kijk daar ver over zee naar het gebied van Genezareth! Bevond zich daar niet ooit, nog geen paar of hoogstens vier weken geleden, een verschrikkelijk hoge rots, waarvan de loodrechte wanden tot diep in het water reikten en waarvan de top nog nooit door een sterveling werd betreden? Duizenden jaren trokken aan zijn trotse wand voorbij en de tand des tijds vermocht met een spoor achter te laten op zijn granietmassa. Maar ongeveer vier weken geleden, de periode die ik zojuist noemde, kwam niemand anders dan de door jullie vervolgde profeet uit Nazareth daarheen en verrichtte daar naast vele andere wonderen ook het wonder, dat Hij die rots zo zacht en begaanbaar maakte, dat hij nu van alle kanten zonder enig gevaar zelfs door kinderen met het grootste gemak bestegen kan worden.
Hoofdstuk 154: Cyrenius wijst op de wonderen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] CYRENIUS zegt: 'Vanuit jouw denktrant bekeken is er wel iets voor je mening te zeggen, -maar alleen in menselijk maatschappelijke zin, voor zover deze betrekking heeft op deze wereld. Maar wij zijn nu al iets diepgaander ingewijd in de hoogst wijze plannen die God met de mensheid van deze aarde heeft en kennen het grote goddelijke 'waarom'! Ik kan je daarom niets anders zeggen, dan dat je mening fundamenteel onjuist is. Maar ik hoop dat ook jij nog anders zult gaan denken. Nu echter moeten jij en je metgezellen weer gaan; en kom weer, als je geroepen wordt! Bekijk eerst de wonderen, denk erover na en dan zal je daaruit duidelijk worden, hoe dwaas en gewaagd je vervolging van de grote Meester uit Nazareth was!'
Hoofdstuk 156: De twijfel van de Farizeeër aan het bestaan van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt nogmaals tegen Mij: 'Heer, ik weet nu weliswaar uit Uw goddelijke mond waarom op de wereld alles zo is en gebeurt, en ik ken nu Uw goddelijk wijze plannen met betrekking tot de opvoeding van de mensen in alle tijden en in alle gebieden van deze aarde; maar daarnaast moet ik toch eerlijk toegeven, dat er in feite voor de opvattingen van deze Farizeeër vanuit een aards gezichtspunt wel iets te zeggen valt. Het is werkelijk van A tot Z geen wereld van liefde en waarheid, maar een zeer boze wereld vol haat en leugen, valsheid en onrechtvaardigheid! Deze zou echter ook wel anders kunnen zijn! Maar het is nu eenmaal zo en het zal nooit anders worden, en de aarde is gedoemd een huis van ellende te blijven, waar haar mensenkinderen altijd moeten versmachten. Maar het zou wel anders kunnen zijn!"
Hoofdstuk 157: De aarde, een oefenschool voor de kinderen Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] CYRENIUS zegt: 'Jazeker, Heer en Meester van eeuwigheid; maar ik heb hierover nog een vraag, en wel de volgende: Als de mensen werkelijk heel bedrijvig en werkzaam worden op de vele verschillende gebieden van het leven met z'n duizenden behoeftes, dan is het echter ook duidelijk dat ze daardoor van de geestelijke levensweg, die op zichzelf vol inkeer en rust is, al te zeer zullen overgaan tot puur werelds materialisme, en dan zal er weinig sprake meer zijn van een wedergeboorte van de geest.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Als ik met mijn geloofsbelijdenis een voordelige ruil kan doen, dan ruil ik meteen, zoals ieder van ons; mocht er echter in de nog tamelijk voordelige omstandigheden waarin wij ons nu bevinden, zonder vergoeding iets van ons afgenomen worden, -ah, dan zullen wij ons ook met alle ons ten dienste staande middelen te weer weten te stellen! Want dat is een kwestie van 'zijn' of 'niet zijn'.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] CYRENIUS zegt: 'ik heb in je woorden niets kunnen ontdekken wat voor de rechter gebracht zou moeten worden. Dat jij voor je eigen zaak hebt gesproken is heel begrijpelijk; maar jij kwam hier, zij het wat moeizaam, toch tot een betere overtuiging en hield op een vijand en achtervolger te zijn van Hem, die je tevoren heel graag vernietigd zou hebben. En meer wilde ik niet van jou en je metgezellen, en zodoende kunnen jullie weer in vrede van hier vertrekken! Willen jullie echter meer, dan moet je dit uiten, dan zal jullie alles wat billijk is gegeven worden!"
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het uur van Mijn vertrek nadert nu echter ook. Maar vraag Me niet waar Ik naar toe zal gaan! leder moet nu van hier weer naar zijn dagelijks werk terugkeren en goed voor zijn huis zorgen opdat, als Ik spoedig weer bij jullie kom, Ik alles in orde aantref Slechts een klein uurtje zal Ik nog bij jullie doorbrengen om jullie door en door te zegenen; maar dan moet Ik nog naar vele andere kinderen van deze wereld die in benarde omstandigheden verkeren, om hen de ware troost en de juiste hulp te bieden.
Hoofdstuk 167: Het afscheidsuur van de Heer bij Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] En de meester, die wel zag dat het de leerling helemaal niet om het brood te doen was maar geheel en al om volledige kennis van de goddelijke kunst, beleefde zelf grote vreugde aan deze leerling. Hij besteedde veel aandacht aan hem en bracht hem zeer grondig alle mogelijke geheimen van het vak bij. En het gevolg was, dat B later als een volleerd meester in de kunst een dermate onovertreffelijk kunstwerk tot stand bracht, dat daarvan de roem en de lof zelfs een koning ter ore kwam en de koning vervolgens de kunstenaar bij zich riep om ook hem zijn kunstwerk te tonen. De kunstenaar deed dit echter niet omdat hij hoopte er beter van te worden, maar om de koning daardoor een heel groot plezier te doen.
Hoofdstuk 159: Ware en verkeerde wereldse werkzaamheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] De Farizeeën naderen nu met overdreven eerbiedige gezichten Cyrenius, en DE AANVOERDER zegt terwijl hij een diepe buiging maakt: 'Verheven gebieder! Wij hebben alles in ogenschouw genomen en er kwam geen eind aan onze verwondering; want hier gaat pracht zo nauw samen met hoogst doelmatige bruikbaarheid, dat men bijna moet zeggen: Dat is niet door mensenhanden gemaakt, maar geschapen! Helaas heeft de mensheid geen enkel voorbeeld, in de hele geschiedenis niet, dat er ooit op de tot nu toe bekende aarde zoiets heeft plaats gevonden. Het is echter wel zo, dat de mensen in deze huidige tijd met name in de bouwkunst wel zo ver gevorderd zijn dat men van hen kan verwachten zo'n werkelijk kunstig bouwwerk te kunnen maken. Sinds het wonderland Egypte vaak vanwege zijn bouwkunstwerken tot ver in Nubië aan de Grieken en Romeinen bekend schijnt te zijn, is het geen al te buitengewoon wonder, als zij met vereende krachten ook zoiets tot stand zouden brengen. Want of alles wat hier te zien is, werkelijk in één enkelogenblik is ontstaan of toch gedurende langere tijd, is immers ook een vraag die gesteld en gehoord mag worden. Want vele mensen met veel ervaring kunnen samen heel wat tot stand brengen en met dwingende, gewapende hand zeggen: 'Dit en dat is zo en zo ontstaan! ' En de kleine machteloze en zwakke mensen moeten het dan geloven, omdat te heftige tegenspraak hen zeker veellast zou bezorgen.
Hoofdstuk 161: De indruk van de wonderbaarlijke werken van de Heer op de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)