Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 191 van 728

...  179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204  ...
[3] Toen je aan de zee de schepen en de havenaanleg bewonderde en de oude brave Marcus je vroeg wat je op dat alles had te zeggen, haalde je bedenkelijk je schouders op en zei: 'Daar is zeer veel, maar in een bepaald opzicht ook heel weinig over te zeggen. Zeer veel, als dit uiteindelijk ondanks alle plechtige verzekeringen en getuigenissen toch geen wonder is, maar een op geheel natuurlijke wijze tot stand gekomen werk; en natuurlijk heel weinig of zelfs niets, als het allemaal toch in ernst een wonderbaarlijk werk mocht blijken te zijn! Dat ik en al mijn collega's echter, ondanks dat men het ons plechtig verzekerd heeft, niet kunnen aannemen dat het een wonder is, kan ieder weldenkend mens zich natuurlijk goed voorstellen, omdat wij er zelf nu eenmaal geen getuige van zijn geweest en we deze streek sinds ruim tien jaar niet meer hebben gezien en er al helemaal nooit meer geweest zijn. Wat heeft zich hier op deze afgelegen plek wel niet allemaal kunnen afspelen door de sluwe politiek van de Romeinen! Door spionnen wist men, dat wij het plan opgevat hadden om in dit land te onderzoeken wat er allemaal tegen ons wordt ondernomen, en ook om er achter te komen, welke personen druk doende zijn om ons tegen te werken. Men wist zeker dat wij ons hier aan de Galilese zee bevonden, stuurde loodsen naar ons toe en bracht ons hierheen, waar de Romeinen een belangrijk kamp hebben opgeslagen.
Hoofdstuk 162: Cyrenius onthult de mening van de Farizeeër over de wonderwerken van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Daar hebben wij echter werkelijk geen wonderen voor nodig, maar alleen reële aardse voordelen; maar dan kan men ook alle kanten met ons op en ons voor alles gebruiken, temeer daar wij als mensen van de wereld maar al te goed en duidelijk door talloze ervaringen weten, wat men in de grond der zaak van iedere godsdienstige leer moet denken. Wonderen zijn een oud middel om de onervaren kinderen van de aarde te overdonderen. Waarom zouden ze in deze tijd, waarin nog buitengewoon veel mensen blind zijn, waardeloos zijn geworden, vooral wanneer ze op een geraffineerdere wijze dan in de oudheid verricht worden, en nog meer wanneer de hoogste machthebbers er deel aan hebben, en dat zeker niet zonder redenen, die natuurlijk zeer geheim worden gehouden?! Want een godsdienstige leer waar men zich echt aan vast houdt, is voor regeerders immers altijd meer waard dan tienduizend grote kerkers en twintigduizend legioenen dappere soldaten.
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En nu is Mijn uurtje, waarin Ik onder jullie ben, ten einde. Jullie kunnen nu hier in Mijn naam nog langer bij elkaar blijven, maar Ik zal Me met Mijn leerlingen noodgedwongen op weg begeven. Laat niemand van jullie Me echter vragen, waarheen! Want voorlopig weet Ik het, als pure Mensenzoon, Zelf niet; alleen de Vader in Mij weet het en Hij zegt: 'Sta nu op en ga! Onderweg zal Ik je openbaren waarheen!' Vrede en Mijn liefde zij met jullie!'
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Als iemand echter nog in zijn lichaam vrij wil worden van satan, moet hij het kruis dat Ik nu reeds in de geest draag, op zijn schouders nemen en Mij navolgen! (Matth. 16,24) Want Ik zeg jullie: Wie zijn leven (in aards opzicht) wil behouden, zal het (het geestelijke) verliezen; maar wie zijn leven (in aards opzicht) omwille van Mij zal verliezen, die zal het (het geestelijke) vinden! (Matth. 16,25)
Hoofdstuk 171: Het wezen van satan en van de materie (Ev. Matth. 16, 24-28) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] HET HOOFD zegt: 'Geheel en al; want dat jullie Galileeërs zijn, zal geen mens betwijfelen en daarom kan men jullie woorden ook geheel en al geloven, wat natuurlijk bij Grieken en Romeinen niet mogelijk is, omdat ze bijna altijd anders praten dan ze denken, wat bij ons 'liegen' heet. Rusten jullie maar uit onder de schaduw van deze enige boom die ik heb, dan ga ik intussen naar mijn hut om te kijken hoe ik een behoorlijk middagmaal voor elkaar kan krijgen!"
Hoofdstuk 172: De Heer met zijn leerlingen in het vissersdorp bij Caesarea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Jullie hebben als geboren joden de leer van je vaderen verlaten, die jullie weliswaar nooit serieus in praktijk hebben gebracht omdat jullie het niet eens waren met de handelwijze van de Farizeeën, en jullie hebben die leer van de heidenen aangenomen omdat die jullie wijzer leek te zijn. Op die manier zijn jullie toen echter totaal goddeloos geworden en jullie hebben God vervangen door de macht van de grote natuur. En daarmee denken jullie de steen der wijzen gevonden te hebben!? Maar ik kan je met het beste geweten van de wereld zeggen, dat jullie je daardoor alleen maar steeds verder en verder van God verwijderd hebben!
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Want wat eenmaal verdacht is, brengt niets meer op; wat ook heel begrijpelijk is, want een magiër kan zijn kunsten alleen maar met natuurlijke middelen tot stand brengen, die als ze verdacht zijn dan ook noodzakelijkerwijs helemaal waardeloos moeten lijken en te slecht zijn dan dat de grootste dwaas er plezier aan zou kunnen beleven, en een wijs mens natuurlijk nog minder. Maar degene, die niet op de hoogte is en ook niet kan zijn van het principe waarop zij berusten, moet ze wel als zuivere wonderen beschouwen en zich erover verbazen en ervoor betalen; want hij moet zichzelf bekennen, dat het hier volgens zijn begrip niet op natuurlijke wijze toe gaat. Als hij dan echter door iemand die er verstand van heeft ervan overtuigd wordt, dat het wonder, waar hij met verbazing naar gekeken heeft en waar hij zo veel voor heeft betaald omdat het om iets buitengewoons ging, toch op heel natuurlijke wijze tot stand werd gebracht, dan is deze magiër voor hem geen wonderdoener meer en deze staat dan als een gewone bedrieger voor zijn vroegere bewonderaars. Kan hij zich ooit voor zijn vroegere beschermheer schoonwassen? Ik zeg: Nooit en te nimmer! Het is afgelopen met hem, voor altijd! .
Hoofdstuk 163: Het materialistische geloof van de aanvoerder der Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Na een poosje zei de FARIZEEËR eindelijk: 'Nee, hier zijn waarlijk geen natuurlijke dingen in het spel! Ik wil van hetgeen ik openlijk met Marcus in de haven besproken heb, niets zeggen -want het zou immers kunnen zijn dat er iemand is die zo'n scherp gehoor heeft, dat hij op afstand ons gesprek kon verstaan -; maar om nu ook te horen wat ik heimelijk bij mezelf heb gedacht, dat gaat de diepste menselijke kennis te boven! Dat is een wonder; waar echter een wonder van de hoogste soort mogelijk is, daar is ook de mogelijkheid voor al het andere aanwezig, en ik begin nu ook al serieus te geloven dat dit prachtige huis op wonderbaarlijke wijze is ontstaan! Meer kan ik nu niet zeggen. Als dit echter allemaal door de macht van de beroemde Nazarener is gebeurd en nog steeds gebeurt, dan moet hij zonder meer een hoger wezen zijn, een God in volle ernst, aan wie alle geesten van de lucht, de aarde, het water en het vuur onderdanig gehoorzamen en waar geen enkele menselijke macht zich tegen kan verzetten.
Hoofdstuk 166: De bekering van de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Allen begonnen te huilen toen Ik met de apostelen aan boord ging. Maar Ik versterkte hun bedroefde harten, voer snel naar volle zee en verdween spoedig uit het gezicht. Ze bleven echter nog de hele dag en de hele nacht samen en spraken met elkaar over Mij, Mijn leer en Mijn daden. Pas de volgende ochtend keerden ze huiswaarts en Cyrenius maakte aanstalten om de vele Farizeeën die hier bekeerd waren, allemaal naar hun nieuwe bestemming te brengen. Sommigen wilden Mij achterna varen, maar Raphaël hield hen er vanaf en zei, dat Ik toch al gauw weer naar Kis, Genezareth en ook hierheen zou komen. Toen werden allen rustig en loofden God, dat Hij hen zo'n grote genade waardig had bevonden. Binnen enkele dagen kwam er al een groot aantal gasten van Tyrus en Sidon om hier de wonderen te bekijken en van de geneeskrachtige bronnen te genieten, en Marcus nam ook meteen vele dienaren aan.
Hoofdstuk 169: Een belofte voor hulpzoekenden. De Heer neemt afscheid van het huis van Marcus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] PETRUS kwam naar Mij toe en zei: 'Heer, waar zal het om gaan in Jeruzalem, de plaats van het grote verderf? Want daar is nog nooit iets goeds vandaan gekomen wat de mensheid gelukkig stemt, en nog nooit heeft een eerlijk mens in die stad iets troostends te horen gekregen. Daar heersen vooral hoogmoed en vervolging. Daarom dacht ik, Heer, dat het beter geweest was dat U Jeruzalem net zo gestraft had als deze kleine stad, die deze straf natuurlijk wel reeds lang verdiend had. Acht maanden geleden waren we immers al in Jeruzalem en hebben ons ervan overtuigd, dat er met de bewoners helemaal niets te beginnen valt op een paar mensen na, die echter als een paar zwaluwen nog lang geen zomer maken. Daarom ben ik van mening, dat we over deze trotse en gruwelijke stad waar Johannes pas korte tijd geleden onthoofd werd, niet veel ophef hoeven te maken en haar voor altijd moeten mijden. Want zo'n stad is het immers eeuwig niet waard, dat U haar met Uw heilige voeten betreedt. Dat is natuurlijk maar mijn bescheiden mening, zegt U mij wat U daarvan denkt!"
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Daar schrok PETRUS hevig van, hij viel voor Mij neer, vroeg Mij om vergeving en voegde er huilend aan toe: 'Heer, toen we op deze zelfde zee naar de plaats voeren waar we nu meerdere dagen zijn gebleven, zei U tegen Mij vanwege mijn geloof 'Simon Juda, jij bent Petrus, een rots, op wie Ik Mijn kerk zal bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen! Jou zal Ik de sleutel van het hemelrijk geven. Wat jij op aarde zult ontbinden, zal ook in de hemel ontbonden zijn, en wat jij op aarde zult binden, zal ook gebonden zijn in de hemel!' Heer, dit waren letterlijk Uw heilige woorden uit Uw heiligste mond, gericht tot mij, arme zondaar. Ik heb mezelf daar nooit om geroemd en mij steeds voor de geringste onder ons gehouden, -en vanwege een weliswaar slechts menselijke waarschuwing, die echter alleen maar ontsproot uit mijn grote liefde voor U, hebt U mij tot vorst van de hel gemaakt! Heer, wees toch genadig en barmhartig voor de armzalige visser Petrus, die eerst zijn net in zee wierp, toen vrouwen kinderen verliet en U volgde!'
Hoofdstuk 170: Petrus' blinde ijver en zorg om de Heer (Ev. Matth. 16,20-23) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als je een waarachtig wijs man bent, som dan nu voor mij maar eens op wat ik sinds mijnjeugd gedaan heb, wat ik heb geleerd, wat ik was en wat ik nu eigenlijk ben! Ik heb jou echter heel kort verteld, en blijkbaar klopte ieder woord, hoe het je ongeveer vanaf je geboorte in de wereld is vergaan, en als de tijd het toe zou laten, had ikje ook haarfijn je hele leven kunnen beschrijven! Oordeel jij nu zelf, wie van ons beiden wijzer is, ik met mijn rotsvaste geloof, of jij met je volle ongeloof!'
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] In de hersenen heeft de ziel alleen maar haar ogen, oren, reuk en haar smaak; hier gaat echter geen leven van uit, omdat deze zelf slechts gevolgen zijn van het leven.
Hoofdstuk 177: Het ware, levende geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (JOHANNES:) 'Het echte ware geloof van een mens die begint te geloven, lijkt op wijnmost die in een zak wordt gedaan. Als het echte druivemost is, begint hij weldra te gisten. Door deze gisting werpt de most alles van zich af wat niet volledig wijn is. Heeft hij alles uit zichzelf verwijderd wat niet van zijn soort was, dan wordt de most een zuivere en krachtige wijn, die, wanneer men er van drinkt, alles met leven vervult, omdat hij zelf in zekere zin leven is. Doe je echter een andere vloeistof in de zakken, dan zal deze ofwel helemaal niet tot gisting komen ofwel hoogstens gaan rotten en tot stinkende ontbinding overgaan, waardoor ook de zak wordt aangetast en vernietigd.
Hoofdstuk 178: De weg tot het ware geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Toen je naar Illyrië kwam en daar vreselijk slechte zaken had gedaan, werd je kwaad. Toen kwam er in het dorp Ragizan een Griek naar je toe, die Athene aanprees en je daar gouden bergen beloofde. Deze Griek was echter een gewone schipper die met zijn boten langs de kust voer, en het was er hem alleen maar om te doen dat hij passagiers naar Athene kreeg voor zijn lege boten. Of jij in Athene iets te winnen had of niet, kon hem niet schelen. Kortom, je bedong de prijs met de Griek voor de reis naar Athene en kwam na een saaie tocht van drie weken gelukkig en goed behouden in Athene aan, waar je in de oude stad, die rijk is aan klassieke kunst, meteen bij je eerste optreden enorm werd uitgefloten.
Hoofdstuk 176: Johannes onthult het leven van Aziona - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  179 - 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204  ...