Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 192 van 1166

...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...
[5] SUETAL antwoordt: " Ja, ja, ja, dat snappen wij. Maar het is alleen ongelooflijk merkwaardig dat jij nu zo enorm helder van geest bent geworden! Nu herken ik je ook als mijn collega uit de tempel en weet, dat Je een bekwaam spreker was en meermalen de hoge heren flink in hun gezicht de waarheid hebt gezegd. Dat had dan ook tot gevolg dat je -ik meen met nog vier van jouw soort -naar Samaria moest gaan! Ja, ja, jij bent het en het doet ons allen genoegen je hier helemaal gezond en wel weer te zien! Jouw raad, vriend, is op zichzelf wel goed, maar de vele goden van de Romeinen -"
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Na deze woorden doet Julius enige passen in onze, namelijk Mijn en Cyrenius', richting en vraagt Mij of de behandeling en het oordeel helemaal in orde was.
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik alleen immers ben de waarheid, de weg en het leven! Als je Mij hebt, waarvoor heb je dan deze vijf nog nodig?! Ja, zij moeten en zullen door Mij en slechts in Mijn naam de mensheid ook vele goede diensten bewijzen. Maar jij hebt hen niet nodig, temeer omdat er in het stadje Genezareth een Ebahl, een Jarah en zelfs een Raphaël is! Waar op aarde bestaat er op dit ogenblik een plaats die in geestelijk opzicht nog beter verzorgd is?
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] JULIUS zegt een beetje bedremmeld: "Heer, de reden is, dat ik een beetje dom was. Maar nu is alles helemaal in orde en nu pas doet Uw voorschrift mij veel genoegen voor de zeven en veertig mensen en alles zal punctueel opgevolgd worden! Maar wilt U, o Heer, in Uw goddelijke genade mijn dommigheid door de vingers zien!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] JULIUS zegt: "Weten jullie dan niet dat bij God alle dingen mogelijk zijn? Pas datgene, wat hij jullie nu heeft gezegd, in de praktijk toe, dan zullen jullie zelf wel ondervinden hoe een mens in zo korte tijd zo'n graad van wijsheid kan bereiken! Ex trunco non fit Mercurius (Een boomstronk zal nooit een Mercurius worden) zegt reeds een Romeins spreekwoord; een stronk is onbeweeglijk en er is geen activiteit aan te bekennen, terwijl in de figuratieve godenleer van de Romeinen geen god zo druk bezig was als Mercurius. Met Mercurius wordt hier dus zeer druk bezig zijn bedoeld en met een boomstronk de grootst mogelijke passiviteit; daarom zal een boomstronk nooit een Mercurius worden. Het wijze woord zegt dan ook, dat je geheel en al bezig moet zijn om tot de ware wijsheid te komen, een andere bekende weg daarheen is er niet. Zij is niet net als een andere wetenschap te leren, maar is alleen maar te verkrijgen door het ware bezig zijn volgens de leer der wijsheid.
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Nu, in dat geval is alles helemaal in orde en zal er met deze mensen zeker veel goeds bereikt kunnen worden. Maar natuurlijk zullen zij nog menige kleine proef moeten ondergaan. Dat jullie hen in het vreemdelingenlegioen opnemen is goed, maar jullie moeten hun voldoende gelegenheid geven om op de onderkende heilsweg verder te kunnen gaan. De vijf, met Mathaël aan het hoofd, moeten jullie over het legioen verdelen. Zij zullen jullie allen in Mijn naam goede diensten bewijzen en in korte tijd hun innerlijke wijsheid op de juiste wijze toepassen. Maar voorlopig mogen zij zich niet in Galiléa ophouden, want het zal niet zo erg lang duren voor de tempel er lucht van krijgt dat zo'n zeven en veertig leden hem de rug hebben toegekeerd en door Herodes zal de tempel jacht op hen laten maken. Als ze echter niet in Galiléa en ook nergens anders gevonden worden, zullen de speurders onverrichter zake weer terugkeren. Men zal dan de zeven en veertig als verongelukt en verloren beschouwen en zich verder niet meer om hen bekommeren. Zo blijven jullie Romeinen buiten schot en door jullie de zeven en veertig ook en iedereen is zonder een leugen om bestwil geholpen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Maar ga nu en Iaat de twaalf mensen brood, wijn en zout brengen, want ook zij hebben al twee dagen lang nauwelijks meer gegeten dan een mug! Tot nu toe heeft alleen Mijn wil hen op de been gehouden, maar nu de gelegenheid daar is, moeten ze ook op natuurlijke wijze met spijs en drank gesterkt worden en zo gebeure het!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Als Julius Mij dat hoort zeggen gaat hij eerst snel naar onze gastheer Marcus die met de zijnen druk bezig is een goed middagmaal klaar te maken en legt hem Mijn opdracht voor. Daarop gaat Marcus snel naar de provisiekamer, die nu niet leger wilde worden, neemt een groot heel brood en een beker zout en Iaat door zijn beide zonen twee grote kruiken wijn halen, waarop alles zo sne1 mogelijk naar de twaalf gebracht wordt.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik vroeg meteen waar die gezegende weide was. De knechten wezen haar aan en direkt droeg ik mijn broer naar de genoemde welde en legde hem daar op het gras. Wel, op het moment dat mijn zieke broer in aanraking kwam met de weide, begon hij zich heel behaaglijk uit te rekken, Alle pijn was als in een zucht verdwenen en in een paar tellen was .mijn broer net zo gezond als ik! Voorheen was hij slechts vel over been en ik verzeker jullie, hij stond zo goed doorvoed naast mij, dat ik ml] nu nog verbaas over die onvoorstelbare verandering!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Maar ik hield toen ook mijn gedane gelofte en gaf mijn broer, die nu zeer gelukkig en godvrezend is, alles en deed graag al het werk voor hem ook dat van de minste van mijn vroegere knechten, hoewel mijn goede en dankbare broer mij daar steeds van afhield."
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Maar ik was zo nog maar enige dagen knecht bij mijn broer, die jullie hebben gezien en gesproken, toen jullie bij ons kwamen en er eigenlijk de oorzaak van waren dat ik en nog drie knechten van mijn broer ons nu hier bevinden, gelukkigerwijs als onschuldigen.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen wij ook bij ons in de bergen hoorden dat de beroemde heiland uit Nazareth zich in Genezareth ophield en alle zieken genas, bracht ook ik met mijn knechten en muildieren mijn broer met onvoorstelbare moeite naar Genezareth. Toen wij daar na al die inspanning aankwamen, zei men echter dat de heiland een bergtocht had ondernomen en dat men niet wist wanneer en of hij nog terug zou komen. Daar stond ik nu als een pilaar naast mijn jammerende broer, begon van droefheid zelf te huilen en bad God uit de grond van mijn hart of Hij een einde zou willen maken aan het bittere lijden van mijn arme broer, omdat ik niet het geluk had gehad de wonderheiland nog aan te treffen. Ik, als eerstgeborene, legde de gelofte af hem al mijn erfrechten af te staan en hem zonder eerstgeboorterecht mijn leven lang te dienen, als hij genezen kon worden.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Want door de ervaring moet ik in mijzelf de volle overtuiging hebben dat degene aan wie ik een vraag stel, mij de waarheid kan vertellen. Tevens moet Ik vooraf zelf nauwgezet doordacht hebben of dat, wat ik iemand vraag, geen onzin is, anders verraad ik door de vraag ófwel mijn grote domheld of mijn, geheime, kwade zin! Onthoudt deze levensregel goed, dan zullen jullie in Ieder geval als bescheiden mensen met beide voeten op de grond staan!"
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Ben klein, haast onmerkbaar leugentje is voor de ziel veel gevaarlijker dan een grove en er dik bovenop liggende leugen! Want op een grove leugen zul je zeker niet ingaan, maar zo'n heel klein en onmerkbaar leugentje zal als een waarheid je aanzetten om wat te doen en je heel gemakkelijk aan de rand van het verderf brengen. Maar dat ziet alleen degene wiens geestelijke oog is geopend! Daarom hoef je niet kwaad te zijn omdat ik je wat steviger heb aangepakt, want er sloop zo'n klein leugentje als een giftige adder bij jullie rond. Ik en mijn vier broeders zagen dat zeer duidelijk en daarin kun je de oorzaak van mijn wat onzachte ruk nu zoeken. -Is dat nu duidelijk?"
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Al zou je mijn raad nóg zo precies opvolgen, dan zou je daar weinig aan hebben als je dat alleen maar terwille van de daarin aanwezige waarheid zou doen en omdat je voor kwade gevolgen zou moeten vrezen als je er geen rekening mee hield. Dat alles zou op deze manier voor jullie zielen niets opleveren. Het is echter heel wat anders als liefde en waarheid zich verbinden en dan samenwerken. Dan schept de liefde, uit en in het licht der waarheid, steeds een nieuw en volkomener leven in en uit zichzelf, totdat het volkomen gelijk is aan dat van God!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...