Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 192 van 215

...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...
[12] Je hebt mij nu willen vangen. Want je dacht dat ik genoodzaakt zou zijn om te zeggen, dat God ook het kwaad zou hebben geschapen, omdat jij als slechte geest ook een schepsel van God bent. Maar in jouw gedachtegang ben ik je al een eeuwigheid vooruit en ik ken maar al te goed de trucjes van jouw wijsheid! Daarom raad ik je ook ernstig aan: houd je verdere mogelijke vragen maar voor je, als ze tot doel zouden hebben om mij klem te zetten, want een wedstrijd met mij zul jij nooit winnen!
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] God zou echter wél onvolmaakt zijn, als Hij in de geschapen geesten slechts een gerichte en geen volmaakte vrije wil zou hebben kunnen leggen. Doch daarvan lever jijzelf immers het allerbeste tegenbewijs. Want hoe enorm vrij en volkomen God alle geesten en dus ook jou heeft geschapen, is juist daaraan zo duidelijk te zien, dat jij, alhoewel je naar buiten toe door en door gericht bent, je toch lijnrecht tegen de Schepper kunt verzetten zolang je maar wilt. Jij kunt echter ook evengoed als wij allen, volmaakt vrij naar de wil van de Heer handelen.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Ik zeg je dat er in de ganse hemel geen geest is die een beter bewijs van de onbegrensde volmaaktheid van God zou kunnen geven, dan juist jij! Jij bent om het zo maar eens te zeggen het grootste meesterwerk van de Heer en kunt daarom ook ten opzichte van de Heer geen prutswerk zijn.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] SATAN zegt: 'Is de aarde dan mijn werk? Staat er niet geschreven: 'In het begin schiep God hemel en aarde?' Hoe kan de aarde dan mijn werk zijn?'
Hoofdstuk 200: Satan in tegenstrijdigheden verwikkeld - Satan, de verderver en verleider - Nieuw vredescontract tussen Johannes en Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Vol gelukzaligheid kust hij zijn hemelse vrouw en beseft nu, dat daardoor zijn liefde zich voor eeuwig met de wijsheid heeft verbonden. Beide loven en prijzen Mij nu als uit één hart en uit één mond. Want zo ontstaat uit de gescheiden Adam pas in de hemel weer een volmaakt mens, doch in een afzonderlijk, persoonlijk zalig wezen.
Hoofdstuk 202: Het loon van de overwinnaar - Het hemelse huwelijk als hoogste voleinding van de goddelijke orde - Over het wezen van de vrouw - Martinus' goede keus en overgave aan de wil van de Heer - Een wenk over het hemelse huwelijk - Martinus' hemelse missie als voleindigde - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[13] Wat haar uiterlijk betreft is de materie van het zonnelichaam eigenlijk een enigszins steviger gemaakt zieleorgaan, waarin talloze geesten in zekere zin in een lichte gevangenschap worden gehouden. - Op het zonnelichaam is door Mijn genadevolle liefde echter ook nog een tweede, nog steviger substantieel lichaam geschapen, dat heel geschikt is om de geesten op te nemen, die in de zonnematerie gevangen zitten. Als nu dit lichaam - of veeleer een werkelijke zonnemens - verwekt wordt door de wil van een voormens, dan wordt door deze aldus verwekte mens onmiddellijk ook een geest opgenomen voor een verdere vrijheidsproef. Als die opname heeft plaatsgevonden, wat altijd onmiddellijk na de verwekking gebeurt, dan is de zonnemens er ook al, volmaakt levend en wel. Daarna worden hem Mijn wilsvoorwaarden bekend gemaakt en hem zijn eigen wilsvolmaaktheden getoond, krachtens welke hij een echte scheppende kracht bezit en niets anders nodig heeft dan alleen maar vast te willen, waarna de bodem van de zon hem ook datgene geeft, wat hij wil.
Hoofdstuk 2: De zonnemens in het algemeen - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[7] Kijk, nu zal deze schijnbare tegenstrijdigheid jullie zeker duidelijk zijn, en jullie zullen daaraan des te volkomener kunnen zien, wat het wil zeggen: ‘Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, en Uw wil geschiede!’ - Want waar de wil van de Vader ook wordt vervuld, of wanneer slechts de overwegende neiging er is om die wil te vervullen, dan is er bij een wezen geen volledige grof-materiële, planetaire rijping nodig om terug te keren naar het rijk van het ware leven, ofwel in de geest te kunnen zeggen: ‘Uw rijk kome!’.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Ook al komen deze geesten van de vroegere zon nog zo grondig verlicht en doorgloeid aan op deze tweede zon, de oercentraalzon, toch komen ze zichzelf enkel voor alsof ze nagenoeg helemaal donker en volkomen zonder licht zijn. Daarom worden ze hier weer van niveau naar niveau binnengeleid en door de daar heersende geesten weer zo doorstraald, dat ze daardoor in staat raken weer naar een nog dieper gelegen en vrijwel eindeloos veel grotere centraalzon op te stijgen. Deze zon is tevens de laatste materiële voorbereidende school voor de eigenlijke hemel, die het oorspronkelijke thuis is van alle volmaakte geesten. Maar op deze laatste en tegelijk ook allergrootste middenzon van een hulsglobe bestaan er zeer veel niveaus, die de geesten, voorzien van een etherisch lichaam, moeten doorlopen voordat ze pas in staat raken opgenomen te worden in de geestelijke zonnenwereld, die de hemel heet. Dat is dus in enkele woorden de weg voor de op de zon volmaakt geworden geesten.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Dit weten we nu. Maar Ik zie alweer een verborgen vraag in jullie, en deze luidt: ‘Moeten dan ook de geesten van de mensen op de planeten deze weliswaar zeer lichte, maar toch zeer lange weg afleggen, voor ze in de hemel komen?’
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Tussen de vroeg gestorven kinderen, die onmiddellijk op de zon worden opgenomen, en de daarna genoemde mensen, die pas later op de school van de zon worden opgenomen, bestaat het verschil, dat de op de zon opgevoede geesten van de kinderen onmiddellijk in de een of andere engelenvereniging van de eigenlijke ware hemel worden opgenomen, terwijl de mensen, die op een planeet rijp zijn geworden, zonder uitzondering de hele voorgeschreven weg moeten afleggen.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Kijk, dat is dus het verschil, dat er blijkt te zijn tussen de geesten van met name deze planeet aarde, na het afleggen van het lichaam. Iets dergelijks, alhoewel veel minder vaak, kan ook het geval zijn met de bewoners van de planeten Saturnus, Uranus en nog een derde, onbekende planeet4. Echter van geen van deze later genoemde planeten komen de geesten rechtstreeks in de bovenste hemel, maar alleen in de eerste wijsheidshemel.
Hoofdstuk 3: De ontwikkelingsweg van de zonnemens – in strijd met of overeenkomstig de goddelijke orde - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Bovendien zijn de sterren van de hemel vanaf deze gordel ook het slechtst te zien, aangezien in deze streek van de zon de lucht het onrustigst is, omdat die door de machtige draaiing van de zon het meest wordt rondgestuwd. Door deze omstandigheid ontbrandt de lucht hier ook het meest en gaat die met name in de hogere regionen buitengewoon sterk stralen, en door dit nagenoeg constante stralen kan men vanaf het eigenlijke zonnelichaam niet zo goed in de vrije scheppingsruimte kijken als vanaf die plaatsen op de zon, waar de lucht in veel mindere mate opgestuwd en onder druk gezet wordt (wat met name in de poolstreken het geval is).
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Wat de leuningen van de galerij betreft: die zijn stralend donkerrood. De vloeren van de galerijen zien er uit als de nachtelijke hemel, wanneer hij het dichtst met sterren bezaaid is.
Hoofdstuk 19: De inwendige inrichting van een tempel van het eenvoudige type. Een tempelorkest - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Wat wordt er in deze tempel eigenlijk allemaal geleerd? - Kijk, dit is een tempel van de diepste geheimen, waarin slechts weinigen ingewijd worden. Maar wat houden die geheimen in? - Deze geheimen houden in, dat de mensen daar de kennis verkrijgen dat God een mens is, en hoe in deze mens de allerhoogste liefde woont, die alles wat er bestaat uit eigen kracht heeft geschapen.
Hoofdstuk 21: Het derde, hoogste type tempel. Het geheim van de menswording van God en van het kruis. Inwijding in de stand van opperpriester - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] ‘Want’, zegt de leider verder, ‘wij bewoners van de zon leven in grote volmaaktheid en zijn als gevolg van onze wil volmaakte heren over onze wereld; daarom zal het ons altijd moeilijk vallen, wanneer wij ons bij diegenen moeten voegen, die met hun wil niet eens een grashalm aan hun aarde kunnen ontlokken. Maar, mijn beste gast, zoals je uit alles wat je hebt gezien hebt kunnen afleiden, heeft de grote Heer van de hemel en alle werelden geen welbehagen in het grote en sterke, maar in het kleine en zwakke, en wel zo, dat Hij aan onmondige kinderen en heel eenvoudige mensen grotere dingen openbaart dan aan de allerdiepzinnigste engelengeesten. Wanneer wij zonnebewoners ook het kindschap willen bereiken, rest ons dus niets anders dan al onze zonnegrootheid, macht en kracht vrijwillig aan de voeten van de grote God te leggen en ons heel bereidwillig en liefdevol zelfs beneden te stand te begeven van hen, die Hij liefheeft. Zijn liefde strekt zich weliswaar uit over alle menselijke wezens in de hele oneindigheid. Maar begrijp dat goed: alleen Zijn kinderen zullen later eeuwig samen met Hem onder één dak wonen. - Streef ook jij er dus voortaan naar de kleinste en minste te zijn en wees een dienaar van alle mensen met wie je ooit in contact zult komen, dan zul je aandacht van de eeuwige Vader op je vestigen; en deze aandacht is de eerste vonk, waardoor je een nieuw leven zult krijgen, een leven om kind te zijn van de grote Vader!’
Hoofdstuk 22: De allerheiligste, zogenaamde brandende tempel. Diepere inwijding in de geheimen van de menswording van God en het kindschap Gods. - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...