Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 192 van 1490

...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...
[8] Maar de Griek zei: 'Lieve vrouw, voorzichtigheid is goed, maar een te groot wantrouwen koesteren tegen mensen die iemand nog nooit daadwerkelijk reden daartoe gaven en van wie men ook niets anders weet dan wat boze tongen over hen verzonnen en valselijk uitgebroed hebben -een zaak, die een man van eer al gauw overkomt -is net zo onverstandig als een immorele lichtzinnigheid!' De zachtzinnige vrouw nam genoegen met deze heel verstandige terechtwijzing. De volgende dag moest de schuldige Pers de Griek alles betalen.
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] BEIDEN zeggen: "Ja, Heer, als dat mogelijk zou zijn! Maar bij mij heeft het vreemde vergif al mijn ledematen verlamd en ik kan me slechts moeizaam voortslepen en zie deze arme, totaal geknakte bloem van een vrouw eens, -haar lichaam is voor haar hele leven bedorven! O Jehova, waarom moest nu juist óns zoiets ontzettends overkomen?!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ook Schabbi's ogen worden steeds groter en hij gelooft bijna zijn eigen ogen niet. Maar JURAH geeft hem een por en zegt zachtjes tegen hem: "Weet je, ik geloof dat we ons al precies op de juiste plek bevinden en wij zullen echt niet ver verwijderd zijn van Hem, die jij zo heel voorzichtig wilt verloochenen! Ik zeg je, Deze - of in eeuwigheid geen ander meer! Beoordeel jij het nu maar met je verstand!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Toen werd de VROUW rustiger en zei: "Ik weet wel dat bij God alle dingen mogelijk zijn, maar ik weet ook, dat ik als zondares de genade van God niet waard ben! O, hoe rein moet een mensenhart wel zijn, om ook maar de geringste van God uitgaande genade waard te zijn! Deze deur van genade is voor mij echter allang dicht. God zal nu in mijn nood beslist ook weinig aandacht aan mij schenken, omdat ik, toen ik gelukkig was, veel te weinig aandacht voor Hém heb gehad. Maar God bewees mij al door mijn tuchtiging een echte genade!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] IK zeg: "Vrouw, je vergist je. Er is geen eeuwige slaap, zoals jij dat denkt, omdat je niet onvoorwaardelijk gelooft in een leven in het hiernamaals! Ik zal deze drie echter wekken, opdat jij en vele anderen sterker mogen worden in het geloof en het vertrouwen op de levende naam van God."
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De Griek, die daardoor in een heel goed humeur was, zei: ' Ah, deze man moet alleen al vanwege zijn schoonheid en bescheidenheid en zijn geluk bij het hof veel benijders hebben, die hem aftekenen als een afschuwelijk wezen en bij het hofverdacht willen maken; hij spreekt echter zo kalm en wijs als een profeet! Waarlijk, achter deze mens kan niets slechts schuilgaan!' Het duurde niet lang tot onze hoveling weer bij onze Griek kwam en een grote in goud gevatte diamant kocht voor zijn tulband, die de koning hem had gegeven. De prijs van de diamant bedroeg honderd ponden goud, die de hoveling ook meteen wilde voldoen, want hij had steeds een groot gevolg bij zich dat de nodige schatten voor hem moest dragen. Maar de Griek zei tegen hem: 'Schone, wijze en zeer verheven vriend, help mij slechts aan mijn geld dat ik nog te vorderen heb van N.N. (* n.n.= nomen nescio = de naam weet ik niet.), - en dan is deze kostbare broche betaald! Uw woord vermag alles bij de grote koning; ik zal u dankbaar zijn!'
Hoofdstuk 200: Misplaatst vertrouwen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat was geen toverij en geen wondergenezing op de manier van onze magiërs en priesters die kerngezonde mensen, voor geld en beloften van ander voordeel, laten simuleren dat ze doof, lam en blind zijn en hen zo een pelgrimage naar een afgod in een morsige tempel laten maken om dan daar op een afgesproken teken, ziende, horend en recht van lijf en leden te worden. Daardoor wordt er een aantal onnozelen overtuigd en als er dan echte lammen, blinden en doven komen om te bidden en te offeren, wordt niemand van hen beter. Dan wordt er steeds gezegd: 'Uw geloof is te zwak en uw te kleine offer is god niet welgevallig!' Ja, je weet dat onze magiërs zelfs de dode kinderen van rijke ouders weer tot leven brengen, maar wij weten allang op wat voor manier en wij weten ook, dat zulke uit de dood opgewekte kinderen geen bloedverwanten zijn. Maar deze hier zal zeker ook minstens de schijndoden tot leven kunnen brengen!"
Hoofdstuk 201: De opwekking van drie doden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar de MAN zei:'Vraag het aan deze steen, die zal je daarover hetzelfde kunnen vertellen als ik nu! Ik weet alleen maar dat een geweldige waterstroom mij meesleurde in zee, waardoor ik direct bewusteloos raakte en derhalve dood ging, zodat ik vanaf dat moment niets meer weet van wat er met mij is voorgevallen. Ik herinner mij alleen nog -maar alleen innerlijk -dat ik mij kort nadat ik door de dodelijke vloed verslonden was, heel treurig met mijn dochters op een grote weide bevond en niet wist waarom ik nu eigenlijk treurig was. Weldra omhulden ons aan alle kanten lichte wolkjes en in dit licht voelde ik me zo gelukkig worden! Wij zagen echter niemand buiten ons zelf en tijdens deze zaligheid overviel ons een zoete slaap en uit deze slaap ontwaakten wij weer hier. Nu weet je alles wat ik erover kan zeggen, -oordeel nu zelf maar!
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Dan roept JURAH Schabbi bij zich en zegt tegen hem: "Wel, vriend Schabbi, wat zeg je nu over deze gebeurtenis?"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] SCHABBI zegt: "Wat moet, wat kun je daarover zeggen?! Dat doet de macht van Jehova en niets anders! Want dat ligt veel te ver boven de horizon van de menselijke ervaringen, en geen kennis heeft nog ooit deze ontzettende hoogte bereikt. Dit brengt mij pas echt in verlegenheid!"
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Want zie je, diezelfde mens die toen in Bethlehem in een schaapsstal werd geboren uit een jonge maagd en aan wie de drie wijzen, die jullie sterrenkoningen noemen, goud, wierook en mirre ten geschenke brachten, ben Ik - tóen een pasgeboren kind en nu een man in de bloei van zijn leven! Hoe bevalt jullie deze vreemde samenloop van omstandigheden en wat vinden jullie ervan?
Hoofdstuk 202: De uitwerking van het wonder op de Perzen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] SCHABBI zegt: " Ja, verheven, met Gods kracht vervulde vriend, het is wel waar dat de wereldhandel, en de schatten van deze aarde, hun winning en juist beheer, iemand veel te denken en veel zorgen geven. Maar men doet, door de rijkdom goed te gebruiken, al gauw allerlei nuttige ervaring op en bij veel mensen wekt men de sluimerende geest op tot het doen van allerlei voordelige zaken, bezorgt deze een nuttige bezigheid en verwijdert hem op die manier van het niets doen, dat gewoonlijk de vader van alle ondeugden en zonden is.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Kijk maar eens naar de priesterstand bij bijna alle volken! Zolang deze mensen moesten werken en net als ieder ander hun brood in het zweet huns aanschijns verdienden, stond de waarheid ook bij hen op het eerste plan en zij ontdekten en berekenden veel, waarover wij nu nog reden tot verbazing hebben. Zij brachten evenwicht in het menselijk denken en richtten scholen op voor de juiste vorming van de menselijke geest en de zelfkennis. In die tijd vonden zulke priesters de wegen naar God en leidden de medemensen in alle geest en oprechte goede wil tot hetzelfde inzicht.
Hoofdstuk 203: Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Deze directe openbaring geldt niet alleen voor de mens die haar krijgt, maar voor alle mensen, en wel vooreerst voor het volk waaruit de profeet voortkomt. Omdat er echte en ware door God geroepen profeten zijn, is het goed denkbaar dat er ook valse zullen zijn en wel om de volgende eenvoudige en begrijpelijke redenen:
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Wel, dat zien andere, wereldse mensen, waarvan het verstand vaak erg inventief is, want aan slangensluwheid heeft het de kinderen van de wereld nog nooit ontbroken. Deze wereldse mensen willen óók aanzien en daarbij, zoals gemakkelijk te begrijpen is, aards gewin.
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...