Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 192 van 1037

...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...
[5] En bij zo'n volk komt dan de Heer vanuit de hemelen Zelf naar de aarde, waar Hij een gericht houdt over de slechte, blinde godslasteraars zoals het ook nu, op dit moment, op aarde het geval is en wel in het mooie land van de joden, die ooit Gods volk waren!
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] De Heer zal nu echter nog het kleine aantal trouwe en ziende mensen om Zich heen verzamelen en hen een vollicht uit de hemelen geven; maar naast dit licht zal alles wat geen licht heeft niet kunnen bestaan, maar gedreven worden naar de werkelijke rand van de onvermijdelijke afgrond. Daar hoef je voor de ziende mensen met geen enkel bedrieglijk wonder meer aan te komen, maar slechts alleen met een wonder dat geheel waarachtig voortkomt uit Gods kracht, die Hij in het hart heeft gelegd van leder mens die de waarheid ziet.
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Luister, een jaar geleden gebeurde het, dat de enige, dertienjarige dochter van een hoogst respectabel en buitengewoon goed bemiddeld echtpaar overleed aan een vreselijke melaatsheid. Dit kwam mij toevallig ter ore en ik snelde terstond naar het huis waar grote droefheid heerste. De vader en moeder waren ontroostbaar vanwege dit verlies. Ik bekeek het meisje, dat daar volkomen dood lag aandachtig en stelde vast, dat het grote gelijkenis vertoonde met een meisje in onze grote verzorgings en verpleeginrichting en ik dacht bij mezelf: 'Dit droeve echtpaar kan en moet geholpen worden!'
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ik bracht zelf het tot leven gewekte meisje naar het ouderlijk huis. Toen de beide ouders mij al in de verte zagen en goed herkenden, staken ze van vreugde hun handen omhoog en liepen ze mij tegemoet, terwijl hun pseudo dochter op mijn aanraden hetzelfde deed, want ik had haar van tevoren verteld hoe ze zich moest gedragen. Als je getuige was geweest van de gelukzaligheid van beide ouders, had je samen met mij meegehuild van vreugde!
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De arme man die eigenlijk nooit een slechte gedachte en al helemaal geen kwade wil in zich op had laten komen, zal zonder enige tegenspraak van jullie aannemen dat hij een grote en verdoemenswaardige zondaar is, en dat hij alles gewillig zal moeten ondergaan waar jullie hem als almachtige en alwetende godsknechten mee opgezadeld hebben. -Ik vraagje echter naar het oordeel van je zuivere verstand, of dit einddoel dat jullie uiteindelijk toch moeten bereiken, goed en juist is, en of hier ook het middel door het zeker volgende einddoel wordt geheiligd!"
Hoofdstuk 50: De gevaren van de bedrieglijke wonderen van de orde der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] ROCLUS zegt: 'Voor ons, denkende mensen, is daar inderdaad een oneindig groot verschil tussen, maar voor de leek is gauw iets goed! Als iemand, die vanuit zijn innerlijke geestkracht wonderen verricht, ons maar niet ten aanschouwe van het volk uitdaagt en voor hen onze heel natuurlijke trucjes onthult, dan kunnen wij natuurmagiërs, naar ik meen, ons heel goed handhaven naast de ware magiër die vanuit zijn innerlijke goddelijke geestkracht werkt, en hij naast ons, als hij tenminste niet geplaagd wordt door jaloezie!"
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Kijk hier eens naar het onmiskenbare wonder dat is voortgekomen uit de ware kracht van God! - Jij bent een Esseen en ook nog een vooraanstaand magiër van deze orde. Jij maakt doden levend, de maan haal je bijna pal voor de neus van de geestelijk blinde, verbaasde toeschouwers naar beneden, je laat bomen, gras, water, rotsen en muren praten. Wat zou je ervan vinden als deze mensenmussen van alle rassen en klassen je nu heel luid gingen vertellen hoe jij en je handlangers, wanneer jullie diensttijd je naar het klooster roept, jullie doden opwekken en jullie bomen, gras, water, rotsen.en muren laten spreken, en als ze dan een dode naar je toe brachten en je dringend zouden verzoeken hem in het leven terug te roepen? Wat zou je zuivere rede en je scherpe verstand daarop te zeggen hebben?"
Hoofdstuk 47: De vruchten van de nacht en de vruchten van het geestelijke - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Zeker, men zou inderdaad kunnen zeggen: Elk bedrog is al een slecht middel. Maar dan geef Ik ook aan een god heel beslist ten antwoord: Ja bedrog is inderdaad altijd een slecht middel, als dat ook maar enigszins gepaard gaat met een of andere slechte bedoeling om wat voor zelfzuchtige reden dan ook! Als ik echter zie dat de mens op geen enkele andere manier te helpen is dan kennelijk alleen maar door bedrog, en ik dan ook uit pure liefde voor mijn lijdende broeder naar dit enig mogelijke middel grijp en de mens daar onmiskenbaar mee help, dan is en blijft zelfs het allergrootste bedrog geen slecht maar een uitermate goed en juist middel, waar een god onmogelijk iets tegen in te brengen kan hebben. Om dit kracht bij te zetten zal ik je slechts een voorbeeld uit mijn Esseense levenservaring geven, en zul je me gelijk moeten geven, ook al zou je zelf een tienvoudige god zijn.
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Ik zei dit ernstig en het spreekt dus vanzelf, dat de beide ouders er niet lang over hoefden na te denken, omdat ze mij bij voorbaat al totaal niet tot enig bedrog in staat achtten. Alles wat het meisje dus ooit had toebehoord van de wieg tot aan haar dood moest mee naar het klooster gebracht worden. Omdat ik gedurende mijn diensttijd dit huis heel vaak had bezocht en het meisje zeer goed kende en omdat het meisje van de al eerder genoemde verzorgingsinrichting, heel veel op het overleden meisje leek en daarbij een heel goed vermogen bezat om zich aan te passen en dingen in zich op te nemen, was een uitwisseling zeer wel mogelijk. Toen er een paar maanden waren verstreken, was het meisje uit de verzorgingsinrichting al helemaal de weer tot leven gewekte dochter van de beide gelovig op haar terugkomst wachtende ouders.
Hoofdstuk 48: Roclus verdedigt het Essenendom en de schijnwonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ieder mens heeft een onsterfelijke ziel en in de ziel een geest die nog onsterfelijker is. En opdat de ziel, als geest die zich uit de materie ontwikkelt, volledig één wordt met de oergeest van God, die 'liefde' heet, moet al het streven van de ziel erop gericht zijn, dat zij zich ten eerste losmaakt van de materie en van alle eisen die deze stelt, en dat zij al haar inspanningen, al haar doen en laten enkel naar het zuiver geestelijke richt; ten tweede moet het voortdurend haar enige zorg zijn, dat zij één wordt met de in haar rustende geest van Gods zuivere liefde, omdat God Zelf van oorsprong in Zijn oerwezen de allerzuiverste Liefde is.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Om de ziel van de mensen echter naar deze bestemming te leiden, is door God aan zo menig vrome, in zichzelf en met God één geworden ziel juist. In bijzondere mate goddelijke kracht verleend om wonderen te verrichten, opdat zij voor de zwakken en kleingelovigen een getuige is van datgene waartoe de mensen door God bestemd zijn en hoe zij moeten leven en handelen om deze bestemming in zichzelf te realiseren.
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar hoe komt een mens dan te weten, dat zijn ziel één is geworden met de ware geest van God in haar? -Dat komt hij heel eenvoudig uit zichzelf te weten! Als je in jezelf geen hoogmoed, geen onnodige eerzucht, geen zucht naar roem, geen afgunst, geen verlangen naar bezit, pracht en praal, geen eigenliefde, maar daarentegen des te meer intense en ware liefde voelt voor je naaste en God, en het een ware, diepe vreugde voor je hart is als je alles wat je bezit in geval van nood aan arme en gebrek lijdende broeders en zusters hebt gegeven, ja, als het je echt pijn doet in je hart wanneer je een arme niet kunt helpen, en als God alles voor je betekent en de hele aarde met al haar rijkdommen en schatten niets, dan is je ziel reeds .geheel een met de geest van God in haar, dan heeft zij het volmaakte eeuwige leven bereikt, is ze wijs, en waar nodig in staat om wonderen te verrichten enkel en alleen door te willen!
Hoofdstuk 51: Ware en valse wonderdoeners - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Ga maar naar de beide ouders en vertel hun dat hun onlangs uit de dood opgewekte dochter niet de echte is, maar dat zij slechts vanwege de grote gelijkenis ondergeschoven is, dan zul je zien of ze je geloven! Ja, men zal je wel de deur wijzen, maar geloven zal men het nooit, ook al zou je in staat zijn om met een tweede, nog meer gelijkende kopie te komen. Want de werkelijke dochter tot leven wekken zal je waarschijnlijk toch niet lukken; want ten eerste zal het jou nauwelijks bekend zijn waar ze begraven is, en ten tweede is haar lichaam vast al wel behoorlijk aangevreten door de wormen.
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Hoor jij ook bij dit gezelschap? Waarom zijn jullie nu eigenlijk precies hier? Verleent de opperste landvoogd hier, zoals al vaker het geval was, publieke audiëntie aan het volk, luistert hij naar hun verzoeken en hoort hij allerlei klachten van het volk en zijn vertegenwoordigers aan, of houdt hij hier soms een soort gerecht of krijgsraad? Want ik zie hier immers mensen uit alle streken en plaatsen van de mij bekende aarde. Zelfs de zwartste Moren, zo zwart als ik ze eerder nog nooit heb gezien, zijn hier buitengewoon rijk vertegenwoordigd; Perzen, Armeniërs;' Tauriërs, Grieken, Romeinen en Egyptenaren zijn er ook!
Hoofdstuk 52: Roclus' twijfel aan Raphaël's macht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Na een korte pauze zegt ROCLUS tegen Raphaël: 'Beste jongen, werkelijk wijze vriend! Ik ben nu geheel in staat om je te vertellen wat ik ook pas sinds korte tijd heb vernomen van enkele handelslieden uit Nazareth en Kapérnaum, aan wie ik zonder meer waarlijk mijn volledige vertrouwen heb geschonken wat de feiten betreft, omdat dat mannen zijn die men kan geloven. Maar ik weet natuurlijk ook geen woord meer dan wat ik van deze collega' s van mij als waarheidsgetrouw heb vernomen, luister dus naar me!
Hoofdstuk 54: Wat Roclus over de Nazarener heeft gehoord en zijn opvattingen daarover - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205  ...