10915 resultaten - Pagina 192 van 728
... 180 - 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 ...
[15] Kijk, het hele magiërs gezelschap was zeer groot! Er waren er maar weinig die in het openbaar optraden, maar gasten die met hen een afspraak hadden gemaakt, waren er zeer velen. Die mochten echter nooit tegelijkertijd met de hoofdmagiërs naar een grote stad komen. Ze kwamen pas naderhand, gedeeltelijk als handelslieden, gedeeltelijk als andere reizigers en deels als nieuwsgierigen die van de grote wonderbaarlijke kunstenaars die in deze stad binnenkort zouden optreden, al de zeldzaamste dingen hadden vernomen en hen hier wilden zien. Dat waren de zogeheten 'alarmeerders van het volk' die allen royaal van een en hetzelfde beroep leefden, omdat ze in een grote stad altijd duizenden ponden binnenhaalden.Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[21] Dan werd de slaper, om het geheel nog indrukwekkender te maken, door machtig bazuingeschal gewekt en wreef enige tijd in zijn ogen alsof hij niet goed wist waar hij zich nu bevond. Maar toch kwam hij dan al gauw geheel bij en er werd heel vriendelijk aan hem gevraagd of hij ook wist wat hij gedroomd had; want er stond duizend pond op het spel, die hij natuurlijk zou verliezen als hij datgene had gedroomd wat de magiër hem wilde laten dromen. Mocht hij echter een andere droom gehad hebben, dan zouden hem ogenblikkelijk die duizend pond door de magiër uitbetaald worden. Maar hij werd ten strengste gemaand om de zuiverste waarheid te spreken, anders zou de wonderlijke maagd geroepen worden die hem dan in het bijzijn van duizenden zou logenstraffen.
Hoofdstuk 183: Hirams magische belevenissen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Maar toch moet ik hierbij wel opmerken, en dat moeten jullie je zeer ter harte nemen, dat de ontwikkeling van een ziel als deze pas aan gene zijde plaats vindt, ten eerste veellanger duurt en dan ook nooit helemaal zo'n allerhoogste graad kan bereiken, als wanneer de vorming en ontwikkeling van de ziel reeds hier, nog in het lichaam, is geschied; want daardoor wordt ook het edelere deel van het lichaam mede geheiligd, en bijna al het vlees bereikt met de ziel en met haar hiermee één geworden geest een soort verheerlijking en onmiddellijke opstanding, en vormt dan voor eeuwig een met ziel en geest volledig één geworden wezen. Maar dat bereiken op aarde slechts uiterst weinigen, - kort na de lichamelijke dood echter zeer velen. -En zie, kaarsrecht, precies overeenkomstig de diepste waarheid, heb je nu het bestaan van ieder mens na dit leven voor je!
Hoofdstuk 184: Het bestaan van de menselijke ziel vóór het lichamelijke leven en erná - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] In de toekomst, na ons, zal dit alles aan duizenden door de heilige Geest van God nog duizend maal duidelijker geopenbaard worden dan ik het jullie nu kon openbaren. Maar als de Geest van God dan ook over jullie zal komen, zal hij jullie in alle diepten van Zijn oergoddelijke wijsheid binnenleiden, en dan pas zullen jullie ook volkomen duidelijk inzien wat jullie nu nog maar een beetje zijn beginnen te geloven. Tot die tijd moeten jullie geloven en zoeken in de schriften en ook in de hele natuur; ze zullen jullie zeggen dat het zo is en niet anders! De volle diepte zullen jullie echter, zoals gezegd, pas later volledig inzien. Hebben jullie er nu nog iets tegen in te brengen?"
Hoofdstuk 189: De vraag over de Messias - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Kijk eens naar deze arme vissers! Ze zijn de nuchterste, maar verder toch de vriendelijkste mensen, ze verwachten geen levensloon na de lichamelijke dood en toch is voor hen de hele wereld met al haar vergankelijke schatten een gruwel, en ze hebben zich daarom van de hele wereld op dit meest verlaten en eenzame hoekje van de aarde teruggetrokken. Nu hebben ze voor de eerste keer iets over iets hogere geestelijke zaken vernomen en reeds zijn ze vol tevredenheid, -en het zijn zeker voor de helft heidenen; jij echter bent een echte jood en behoort evenals Ik tot de stam van Juda en toch maakt opjou het geestelijke weinig of helemaal geen indruk! Zeg Me nu eens heel eerlijk, waarom je nu eigenlijk precies met Mij van plaats tot plaats rondtrekt!"
Hoofdstuk 190: Johannes is bang voor Hirams scherpe verstand - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[15] IK prees hem echter en zei: 'Alles voor deze mensen heb Ik Zelfprima geregeld! Maar Ik zeg jullie nu iets anders!"
Hoofdstuk 191: Het vuurwonder van Johannes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Er stond zodoende in één enkelogenblik een grote, gedekte, lange tafel met goede banken eromheen, en op de tafel stond een grote naftalamp met helder, zonnewit licht, zodat de hele omgeving naar alle kanten hierdoor bijna daghelder verlicht was. Aziona en Hiram lieten van schrik en verwondering bijna de etensmand vallen, vermanden zich echter snel en zetten hem, iets voorzichtig nog, op de wonderbaarlijke tafel.
Hoofdstuk 192: Het wonderbaarlijke nachtmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Ik stelde hen echter gerust en zei tegen Aziona: 'De beide vissers moeten nu van de pijn bevrijd worden; neem jij hen gevangen en breng hen naar de hut!"
Hoofdstuk 194: De achtervolgers staan terecht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Ze wisten echter ook heel goed, dat niemand hen bij de Romeinen zo gemakkelijk kon verraden als Ik, omdat ze reeds veel over Mij gehoord hadden. Daarom stuurden ze er ook steeds achtervolgers op uit om naar Mijn persoon te zoeken, maar altijd zonder resultaat; daarom wilden ze nu zelf het gewenste werk uitvoeren. Maar Mijn geest in Mij zei: 'Tot hier en niet verder! ' En zo hebben ze nu hier hun lang verdiende loon ten volle ontvangen.
Hoofdstuk 195: Het levensverhaal van de achtervolgers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Maar zoals bekend, verdronken ten tijde van Noach alle eerste mensen van deze aarde die puur wereldse mensen waren geworden, door eigen schuld door de grote vloed; want de vloed bedekte het grootste deel van de toentertijd bewoonde aarde dermate met water, dat de machtige golven, ontstaan door stormen en orkanen en niet zelden zo nu en dan zelfs meerdere ellen hoog, over bijna de hoogste bergtoppen sloegen en daardoor ook al het leven dat hier was verstikten, behalve Noach en diens kleine familie, en ook alle dieren behalve die, welke Noach in zijn ark herbergde. En met Noach begon, zoals bekend, een geheel nieuwe periode van de aarde.* (* Uitvoerig beschreven in de 'Haushaltung Gottes'.)
Hoofdstuk 197: De oergeschiedenis van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Heel lang voordat zulke geslachten elkaar aflosten, gewoonlijk om de 7000 jaar en heel zeker om de 14000 jaar, werd de aarde slechts door allerlei plantengewassen op de droge delen bewoond en daarna pas door allerlei grote en kleine warmbloedige dieren, die altijd pas heel langzaamaan ontstonden. Het rijk der waterdieren en later van de amfibieën was echter al vóór de zeer grootse vegetatie van de droge landen zeer sterk en machtig vertegenwoordigd, evenals het rijk van allerlei vliegende insecten zoals de vlieg en duizenden soorten hiervan, en bijna gelijktijdig hiermee enkele oersoorten van vogels, die nu weliswaar niet meer bestaan, hoewel de vlieg* (* zie 'De vlieg'. Lorber-Verlag, Bietigheim) als eerste levende schepsel en als begin van alle gevleugelde dieren van ieder hemellichaam nog tot op dit uur hetzelfde is en ook in de toekomst zal blijven"
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] IK zeg: 'Nee, absoluut niet; want zulke periodieke overstromingen van de zee vinden immers altijd uiterst langzaam en geheel ongemerkt plaats zodat alle mensen heel lang voldoende tijd hebben aan de zee te ontkomen door naar de zuidelijke gebieden van de aarde te trekken, waar de zee door zich terug te trekken weer enorm grote landstreken droog zal leggen, omdat zij zich in zo'n periode weer meer naar het noorden zal verplaatsen. En zo zal het dan ook weer gaan als zij zich opnieuw naar het zuiden verplaatst.
Hoofdstuk 198: De oergeschiedenis van de levende wezens op aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] De wederzijdse toenaderingsneiging kan echter alleen maar binnen de heilzame perken worden gehouden, doordat er aan de vrije ziel wetten worden gegeven volgens welke deze met vaste schreden de gang van haar natuurlijke leven kan inrichten. Natuurlijk kunnen zulke wetten, willen ze ten volle werken en zegen brengen, alleen maar door Hem gegeven worden die hemel, geesten, zon, sterren, de maan, deze aarde en alles wat zich erin, erop en erboven bevindt, ademt en leeft heeft geschapen. En dat is van de kant van de Schepper ook te allen tijde gebeurd; alleen waren er altijd maar weinigen die zulke wetten ernstig in alles in acht hebben genomen. Maar degenen die volgens zulke voorschriften leefden, hebben daar ook altijd de ware tijdelijke en eeuwige zegen van geoogst; maar de trage mensen en zij die geringschattend zijn en ongelovig, hebben het tegendeel ervaren aan zichzelf, zoals zelfs ook aan anderen die waren zoals zij.
Hoofdstuk 199: De verscheidenheid der werelden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ah, daar komt nog zo'n wereld op ons af. O, die betekent nog minder! Daar een derde, die betekent ook niets, -dat zou een echte wereld voor de wijze Diogenes zijn! Nu, die hebben we wel gezien! Hé, daar is een vierde en die ziet er ook al niets beter uit! Daarom maar weer verder! Daar komt reeds een vijfde, het is allemaal wel op zeer kleine schaal; maar het bewoonde deel ziet er toch wel iets beter uit dan bij de vorige. De kleintjes springen werkelijk als apen vrolijk rond! Van een woning is echter nergens een spoor te bekennen. ook het dierenrijk schijnt hier zeer eenvoudig en zeer spaarzaam vertegenwoordigd te zijn, evenals de lieve plantenwereld! Maar daar komt reeds een zesde en nog kleinere wereld, en daar zelfs een zevende! O, deze zijn ontzettend onooglijk!
Hoofdstuk 201: Een blik op Saturnus - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Want omdat God een zuiverste en almachtige geest is, vervuld van de diepste wijsheid, kan Hij immers ook alleen Zijn vreugde aan datgene beleven wat in de hoogst mogelijke graad op Hem lijkt, en niet aan de vleesdamp van verbrande ossen, kalveren en schapen. U lijkt echter bijzonder veel op Hem en in de geest bent U zelfs vrijwel Hemzelf. Wat is er nog meer nodig om als tijdelijke aardse mede-zoon ook tegelijk een volmaakte Godszoon te zijn?! Bij U, Heer en Meester, is dat echter onmiskenbaar het geval en daarom kunt U ook de middelaar van alle volkeren naar God toe zijn, geheel afgezien van het feit dat U ons in deze verborgen hoek van de aarde bezocht hebt, alsof wij de enige mensen op aarde waren waarvoor U in volle ernst het plan had opgevat om ze te verheffen tot Uw geest.
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)