Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 193 van 1490

...  181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206  ...
[24] De mensen denken wel veel en begrijpen ook veel, maar om een Daniël helemaal te begrijpen of een Jesaja, of een Jeremia, of zelfs een hooglied van Salomo, - daar helpt geen menselijk denken, -dat is verloren moeite! Dat begrijpt slechts een God of een engelengeest, of een speciaal daarvoor geroepen profeet. Slechts deze drie soorten geesten zijn in staat het te begrijpen, voor iedere andere geest is dat totaalonmogelijk. De vraag is dan echter, wat grote wijsheid, die geen sterveling in zich kan opnemen en begrijpen, voor zin heeft!?"
Hoofdstuk 204: Indirecte en directe openbaringen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Omdat er in deze stoffelijke wereld al zo veel dingen zijn, die de mensheid nooit volledig kan begrijpen, moet je er eerst maar eens wat over na gaan denken en Mij vervolgens je mening geven!"
Hoofdstuk 205: De uitdaging van het niet begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] En daarom, grote en verheven meester, wilde u mij, door aan te duiden dat ik volstrekt niets weet, in dit opzicht terechtwijzen en zeggen: 'God, de Alwijze, plaatst veel voor de ogen van de mensen en voor al zijn uiterlijke zintuigen en daardoor ook gelijktijdig voor de zintuigen van de ziel, om de mens tot nadenken te dwingen.' Maar de mens moet zelf de verklaring zoeken. Want als God hem deze erbij zou geven zou de mens binnen de kortste keren traag worden en uiteindelijk voor niets meer interesse hebben, en lui worden.
Hoofdstuk 205: De uitdaging van het niet begrijpen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] 'De Heer Zebaoth zal op deze berg voor alle volken een rijke maaltijd bereiden, een maaltijd bestaande uit zuivere wijn, vet, merg en wijn zonder bezinksel. En Hij zal op deze berg het omhulsel wegdoen, waarmee alle volkeren omhuld zijn en de bedekking, die de heidenen het zicht belet. Hij zal de dood verzwelgen en de Heer zal de tranen van alle gezichten wissen en de smaad van Zijn volk in alle landen te niet doen, want de Heer heeft het zo gezegd. In die tijd zal men zeggen: 'Zie, dat is onze God waarop wij wachten, Hij zal ons helpen! Dat is de Heer op wie wij wachten om ons te verheugen in Zijn heil!'
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Een natuurlijke betekenis kan deze maaltijd niet hebben, maar alleen een geestelijke. Maar wie ontdekt die? Wie is de berg en wie dat vreemde vette maal? Ik vind, dat de mensheid daar eigenlijk mee voor de gek gehouden wordt! Op dezelfde berg zal de Heer, naar ik aanneem dus de Messias, het omhulsel dat de volken omhult, verwijderen en de bedekking van de gezichten der heidenen wegnemen. Dat zou nog te begrijpen zijn, maar de berg, de berg, waar is die dan en wat is hij?
Hoofdstuk 206: Schabbi en de Messias. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Wel zal deze macht de satan worden ontnomen en de mensen zullen volledig onafhankelijk, vrij zijn om te doen en te laten wat ze willen. Daardoor zullen de goeden des te meer licht uitstralen en de innerlijk slechten echter des te erger en dieper de hel toebehoren. Want daar zal hun slechtheid niet op rekening van de satan, maar ten laste van hun hoogst eigen rekening komen en zij zullen eens door satan en zijn knechten des te kwaadaardiger onder handen worden genomen.
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik zeg jou en je metgezellen: Als jullie déze gouden sleutel niet gevonden en in je hart opgenomen zouden hebben, zouden jullie nooit de weg hierheen hebben gevonden! Wat het echter wil zeggen en wat het betekent dat jij en je metgezellen hierheen zijn gekomen, ook al is het door een kolossale storm in het uiterlijke leven, dat beginnen jullie nu al te bespeuren, - de nabije toekomst zal jullie pas naar het ware licht leiden! Pas als je Mij helemaal zult kennen, zul je ook begrijpen of Ik aanbeden kan worden of niet!"
Hoofdstuk 207: Een wijs en deemoedig hart om God te aanbidden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Deze woorden van Mij stemmen de Perzen erg tot nadenken en JURAH zegt tegen zijn metgezellen, terwijl Ik Mij naar de drie begaf, die uit de doden waren opgewekt, en hen lichamelijk liet verzorgen: "Vrienden! Zijn woorden zijn heel merkwaardig en klinken nog wonderbaarlijker dan zijn daden er uitzien, hoewel die al zodanig zijn dat wij nog nooit iets dergelijks zagen. Maar alle wonderen lijken op elkaar en een mens die daarin onervaren is, is blind en kijkt niet daar, waar hij het scherpst en aandachtigst toe zou moeten zien! De genezing van onze juwelier is wel buitengewoon verrassend, maar het is misschien niet onmogelijk zo iets op natuurlijke wijze tot stand te brengen. Wij weten natuurlijk niet hoe dat gedaan zou moeten worden, maar wij weten toch wel uit ervaring dat de Indiërs de beet van de giftigste slangen zonder kruid en sap en olie genezen. Hij heeft deze beiden ook zonder kruid, sap en olie genezen, hoe, dat weten wij niet -dat kunnen we ook niet weten!
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Na een poosje zegt SCHABBI tegen Jurah: "Laat ik je eens wat zeggen, want ik geloof dat er zich een heel wonderlijke zaak voordoet; maar deze wonderlijke zaak is en blijft iets zeer riskants! Veronderstel nu eens dat dit vrijwel zonder enige twijfel de Messias is, dan is Hij volgens Jesaja niet alleen de eenvoudige mens die hier met ons heeft gesproken, maar let wel, wat betreft Zijn ziel is Hij ook God, de enige ware van eeuwigheid! Maar als dat zo is, waar blijven wij dan? Hoe kunnen wij zwakke mensen voor Hem de Allerhoogste bestaan? Wat moeten wij nu doen, waar blijven wij nu?"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] SCHABBI zegt: "Hoorde je, dat in Jesaja geschreven staat: 'En Hij zal het omhulsel, waarmee de heidenen omhuld zijn, wegnemen.'! Dat betekent zo ongeveer: Aan deze vooraanstaande heidenen heeft Hij Zich reeds geopenbaard! Zij kennen Hem reeds en betonen Hem da~rom..zo eerbiedig hun genegenheid. Zij zullen reeds ten volle ervan overtuigd zijn, dat Hij, de eeuwige Almachtige, hen met één zucht voor eeuwig als los kaf kan wegblazen en daarom hebben zij de grootste hoogachting voor Hem en het lijkt mij, dat Hij hen reeds heeft overwonnen en dat de goede Joden vrij zijn! -Dat is zo mijn mening.
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Om al die kwade zaken te bestrijden, heb Ik jullie uit de vele duIzendmaaI duizenden mensen uit jullie land geroepen om deze lichte taak op jullie schouders te leggen, waarvoor jullie kracht en middelen ten overvloede bezitten om deze te volbrengen! Jullie loon zal eens in Mijn eeuwige rijk niet gering zijn!
Hoofdstuk 209: Over het gebed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Want wat een mens vrij van Mij wil hebben, moet hij zich uit eigen kracht bevechten! Jij, lief dochtertje, hebt tot op heden nog geen werkelijke strijd doorstaan en daarvoor was het de juiste tijd nog niet en ontbrak de ware gelegenheid. Dat komt voor ieder mens pas als Mijn dagtaak op deze aarde zal zijn beëindigd.
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Kijk, een soortgelijk tuintje heb ik ook in je hart aangelegd en Ik heb het rijkelijk voorzien van allerlei nuttige gewassen. Het onderhoud en de verdere verzorging van dit tuintje is nu helemaal voor jóuw rekening. Gebruik alle aandacht en ijver voor het onderhoud en de verzorging van dit tuintje, dan zul je binnenkort een rijke oogst binnenhalen! -Begrijp je deze beeldspraak wel?"
Hoofdstuk 210: De toekomst van Jarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Maak jij, Ouran, je dus maar geen zorgen over het nachtverblijf voor deze vele gasten; de goede en gezonde bodem zal hen allen goed herbergen! Wie door slaap wordt overmand, rust op een kussen van steen heel goed uit. Als de steen onder het hoofd hem hindert, is de mens niet moe en met erg rust behoevend en dan kan hij wel weer gaan staan en aan het werk gaan!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] En verderop vind je ook nog bij de profeet: 'En de Heer zal de tranen van alle aangezichten afwissen en de smaad van zijn volk in alle landen wegnemen!' Dat betekent: zeker ook bij ons in Perzië. Wij zullen zeker niet de eersten zijn bij wie Hij dat doet, maar toch zijn wij nu aan de beurt en dit schijnt het moment te zijn waarop Hij aan de Joden in andere landen heeft gedacht. Bij ons is Hij begonnen onze tranen te drogen en onze smaad weg te nemen! Aards gezien gaat het met ons bij wijze van uitzondering wel zó goed, dat wij ook in den vreemde geen reden hebben voor tranen en wij hebben geen smaad te verduren, maar er zijn daar nog duizenden broeders en zusters, die toch grote nood lijden. Zij worden door de heidenen vaak afschuwelijk gehoond en allerwegen veracht. Maar wij zijn heel goed in staat hen allen te helpen en in Zijn naam hun tranen te drogen van hun aangezichten en hun jarenlange smaad te delgen! De Heer, die nu kennelijk hier is, schijnt ons ook gered en naar deze niet zo hoge berg gebracht te hebben om ons als Zijn werktuigen te gebruiken bij degenen die in vreemde landen wonen. Dat is zo mijn opvatting van het geheel. -En nu ben jij aan het woord, mijn vriend!"
Hoofdstuk 208: De eerbied van de Perzen voor de heiligheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206  ...