10915 resultaten - Pagina 193 van 728
... 181 - 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 ...
[6] IK zeg: 'Ja, Ik moet eerlijk bekennen dat Ik jullie wat dit betreft niet veel meer hoef te zeggen; want jullie beiden vatten nu alles vanuit zo'n juist standpunt op, dat hierover weinig of niets meer te zeggen valt! Waarlijk, zoveel juist begrip heb Ik in heel Israël niet gevonden! Ik ben daarom ook in alle waarheid dat, waarvoor jullie beiden Mij houden. Maar nu hebben alleen jullie pas het heil van jullie leven herkend; er zijn in deze plaats echter meer mensen die bij jullie horen. Hoe willen jullie hun dat bijbrengen? In één keer, plotseling, mogen jullie dat niet doen, maar stukje bij beetje, omdat anders hun vrije wil grote schade zou ondervinden; maar dan blijft nog de vraag hoe jullie dat aan zullen pakken"Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] IK zei: 'Breng wat jullie hebben, vissen die vers zijn en vanochtend gevangen werden, bovendien brood en wat wijn! Doe zoveel, dat ook jullie betere buren er aan kunnen deelnemen en nodig hen daarvoor uit! Bij het morgenmaal zullen we dan enkele buitengewoon belangrijke en gewichtige dingen bespreken en uitleggen. Ik zal voor jullie een goed begin maken met het bekeren van je buren en zo jullie werk aanzienlijk lichter maken. Nu kunnen jullie gaan en je zaken in orde maken! Ik ga nu echter met Mijn leerlingen een uur rusten"
Hoofdstuk 207: Het strandgoed wordt verzameld en opgeborgen. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] Toen zei HIRAM: 'Ja, dat zal hij ook! O broeders, dat was een nacht, zoals we nog nooit hebben beleefd en waarschijnlijk ook nooit meer zullen meemaken! Maar laten we het er nu niet verder over hebben; bij het morgenmaal aan de tafels van Aziona zal jullie het een en ander duidelijk worden! Nu echter moeten jullie je klaar maken; want het morgenmaal zal niet lang op zich laten wachten!"
Hoofdstuk 207: Het strandgoed wordt verzameld en opgeborgen. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Zijn vrouw hoorde dit echter en zij vroeg hem welke heer hij eigenlijk bedoelde; want tot nu toe had ze gedacht dat ze vrije mensen waren die geen heer boven zich hadden.
Hoofdstuk 208: De voorbereidingen voor het morgenmaal - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Nu beginnen ook de leerlingen zich te roeren en op te staan uit het gras en van de banken. Enkelen gaan meteen naar de zee om zich te wassen; Ik doe dat echter niet en Aziona komt snel naar Mij toe om te vragen of Ik waswater nodig heb.
Hoofdstuk 209: Aziona en Hiram in gesprek met hun buren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Hier hebben jullie een tarwekorrel. Leg hem in de aarde! Hij zal gaan rotten en als datgene wat hij nu is onmiskenbaar vergaan; maar uit de ontbinding zullen jullie een halm zien groeien en daar bovenuit zal zich een aar ontwikkelen, voorzien van honderd korrels. Maar wie van jullie ziet nu die kracht in deze korrel, die er echter toch in moet zitten, omdat er anders uit deze ene korrel niet een aar met honderd korrels van dezelfde soort voort kan komen?
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] AZIONA zegt: 'Dat zal natuurlijk een beetje moeilijk zijn; want de anderen zijn nog meer cynici dan wij! Maar komt tijd komt raad, het zal wel lukken. Ik ben van mening dat het ook op geloofsgebied iets gemakkelijker is om met intelligente mensen om te gaan dan slechts met lichtgelovigen, die wel gauw iets als geheel waar aannemen, maar later helemaal niet in staat zijn om te beoordelen wat ze hebben aangenomen. Deze mensen hier kopen echter nooit een kat in de zak, maar ze bekijken de waar van alle kanten bij het licht; en als ze er dan een gunstig oordeel over kunnen vellen, nemen ze een echte en goede zaak ook tegen elke prijs aan. En daarom geloven wij dat wij met onze verwanten en metgezellen het ook wel gemakkelijk en goed zullen redden.
Hoofdstuk 206: Hirams getuigenis over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] EPIPHANES zegt: 'Ja, dat heb ik gehoord; dat had echter ook geheel het karakter van die Indo Perzische magiërs! Want die verstaan ook de kunst om zich direct met grootse en machtige woorden aan de leek voor te doen als scheppers van het vuur, het water en allerlei andere dingen, en lopen dan met een aureool rond dat iemand als Zeus zich amper zou geven als hij zou bestaan en de aarde zou betreden. Wel, je hebt het immers zelf gezien in Memphis, met wat voor een verschrikkelijk pathos de magiërs daar hun voorstellingen gaven! Uiteindelijk hadden ze zelfs ook ons verstand voor ruim driekwart om de tuin geleid en wij waren al bijna zover dat we hen zouden aanbidden. leder die iets buitengewoons tot stand kan brengen, kan ook met een goed geweten grootse dingen over zichzelf zeggen; en bij hem zal dat wel niet minder het geval zijn! Maar wat me hier nu echter werkelijk opvalt is, zoals ik al opmerkte, de wijn. Waar heeft Aziona die vandaan gehaald?"
Hoofdstuk 210: Epiphanes, de filosoof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Ik zegje: Deze geest is het, die alles in de mens schept en ordent; de ziel is echter als het ware slechts zijn substantiële lichaam, zoals het stoffelijke lichaam een behuizing is voor de ziel, en dat zo lang, tot deze hierin een bepaalde degelijkheid heeft bereikt. Is dit gebeurd, dan gaat de ziel meer en meer over in de geest en zodoende ook in het eigenlijke leven, dat in en op zichzelf een ware kracht is en het waarste licht, en voortdurend uit zichzelf de ruimte, de vormen, de tijd en de duurzaamheid van de vormen hierin doet ontstaan, deze met leven vervult en zelfstandig maakt. En zoals deze voortkomen uit de oneindigheid en eeuwigheid van het volledig ware leven, bevatten zij daarvan ook voor en in zichzelf het oneindige en eeuwige voor alle tijden der tijden en eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Jullie denken nu weliswaar bij jezelf 'Ja, dat is wel met een korrel het geval die weer als zaad in de aarde gezaaid wordt; maar wat gebeurt er met de korrels die tot meel worden gemalen en dan als brood door mensen of ook door dieren gegeten worden?' Ik zeg jullie: Waarlijk, die korrels zijn er nog beter aan toe; want daardoor gaan zij al in een meer volkomen leven over, waarin ze zich dan als een geïntegreerd deel van een hoger leven evenzeer, en nog meer echter in zichzelf, in talloze ideeën en levendige begripsvormen kunnen vermenigvuldigen; alleen het zeer materiële kaf wordt als uitwerpsel uitgescheiden, waardoor het dan echter ook tot een meer edele vruchtbare humus van de aarde wordt, waaruit zich de kiemgeest in de verschillende zaadkorrels vormt en de onsterfelijkheid aantrekt. Wat er echter met het stro en het kaf van de planten gebeurt, gebeurt op een nog veel edeler manier met het vleselijk lichaam van de mens.
Hoofdstuk 211: De mens als onvergankelijk wezen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] U heeft weliswaar iets van een oergoddelijke geest gezegd, die zich ongeveer op dezelfde manier in de ziel bevindt als de ziel in het lichaam, en dat deze geest als schepper van de mens in het oneindige en eeuwige, omdat hij zelf identiek is, geheel thuis is in deze begrippen en alles doordringt met zijn eeuwige licht en zijn eeuwige leven. Nu, dat klinkt wel zeer wijs en ook zeer mysterieus -iets, wat nog altijd alle theosofen, wijzen, priesters en magiërs eigen was, wat echter overigens hier geheel niet ter zake doet -; maar waar en hoe kan een mens zich met deze geest van hem in verbinding stellen op een manier die hem goed en duidelijk bewust is, zodat hij met deze geest kan samenwerken, opdat hij daardoor een volmaakt goddelijk geestelijk mens wordt, alles helder inziet en begrijpt en met de macht van zijn oerwil een ware heer en meester van de hele natuur zal zijn? Dat, goede meester, is een heel andere vraag!
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Als de leer bij iemand anders echter wel gewerkt heeft en alleen bij jou niet, dan zou het natuurlijk duidelijk alleen aan jou liggen, en dan zou je hetgeen je verzuimd en nagelaten hebt ijverig moeten inhalen om ook precies hetzelfde te bereiken als je buurman. Maar als niemand iets bereikt zou hebben, ook al had hij de door de nieuwe leer opgelegde plichten nog zo strikt vervuld, wel, dan zou het pas tijd zijn om een dergelijke valse leer de rug toe te keren"
Hoofdstuk 213: De noodzaak van het ware, heldere geloof - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik zou nu wel tegen u kunnen zeggen: 'Vriend en meester, geef mij nu een staaltje van deze kracht die leeft in uw woord, dat doordrongen is van uw wil!'; maar bij mij althans is zoiets niet nodig, omdat ik me altijd liever door heldere, wijze en krachtige woorden, dan door tekenen laat onderrichten. Mocht het echter zo zijn dat u mij een keer zo'n extra bewijs wilt geven, dan zal het mij en ook mijn buren niet schaden. Maar dit moet u slechts als een wens opvatten en zeker niet als een of andere eis!"
Hoofdstuk 216: De wonderbaarlijke kracht van het woord. Onderwijzen is beter dan wonderen doen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Deze vorst heet 'satan', dat betekent leugen, bedrog, trots, hebzucht, eigenliefde, afgunst, haat, heerszucht en moordlust en allerlei hoererij.
Hoofdstuk 220: Het doel van de kruisiging van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'O vriend, tegen jou zeg Ik: Als het mogelijk zou zijn om de lijdenskelk aan de kant te schuiven, zou het ook onmiddellijk gebeuren; maar helaas is dit onmogelijk en daarom laten we het nu rusten! Je weet nu dat dit zal gebeuren en ook waarom, en meer is niet nodig. Wanneer Ik echter ben opgestaan, zal Ikzelf jullie dopen met de Heilige Geest uit Mij, en deze zal jullie dan pas in alle wijsheid en macht binnenleiden en dan zullen jullie, als jullie volgens Mijn leer zijn blijven leven, tot alles waartoe Ik nu in staat ben ook als Mijn ware kinderen in staat zijn. Zeg Me nu weer hoe dit aanbod en deze belofte je bevalt!";
Hoofdstuk 221: Epiphanes' voorstellen ter vermijding van de dood van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)