Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 194 van 1166

...  182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207  ...
[9] Door deze nieuwe leer zo precies mogelijk op te volgen wordt de in de mens aanvankelijk zeer gebonden geest vrijer en vrijer, groeit en doordringt tenslotte de gehele mens en betrekt op die manier alles bij zijn leven, dat een leven van God is en daarom eeuwig moet duren en wel zo gelukkig mogelijk!
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar dat kan een mens alleen maar bereiken door het precieze en oprechte volgen van de leer die de heiland uit Nazareth nu aan de mensen verkondigt.
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] SUETAL zegt: "Vriend, veel tevredener dan met die van de ontzettend wijze Mathaël! Wat u mij nu heeft gezegd is wel net zo bijzonder wijs als wat Mathaël heeft gezegd, en in zeker opzicht nog wijzer, maar bij Mathaël wordt het iemand angstig en bang te moede omdat je daar het overzicht verliest. U heeft echter met uw heel eenvoudige woorden mij de zaak tenminste zó duidelijk gemaakt dat ik me niets duidelijkers kan indenken. Ik weet nu precies wat ik moet doen en wat daar noodzakelijkerwijs op volgt. Ik ben dan ook geheel tevreden, omdat mij geen verdere vraag meer overblijft."
Hoofdstuk 53: Hoofdlijnen van de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] RIBAR zegt: "Vriend, als hij er nog een wil doen, laat hij dan van de steen die ik nu in mijn handen houd, één van de edelste vissen maken die hier in deze zee leven!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] RIBAR zegt: "O, maak je daarover maar geen zorgen! Ik heb een beetje van Simson weg en ben al vissen van honderd pond de baas gebleven! En verder sta ik nu al heel stevig op mijn benen."
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen de vis zich in zijn element bevond, werd hij natuurlijk rustig en allen gingen nu naar de kuip en keken vol verwondering naar de grote vis, en RIBAR zei: "Nu ben ik met al mijn onbetekenende wijsheid verslagen en ik geloof nu beslist al hetgeen ik over de grote meester heb gehoord! Hier houdt alle wijsheid van de mensen op en de heerlijkheid van God openbaart zich op een maar al te letterlijke, werkelijk tastbare wijze! Mathaël heeft met ieder woord gelijk en de vriend ook, aan wiens goedheid wij de twee nooit eerder vertoonde wonderen te danken hebben. Daarom zeg ik: Groot, groot is God en eeuwig geprezen zij Zijn heerlijke naam, omdat Hij ook aan mensen op deze wereld zo'n macht heeft gegeven! Wij zijn weliswaar helemaal niet waard om zulke zuivere godswonderen met onze zondige ogen te zien, maar omdat God Zelf ons daartoe waardig heeft geacht, zij Zijn heerlijke naam eeuwig geprezen!"
Hoofdstuk 54: Het wonder van de vis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dan zegt RAPHAËL zich omkerend en nog meer lachend, terwijl hij met Mijn toestemming een oergezonde ezel naast Ribar neerzet: "Kijk, net zoals er nu écht één naast je staat!"
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] RAPHAËL zegt: " Als ik mocht, zou ik dat ook heel graag doen, maar ik mag ondanks al mijn almachtige kracht, die de eeuwige meester aller dingen mij geeft, niet vóór de tijd uit de school klappen.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Helpen kan ons alleen maar zijn leer, waarvan wij de hoofdlijnen reeds van deze vriend hier hebben gehoord. Daar zijn wij voorlopig ook heel tevreden mee. Als wij eenmaal, door ons zo goed mogelijk aan de goddelijk zuivere leer te houden, volmaakter worden dan wij nu zijn, zal het zeker de grootste zaligheid voor ons zijn ooit ook persoonlijk met de grote meester kennis te maken. Maar schenk de hierheen getoverde ezel voor ons aan onze gastheer hier, want wij hebben verder mets om hem voor het genotene te kunnen betalen.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MARCUS zegt: "Het is mij niet toegestaan dat te vertellen, stel je dus tevreden met dat wat ik jullie nu heb gezegd" -Met deze woorden gaat Marcus op Mijn geheime aanwijzing weg, neemt meteen de ezel mee en geeft hem aan een van zijn zoons om er voorlopig voor te zorgen.
Hoofdstuk 57: De kennismaking vordert ongemerkt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Iedereen ging aan de tafels zitten, waarvan er nu door de vlijt van de oude Marcus en zijn beide zonen, die ook verstand hadden van timmerwerk, vier extra stonden. Marcus had namelijk een aardige voorraad eiken planken liggen voor de bouw van zijn vissersboten, en in een ondeelbaar ogenblik vergrootte Raphaël met Mijn toestemming die voorraad behoorlijk, Daarom kostte het Marcus niet veel moeite meteen een aantal eettafels met bijbehorende zitbanken in zijn boomgaard te vervaardigen.
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan richt SUETAL zich tot Ribar, terwijl hij hem aan zijn mantel trekt en zegt: "Ribar, de vraag en het onderwerp waarover het hier gaat, is uiterst belangrijk, vooral voor ons Joden. Misschien kun jij ons daarover uitsluitsel geven, omdat jij naar mijn weten geen totale leek bent op het gebied van de Schrift. Kijk, alle grote beloften vanaf -zeg maar -Adam tot bijna aan onze tijd toe, kennen wij. Volgens deze zeker niet uit de lucht gegrepen beloften verwachten wij een Messias die met name de Joden, als het oude volk van God, bevrijden zal van alle mogelijke lichamelijke en geestelijke kwalen! Wel, de daden van de beroemde heiland hebben wij met eigen ogen gezien en nog meer hebben wij uit de meest recente ervaringen van oog en oorgetuigen met onze eigen oren gehoord, wat hij allemaal doet en heeft gedaan. Mijn vraag is, of God Zelf, neerdalend uit Zijn hoogste hemelen op de aarde, méér zou doen en wonderbaarlijkers, dan de heiland uit Nazareth! Het antwoord op deze vraag kan alleen maar 'Nee' zijn.
Hoofdstuk 56: Het wonder van de ezel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Raphaël ging tussen Suetal en Ribar in zitten, Aan Mijn tafel, waar wij in dezelfde volgorde naast elkaar zaten als de vorige dag, werd ook Mathaël met zijn vier metgezellen geplaatst en hij moest tussen Julius en Cyrenius gaan zitten. Aan Mijn rechterhand zat Jarah weer, naast haar Josoë, dan Ebahl en naast Ebahl Mijn leerlingen, respectievelijk apostelen.
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Aan de andere tafels zaten natuurlijk de mensen uit het gevolg van Cyrenius en Julius, en de dertig jonge Farizeeën met hun woordvoerder Hebram aan het hoofd zaten achter Mijn rug aan een lange tafel, zodanig dat zij zowel op Mijn tafel als op de kleine tafel van de twaalf konden kijken.
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Heb je ooit gevraagd of God werkelijk zo'n veelvraat is?! Nee, dat heb je niet, want je wist dat daar alleen de dienaren van God de veelvraten zijn! Wat betekenen mijn acht vissen tegenover de honderd ossen, koeien, kalveren en zo meer?! Als de dienaren van God in de tempel zich ongestraft het recht mogen toeëigenen zo ontzettend veel in naam van God te verteren, waarom zou ik dan moeten vasten, terwijl ik toch meer dienaar van God ben dan de veelvraten in de tempel?"
Hoofdstuk 58: Raphaël weerlegt de kritiek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207  ...