Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 194 van 1490

...  182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207  ...
[7] In dezelfde mate is ook de natuur van deze aarde een ware moederborst voor de mensen als zij zich niet door allerlei onnodige verwennerij van haar verwijderen. Maar als de mensen zich eenmaal hebben verwijderd van deze grote moederborst en zich hebben geïsoleerd van haar versterkende werking, vergaat het hun natuurlijk, wanneer zij aan haar melkrijke borst komen, als een volwassen man, die bij een moeder de melk moet drinken. Hij walgt er van zodat hij moet overgeven. Wat hem als kind kracht gaf en zeer goed voedde, dat zal hem, als man die de moederborst reeds lang ontgroeid is, ziek maken en een zwakke maag bezorgen.
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Mozes zei: 'Eer vader en moeder, dan zult u lang leven en het zal u wel gaan op aarde!' Daarmee bedoelde Mozes niet alleen de vader die u verwekt en de moeder die u baart, maar eveneens de aarde en haar steeds nieuw leven barende kracht. Die moet de mens óók niet de rug toekeren, maar metterdaad hoog in ere houden en dan hij zal die zegen daarvoor ontvangen, die Mozes voor het lichaam heeft beloofd. Het in ere houden van de lichamelijke vader en moeder is goed en noodzakelijk als de omstandigheden zich daartoe lenen en het ook doenlijk is. Als de belofte van Mozes een woord van God is, dan moet deze, net als het zonlicht, ook een algemene en door niets te stuiten uitwerking hebben!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Veel kinderen worden vaak op wegen en straten gevonden. Ontaarde moeders hebben hen in hun geilheid ontvangen en al gauw na de geboorte ergens te vondeling gelegd. Zulke vondelingen worden door een warmvoelend, barmhartig iemand opgenomen en verzorgd; deze weldoeners zijn ze dan ook alle liefde en eerbied schuldig. Mozes zegt niets over zulke pleegouders, maar alleen over de echte ouders!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Het is dus enerzijds duidelijk en nu meer dan bewezen, dat alles wat Mozes gesproken en verklaard heeft, het zuivere woord van God is en daarom in eeuwigheid geen onzin kan bevatten. Anderzijds echter , als men de wet van Mozes op de oude, gewone, domme manier zó uitlegt en in acht neemt, zoals deze tot nog toe werd uitgelegd en ook in acht werd genomen, moet het voor de rechterstoel van elk beter menselijk verstand klinkklare onzin zijn!
Hoofdstuk 211: Uitleg van het vierde gebod. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Ouran is nu in zijn nopjes en zegt, dat hij nog nooit zo'n echt praktische wijsheid heeft horen verkondigen en dat hij van plan is deze raad ook altijd zorgvuldig op te volgen. Onze Perzen verwonderen zich er echter nog het meest over .
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar dat voorschrift is ook een echte kameel waarop de Farizeeën al heel veel valse en slechte waren als echte de tempel hebben binnengesmokkeld, die het volk tegen de hoge prijs van zijn morele vrijheid voor volkomen echt moet kopen. Dat is een kwalijke zaak. Mij lijkt zo'n voorschrift, dat slechts aan bepaalde mensen een exclusief voorrecht geeft, een duivels gat waardoor de satan altijd binnen kan komen in het heiligdom. Deze bevoorrechte heiligen overschatten zichzelf, worden eerst in zekere zin op een vrome wijze trots en met een heilig geurend profetenaureool omgeven, maar later worden zij dan in volle ernst heerszuchtig en tiranniek, hoogmoedig en mateloos trots, - maar zitten nog steeds op de zetels van Mozes en Aäron! Ik vind echter broeder, - weet je, zo onder vier ogen! -dat dan de satan maar beter zelf meteen deze heilige zetels in beslag zou kunnen nemen! En door zulke ware plaatsvervangers van de satan op de zetels van Mozes en Aäron zijn heel kwade, menselijke voorschriften in de plaats gekomen van de goddelijke en wij moesten ze slikken, omdat het kameelachtige 'hellegat' voorschrift beveelt te luisteren naar hen, die op de heilige zetels zitten en te doen, wat zij bevelen.
Hoofdstuk 212: Het vierde gebod volgens de Farizeeën. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar herinner je eens, hoe vaak Ik deze valse afstammelingen van Mozes en Aäron door de mond van geheiligde profeten heel ernstig heb laten vermanen en hoe vaak Ik hen met de strengste roede heb getuchtigd! Wat heeft dat echter voor nut gehad? Het ging een poosje weer beter, maar daarna al gauw weer nog slechter dan vroeger, tot het nu zo slecht is geworden dat het wel nooit meer slechter kan worden. Zij hebben de maat van alle slechtheid vol gemaakt, nog slechts een paar druppels en dan zal het overlopen en allen, als een zondvloed van Noach, de ondergang brengen. Daar kun je volledig van verzekerd zijn!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Daardoor werd het dubbele gebod van God ook dubbel verdrongen en in plaats daarvan werd een puur hels menselijke bepaling ingevoerd, die natuurlijk voor God, omdat deze geheel tegen Zijn orde ingaat, een gruwel der gruwelen moet zijn. Want ook een maar enigszins zuiver denkend mens moet daar bij de eerste blik al zien dat zo'n bepaling nooit en te nimmer goddelijk, maar slechts van zuiver helse en satanische oorsprong kan zijn! Maar aan dit alles zal nu al gauw een eind komen en dan zal er niet veel meer overblijven om tegen te ageren.
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Vriend, het uur is nog niet gekomen waarin de duistere vorst van de wereld berecht zal worden, maar het is al heel dichtbij! Maar ook als hij berecht zal zijn, zullen er maar al te gauw toch mensen komen die in die tijd met Mijn reine wetten nog erger zullen handelen dan de satan zelf. Op deze aarde zal het licht altijd met de duisternis moeten strijden!"
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Zoals met veel andere, is het ook gegaan met het voorschrift van het offer in de tempel dat in de plaats is gekomen van het Mozaïsche voorschrift van de kinderplichten ten opzichte van de ouders. In het begin leek het heel goed en rechtvaardig en had het alleen betrekking op die kinderen waarvan de ouders, zoals vaak het geval is, echt uitvaagsel van de mensheid waren. Deze ouders hadden merkwaardig genoeg vaak heel goede en brave kinderen, die vertrouwend op God, het oerslechte van hun lijfelijke ouders zeer wel onderkenden en inzagen. De eisen die hun slechte ouders aan hen stelden, deden hun haren te berge rijzen, maar in het onbegrepen voorschrift van Mozes stond, dat de ouders vóór alles door gehoorzaamheid geëerd moesten worden!
Hoofdstuk 213: De Heer legt het voorschrift van de Farizeeën uit. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Valt de blinde ontucht onder deze rubriek, of soms de stomme, sodomitische zonde, of misschien wel een verhouding met een heel begeerlijke vrouw van een andere man? Moet men, om geheel kuis te zijn, deze sterkste van alle natuurdriften helemaal onderdrukken? Maar als dat zo is, dan is het echtelijke bed toch zeker ook niets anders dan een plaats voor een, als zedelijk geldend, bedrijven van onkuisheid. Want wie staat er voor in dat de man niet vaker met zijn aantrekkelijke vrouw gemeenschap heeft dan alleen maar voor het verwekken van een vrucht?!
Hoofdstuk 214: Wat is onkuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Deze daad mag niet buiten de sfeer van de ware naastenliefde plaats vinden. Een hoofdregel voor de ware naastenliefde luidt echter: 'Doe uw naasten datgene, wat u zelf wenst dat uw naasten u zullen doen!'
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] En toch zou deze man geen zonde tegen de kuisheid begaan hebben, want hij voelde serieus de drang om zijn zaad niet buiten een goed vat te verstrooien waardoor een weg tot menswording zou worden afgesneden. Maar anderzijds is de handeling toch zondig, omdat daardoor de ware naastenliefde erg veel geweld werd aangedaan!
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] IK zeg: "Ja, zo is het en zo zal het ook eeuwig blijven. -Maar nu komen de uitgezonden schippers met hun dode mensen terug, daar moet deze knecht van Mij naartoe om hen te helpen de lijken op de juiste manier neer te leggen, omdat anders hun genezing morgen moeilijker zou zijn!"
Hoofdstuk 215: De zonde tegen de kuisheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Met alles wat er na dit avondmaal op de sabbat was gebeurd, zou een volledige dagtaak toch wel gevuld zijn. Maar men houdt in de hemelen nooit op met goed te doen, net zoals de hel ook nooit ophoudt met kwaad te doen en zo werd er voor deze sabbat ook nog iets heel bijzonders tot het eind bewaard, waardoor voor middernacht nog werk verricht moest worden.
Hoofdstuk 216: Strijd van de Farizeeën over de goddelijkheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207  ...