10915 resultaten - Pagina 194 van 728
... 182 - 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 ...
[3] Petrus, Jacobus en Johannes vroegen naar Mij en Epiphanes zei, dat Ik naar het huis was gegaan vanwege de maaltijd. Weer vroegen ze degene die hen gewekt had, waar ze nu waren en deze zei: 'Op de oude plek, die nu echter een heel ander aanzien heeft gekregen door de macht van die Ene!'Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Ik zal grote achting hebben voor degene die mij deze vraag zuiver en waar kan beantwoorden en tegelijk zo, dat het vruchten afwerpt voor het leven. Maar met die bekende mysterieuze nietszeggende frasen moet hij bij mij niet aankomen; want daarmee heeft nog nooit iemand iets goeds en waars geleerd en dat is precies de reden, waarom de gehele mensheld in haar spirituele intelligentie nooit verder en hoger is gekomen~ maar alleen maar steeds verder is afgedaald. Daarom moet Iedereen die zijn medemens iets hogers wil leren, duidelijk en begrijpelijk praten, anders doet hij er veel beter aan om te zwijgen. Wie magiër is en wonderlijke dingen tot stand kan brengen, laat die dat tot vermaak van de onwetende mensheid zo mysterieus en geheimzinnig doen als hij maar wil; want dan is dat op zijn plaats en berokkent niemand schade. Wanneer een magiër echter leerlingen in zijn vak wil opleiden, die mettertijd hetzelfde moeten presteren wat hij zelf presteert, moet hij alle geheimzinnigheid aan de kant zetten en in plaats daarvan zich aan de zuivere en onverbloemde waarheld houden.
Hoofdstuk 212: Twijfel en vragen van Epiphanes - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] IK zeg: 'Ja, Mijn beste vriend Epiphanes, anders had Ik je dat niet gezegd! En hoe dat mogelijk is, heb Ik je al eerder gezegd en zelfs ook duidelijk uitgelegd, - en Ik voeg er ook nog aan toe, dat Mijn echte leerlingen mettertijd op deze aarde nog grotere dingen zullen doen en tot stand brengen dan Ik nu heb gedaan. Maar natuurlijk moeten al Mijn echte leerlingen steeds blijven erkennen en weten, dat ze alleen dan in staat zijn zoiets tot stand te brengen, als ze in hun geest volledig één zullen zijn met Mijn geest en bij iedere gelegenheid in hun geest met Mijn geest zullen overleggen of dit ook noodzakelijk is om een goed doel te bereiken. Want als iemand, al leeft hij nog zo precies volgens Mijn leer, het nodig acht een teken te verrichten ter bevestiging van zijn hoogste zending omdat een machtig iemand dat van hem vraagt, of zelfs om zijn lichamelijk leven te redden, en Ik hem in zijn geest zou zeggen: 'Doe het niet; want het is nu niet Mijn wil!', moet de leerling ook precies willen wat Ik wil; mocht hij dan echter toch van plan zijn om een teken te verrichten, dan zal hij er niet toe in staat zijn, omdat Mijn wil niet één is met de zijne.
Hoofdstuk 217: De wonderbaarlijke verandering van het gebied. Wilsvrijheid opgaan in Gods wil - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] EPIPHANES zegt: 'O, dat is de volmaaktste waarheid en het is me ook zonder enige verdere uitleg helemaal duidelijk! Laten we aannemen dat ik of iemand anders een nieuw woonhuis wilde bouwen. Hij raadpleegt daarvoor een bouwkundige, die hem in woord en beeld moet uitleggen hoe hij als aannemer zijn huis moet bouwen. Daarna volgt de aannemer echter niet de raad van de verstandige bouwmeester op, maar omdat hem dat allemaal te moeizaam en te tijdrovend lijkt, voegt hij liever zelf stenen en balken zonder enige verbinding samen, trekt dan in zijn nieuwe woning en woont er een korte tijd heel behaaglijk, zonder gevaar te vermoeden. Dan komt er 's nachts echter een grote storm die tegen de wankele muren van het huis beukt, en deze storten al spoedig in en doden de eigenaar die tevens de bouwmeester is. - Wat heeft deze er nu bij gewonnen dat hij de raad van de verstandige bouwmeester niet wilde opvolgen?!
Hoofdstuk 219: Epiphanes' moed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] En IK zei tegen hen: 'Hoe kan het nu dat jullie zo verbaasd zijn over dit teken? Heb Ik bij Marcus niet iets dergelijks tot stand gebracht?! Het enige waar men hier verbaasd over zou kunnen zijn is eigenlijk alleen maar, dat jullie midden in Mijn gesprekken met deze Grieken hier zo goed hebben kunnen inslapen! Maar het vlees, het bloed heeft inderdaad ook rust nodig, we est nu echter wakker opdat niemand van jullie in verleiding gebracht wordt!
Hoofdstuk 222: De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] IK zeg: Als Ik je echter zeg dat je daarvoor absoluut geen angst hoeft te hebben, kun je wel rustig zijn! Degenen die hier nu te zien waren zullen nooit weer terugkeren, en een tweede of zelfs derde achterhoede nog minder, want het is algemeen bekend dat.de Galilese zee om deze tijd zeer stormachtig is, en behalve door enkele vissers wordt hier weinig gevaren omdat men de stormen niet vertrouwt, -en over enkele maanden is deze hele gebeurtenis zo goed als vergeten!
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Want ook al wordt er zeker naar Jeruzalem bericht dat degenen die er op uitgestuurd zijn om Mij op te sporen ergens aan zee verongelukt zullen zijn, omdat men ondanks al het zoeken niets meer van hen kan vinden dan zal in de tempel slechts door de speciaal daarvoor aangestelde tempeldienaren, zowel mannen als vrouwen, drie uur lang ceremonieel geweeklaagd worden en daarna denkt niemand in de tempel meer aan de verongelukten, maar men zal echter weer anderen voor hetzelfde doel uitsturen, hen uitrusten met volmachten, geld en de nodige wapens en hen wegzenden met allerlei strenge opdrachten; dezen trekken er dan op uit en keren meestal onverrichter zake weer naar huis terug, of vaak ook helemaal niet, zoals zij die ons gisteren bezochten. -Nu weet je precies hoe de zaken er voor staan, en kun je zonder schroom behouden wat Ik je geef en wat Ik voor je bescherm en veilig stel"
Hoofdstuk 223: Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Alleen de Schrift van de joden bevat de volle waarheid, echter niet onthuld, maar verhuld in overeenkomstige beelden, en wel om de zeer wijze reden, dat de heiligheid van de daarin aanwezige waarheid door de eigenlijke, onreine kinderen van deze aarde niet verontreinigd en ontheiligd wordt.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Een veel kleiner deel van de mensen op deze aarde is echter alleen maar wat het lichaam betreft van deze aarde, maar wat de ziel betreft komen ze ofwel van de verschillende sterrenwerelden of soms zelfs als zuiverste engelgeesten uit de zuivere hemelen van de geesten. Dat zijn tot nog toe echter de minst voorkomende.
Hoofdstuk 225: Kinderen van God (van boven) en kinderen van de wereld (van beneden) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Nu zijn er echter op deze aarde ook mensen die als kinderen van buitengewoon rijke ouders alle mogelijke opvoeding en ontwikkeling genoten hebben. Maar toen ze ouder werden en belangrijke functies en hoge eervolle posities kregen, voer de duivel van de hoogmoed in hun hart. Ze begonnen te heersen, hun medemensen te haten, te bedriegen en te onderdrukken en zich helemaal over te geven aan de lust van hun zinnen. Hun hemel, waar ze vol begeren naar streefden, was een uiterst luxueus leven in alle weekheid, pracht en weelde. Wie hen niet wilde dienen werd op de meest gruwelijke wijze vervolgd en zonder enig pardon te gronde gericht.
Hoofdstuk 226: Het leven van de wereldmensen aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] (DE HEER:) 'Jij, Epiphanes, dacht wel bij jezelf dat ook een uit verschillende afzonderlijke gedachten samengesteld idee een beeld kan zijn dat reeds een soort begrip is en daarom ook wel tot de tegenpool kan behoren, ja, zelfs ook een afzonderlijke op zichzelf staande, heel duidelijke gedachte! Daar heb je helemaal gelijk in; als dat zo is, is echter de op die manier gefixeerde gedachte en eveneens een dergelijk idee geen eigenlijk idee meer, maar reeds een op zichzelf bestaand afzonderlijk begrip, omdat dit als een goed gevormd beeld of als een reeds geordende handeling tegenover de ziel staat en zodoende de tegenpool van de levenspool uitmaakt.
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Zie, de hele schepping en alles wat jullie met je zintuigen ook maar waarnemen zijn gefixeerde gedachten, ideeën en voorstellingen van God, - ook jullie mensen wat jullie zintuiglijke lichaam betreft; en voor zover de ziel met het lichaam verbonden is door zijn zenuw en bloedether, is ook zij in het gericht en bevindt zij zich derhalve in de dood ervan, waaruit ze zich echter kan bevrijden door met behulp van haar vrije wil volgens Gods wetten het puur geestelijke na te streven; zo kan zij geheel één worden met haar geest uit God, waardoor ze derhalve door haar zelfwerkzaamheid zelfstandig van haar oude dood in het vrije eeuwige leven is overgegaan.
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wordt een mens echter vanaf de wieg met niets anders in zijn bewustzijn verrijkt dan alleen met wat het lichaam dient, dan zal ook zijn liefde zich geheel naar de materie wenden en spoedig geheel en al daarin actief worden om zoveel mogelijk materiële schatten te verzamelen en hierdoor het vlees zoveel mogelijk genoegen te bezorgen. In zo'n geval gaat de ziel dan geheel over in de materie, zijnde de tegenpool van de absoluut vrije geest van God, en vormt zo met de tegenpool, daardoor gevangen, zelf ook de tegenpool. Het onvermijdelijke gevolg hiervan is het gericht in en door zichzelf, de vloek van het leven naar de dood en zo ook in zekere zin de eeuwige dood zel( En wie is daar schuldig aan dan alleen de mens zelf, die dit zichzelf heeft aangedaan door zijn bewustzijn, zijn wijze van liefhebben, willen en handelen!
Hoofdstuk 229: De beide polen van het bestaan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Hij moet zich precies houden aan de tien geboden die door Mozes aan de mensen zijn gegeven, en deze bestaan samengevat hieruit, dat men ten eerste vast gelooft aan een waarachtige God, Hem boven alles uit alle macht liefheeft, zijn broeders en zusters echter gelijk zichzelf en in geval van nood zelfs meer!
Hoofdstuk 230: De weg naar de verlossing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Zoals Ik jullie al eerder verteld heb, kan zo'n ziel daar nergens anders terecht komen dan alleen bij haars gelijken. Ieder van jullie kan zich gemakkelijk voorstellen hoe het haar na korte tijd daar kan vergaan; haar gezelschap is immers precies zoals zijzelf en na een tijd nog iets erger, omdat na een bepaalde periode de boosheid en woede daarvan steeds erger worden; want bij de materiële zielen heeft alles nog zijn grenzen, alleen de hoogmoed en de heerszucht niet, wat reeds menige koning in de voorgeschiedenis gedurende zijn leven maar al te duidelijk heeft gemaakt, door zich aan zijn volk als een vorst te presenteren en te verlangen dat het hem als de enig ware god zou aanbidden en hem met allerlei door hem geëiste offers zou vereren. De bekende geschiedenis van de vroegere koning Nebukadnezar van Babylon laat dat maar al te duidelijk zien.
Hoofdstuk 232: Leiding aan gene zijde en wederbelichaming - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)