Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 195 van 1110

...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...
[8] Dat wisten jullie weliswaar niet en dat konden jullie ook niet weten; maar jullie konden wel reeds weten, dat een van ons niet door de Heer in deze zichtbare vorm ontboden wordt om tot jullie ergernis als veelvraat of grappenmaker of sneltovenaar op te treden, maar om in vele opzichten nuttig voor jullie te zijn, en om jullie een tastbaar bewijs te geven van de aanwezigheid en de macht van de engelen Gods! Als jullie dat echter beseffen, hoe kunnen jullie dan spitse opmerkingen maken over mijn eten?"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] RAPHAËL zegt: "Die dank komt alleen de Heer toe, die zowel jullie als onze Vader is van eeuwigheid! Gebruik deze les echter ook bij alle andere ervaringen en verschijnselen die je in je leven meemaakt, dan zullen jullie ons engelen binnen korte tijd als waardige broeders terzijde staan! Niets moeten jullie bekritiseren of daarom lachen, uitgezonderd leugen en bedrog! Want de leugenaar moet altijd aan de kaak gesteld worden en de bedrieger moet aan de schandpaal om de vrucht te proeven van leugen en bedrog!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] In alle andere gevallen moeten jullie de dwalende mensheid vriendelijk onderwijzen. Richt zij zich daarnaar, dan is alles in orde; richt zij zich daar niet naar, dan kunnen jullie je boog wat strakker spannen! Helpt ook dat niet, sluit dan zulke eigenzinnigen op in een opvoedingstehuis en laat ze vasten en indien nodig ook tuchtigen met roeden, want bij een juiste en goede opvoeding mag de roede niet ontbreken! Ook wij, jullie geheime opvoeders, bedienen ons daarvan bij mensen die eigenzinnig en erg halsstarrig zijn. Dus bewaar ook deze leer en pas hem toe waar dat nodig is, dan zullen jullie je temidden van mensen bevinden, anders alleen maar temidden van allerlei wilde dieren, die menselijke maskers dragen!"
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] IK zeg: "Mijn vriend, je geheugen laatje weerbehoorlijk in de steek! Een aantal dagen geleden heb ik jullie toch uit en te na verteld wat engelen zijn en hoe zij denken, willen en handelen, en nu vraag je daar alweer naar! Als zij slechts vormen zijn die door Mijn wil bestuurd worden, wat hebben zij dan van zichzelf? Wat kunnen zij zelf denken terwijl zij toch slechts een uitvloeisel van Mijn wil en een vergaarbak van Mijn gedachten, ideeën en plannen zijn?
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Als zij zelfstandig moesten denken, willen en handelen, zouden zij net als jullie eerst aan de kindertafel moeten eten en in jullie lichaam deze aarde moeten zegenen! Daaruit blijkt toch wel zonneklaar dat hetgeen de engel Raphaël jullie nu gezegd heeft, Mijn woord, Mijn taal en Mijn wil is, die jullie op gelijke wijze in acht moeten nemen als wanneer Ik hem Zelf rechtstreeks uitgesproken zou hebben.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Jullie moeten Mijn woorden beter ter harte nemen, dan vergeet je deze niet zo gauw, want alles wat je eenmaal echt ter harte hebt genomen, blijft beslist ook vast in je herinnering zitten en als je het nodig hebt, Iaat je geheugen je niet in steek. Maar als je datgene wat Ik gezegd heb alleen maar in je geheugen wilt opnemen, zul je het voor het merendeel binnen een jaar minstens honderd keer vergeten; want op latere leeftijd is het geheugen niet meer zo soepel als in de jeugd. En de jeugd vergeet al gemakkelijk wat zij geleerd heeft, laat staan de ouderen. Maar wat je eenmaal ter harte genomen hebt, is in het leven overgegaan en blijft voor eeuwig!
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] Als jullie dat alles begrepen en in je hart opgenomen hebben, laten wij ons dan nu op iets anders voorbereiden! Wat nu weldra zal komen, zal jullie veel te denken geven; maar jullie zullen daar veel van leren en er te zijner tijd ook heel goed gebruik van kunnen maken."
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "De meesten van jullie kennen, al was het maar uit de sagen, het vanouds vermaarde land van Egypte.
Hoofdstuk 179: Het volk van Abessinië en Subiet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] IK zeg: "Laat maar, laat maar, Mijn beste vriend! Je bent weliswaar nog een Romein in hart en nieren, maar trouw en eerlijk volgens je geloof en je stand. Je hebt langere tijd in Egypte doorgebracht, je hebt geleerd het Oud-Egyptisch te verstaan en te spreken en je moet nu Mijn bode zijn in de streek van Caesarea Philippi. Je bent een goed ruiter en zult te paard snel te bestemder plaats zijn.
Hoofdstuk 180: De Heer zendt een bode naar de Nubische karavaan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] Toen de aanvoerder bij de kommandant van de wacht kwam, die tot de tanden bewapend was, hield deze hem tegen en vroeg hem eerst volgens Romeins oorlogsgebruik, waarheen hij van plan was te gaan en wat hem in zijn vaderland tot deze reis had doen besluiten.
Hoofdstuk 180: De Heer zendt een bode naar de Nubische karavaan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] IK zeg: "Laad eerst jullie kamelen af, breng ze op de wei bij de zee opdat zij hun zeer noodzakelijke rust nemen, om jullie dan gemakkelijker weer naar jullie land te kunnen brengen; want de weg terug is niets korter dan hierheen naar ons! Doe dat en kom dan terug; dan zal meteen duidelijk worden hoeveel licht jullie allen tesamen kunnen verdragen! "
Hoofdstuk 181: De Heer spreekt met de aanvoerder van de Nubiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Ik zeg jullie, van alles wat je op deze wereld slechts in je geheugen hebt opgenomen, zal in het hiernamaals geen jota overblijven; alle dorre, wereldse geleerden verschijnen dan ook in het hiernamaals als doven, blinden en stommen; zij weten helemaal niets en kunnen zich niets herinneren. Niet zelden komen zij daar zonder enig begrip aan, zoals een kind op deze wereld uit het moederlichaam komt. Zij moeten daar alles vanaf de eerste beginselen opnieuw gaan leren en ondervinden, omdat zij anders in eeuwigheid doof, blind en stom zouden blijven en alleen maar een vaag gevoel van het bestaan zouden hebben, zonder echter te voelen dat zij het zijn, die reeds op aarde bestonden. Dat moet hun allereerst bij stukjes en beetjes op zinvolle wijze bijgebracht worden.
Hoofdstuk 178: Over het wezen van de engelen. Hart en geheugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De AANVOERDER komt, nog steeds op zijn kameel zittend, daarna bij Mij terug en zegt: "Verhevenste mens van de aarde! Voor mij, met mijn zwarte huid, is dit iets vreemds, want dit is de eerste reis die ik ooit maakte! Ik ben nooit met talen en eigenschappen van andere landen in aanraking gekomen en mis iedere ervaring, en bij mij thuis gaat het er heel eenvoudig aan toe. Het land is weliswaar goed en mooi, maar ons biedt het niets nieuws. Het is dus mogelijk dat dit land de eigenschap heeft dat een vreemde, zodra hij het land betreedt ook de geest van de taal van het volk in zich opneemt en meteen met de inheemsen net zo kanspreken alsof hij daar zelf geboren is. Of zoiets mogelijk of onmogelijk is, kan ik niet beoordelen; weest U daarom zo vriendelijk mij dat uit te leggen! In mijn land heb ik zoiets immers nooit kunnen onderzoeken omdat daar nog nooit een vreemde is binnengedrongen!"
Hoofdstuk 181: De Heer spreekt met de aanvoerder van de Nubiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] De AANVOERDER buigt en zegt: "Verhevenste mens der mensen! U heeft absoluut gelijk, maar wij kunnen de moed niet opbrengen met onze zeer onheilige voeten deze heilige aarde te betreden; want volgens mijn visioenen moet deze bodem onmetelijk heilig zijn.'
Hoofdstuk 181: De Heer spreekt met de aanvoerder van de Nubiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] IK zeg: "Als hij voor de voeten van jullie kamelen niet te heilig is, zal hij voor jullie mensenvoeten toch ook wel niet te heilig zijn!"
Hoofdstuk 181: De Heer spreekt met de aanvoerder van de Nubiërs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...