Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 195 van 263

...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...
[2] Maar spreek met geen woord over de sancties, want de geopenbaarde goddelijke wil, die uit de eeuwige orde van God voortvloeit, bekrachtigt zich vanzelf. Begrijp je dat?
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad deze woorden van de woordvoerder van de negenennegentig had gehoord, wist hij niet wat hij daarop moest antwoorden; en tegelijkertijd lag het ook in zijn karakter dat hij wegens een geringe ergernis geen woord kon uitbrengen, en daarom was het des te moeilijker voor hem om de zeer kritische tegenstander een bevredigend antwoord te geven.
Hoofdstuk 176: Ohlads verlegenheid en het advies van zijn ministers over de behandeling van dergelijke verstandshelden. Het afbreken van de onderhandelingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Met ons hoofd en ons verstand weerstreefden wij altijd ieder woord dat van God tot ons kwam; daarom verdienen wij nu ook niet beter dan op de dag van de afrekening uit deze stad verdreven te worden!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, vriend en broeder, zie, ook Midehal is vast en zeker bekeerd doordat de minister door Gods kracht in hem zijn oren heeft verlengd en daardoor diens innerlijke domheid naar buiten heeft gekeerd; en zo hebben wij volgens de wil van de Heer weer een belangrijk doel bereikt!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] En wat het tegenovergestelde betreft, dat is zo duidelijk dat we daar niet veel woorden aan hoeven te verspillen! Wanneer een mens eenmaal geheel verdorven is, zal één woord van waarheid hem dan wel verbeteren?!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Laat ze nu je woorden maar flink in zichzelf beschouwen en verwerken, en ik ben er volledig zeker van dat zij zich ernaar zullen richten en voegen wanneer de geest van het woord eerst geheel in hun hele wezen zal overgaan!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Jou Ohlad, heb Ik gezalfd en je hebt met deze zalving je broeder Danel en ook nog de andere achtennegentig broeders in de kortste tijd bij Me gebracht; daarom zal je koningschap in deze stad verzekerd zijn zolang jij in deze zalving volgens Mijn woord zult handelen, en deze tien getuigen hier moeten je altijd krachtig bijstaan, - want ook zij zijn kinderen van Kisehel!
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] In het verloop van drie jaar hadden de negenennegentig reeds overal het woord van God verbreid; zij ondervonden overal meer of minder geringe tegenwerking, die zij echter met hun wondermacht gemakkelijk bestreden.
Hoofdstuk 188: Het driejarige zendingswerk van de negenennegentig boden. De grote triomfboog uit dank. De terechtwijzing van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Uit grote dankbaarheid heb je een boog voor Mij gebouwd; Ik zeg je, daar heb je goed aan gedaan! Maar je hebt Mijn naam te kijk gezet; zie, daar heb je geen goed aan gedaan, - want Mijn naam moet het meest innerlijke zijn!
Hoofdstuk 188: Het driejarige zendingswerk van de negenennegentig boden. De grote triomfboog uit dank. De terechtwijzing van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Zie, al die bladen zijn geheel beschreven met een puntige graveerschrift, en niet één woord is van mij, - maar alles wat ik in de laagte alsook op de hoogte over God heb vernomen wat ook maar enigszins een wet leek te zijn, heb ik heel getrouw in dit boek geschreven!
Hoofdstuk 192: Kinkar als verzamelaar van de wetten van God en schrijver van de beide boeken: 'De heilige schrift en jullie heil' en 'De heilige geschiedenis van God'. Dronels lof over Kinkars werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Dit boek zullen wij ter ere van God met grote plechtigheid in de tempel op het nu lege altaar leggen, en het moet als het zuivere woord van God de plaats van het vroegere heiligdom innemen!
Hoofdstuk 192: Kinkar als verzamelaar van de wetten van God en schrijver van de beide boeken: 'De heilige schrift en jullie heil' en 'De heilige geschiedenis van God'. Dronels lof over Kinkars werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Wie met de koning wilde spreken, moest het kort maken, - want slechts tien woorden waren vrij toegestaan; een woord meer had tot gevolg dat vanaf het begin voor ieder woord een pond goud moest worden betaald.
Hoofdstuk 195: Hanochs enorme rijkdom en de natuurlijke gevolgen daarvan. Kinkars dood. Kinkars zoon Japell als opvolger. Japells politiek en wetten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Er waren weliswaar in Hanoch evenals in de andere steden en dorpen nog heel wat nuchtere denkers die Mijn woord nog niet vergeten waren; maar die durfden ten eerste niet te spreken omdat Japell het rijk flink van spionnen had voorzien, en ten tweede kregen zij tenslotte zelf plezier in allerlei werkelijk perfect ontwikkelde kunstuitvoeringen en konden daarbij niet vaak genoeg uitroepen hoe het een en ander het menselijk verstand tot eer strekte.
Hoofdstuk 196: Openbare scholen en theaters in Hanoch. Japells spionagesysteem. Dans, muziek en esthetische voorstellingen. Armenzorg uit politieke overwegingen. Liefde en politiek als tegengestelde polen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Daarop werd hij door een onderaardse gang door twee gerechtsdienaren en twee onderpriesters naar de koning gebracht. Voor de troon van de koning gekomen moest hij voorover gaan liggen en mocht geen woord zeggen.
Hoofdstuk 200: De 'arbeid' van de nieuwe koning. De onmenselijke behandeling van de arme vreemdelingen in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De instructie was dat zo'n lastdier op straffe van een bloedige tuchtiging nooit een woord mocht spreken met zijns gelijken noch met zijn hoge bezitter; verder mocht het nooit ziek zijn en al helemaal niet klagen als het iets zou mankeren; voorts moest het lastdier tevreden zijn met het voer dat hem werd gegeven en moest het bij de arbeid onvermoeibaar bezig zijn; en als hij door zijn bezitter bij bepaalde gelegenheden nog zo erg getuchtigd werd, dan mocht hij zich daar desondanks op straffe des doods niet tegen verheffen en nooit ook maar huilen en klagen; voorts mocht hij ook geen kleding dragen maar moest altijd naakt zijn.
Hoofdstuk 200: De 'arbeid' van de nieuwe koning. De onmenselijke behandeling van de arme vreemdelingen in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...