Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 195 van 278

...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...
[10] Weet degene die Mij om iets vraagt dan niet dat Ik uitermate wijs en uitermate liefdevol en goed ben? En als hij dat weet, hoe kan hij Mij dan om iets vragen?! Want hij kan toch niet anders dan veronderstellen dat Ik als de hoogste wijsheid en liefde beslist ook zonder zijn in het gebed uitgesproken raad het allerbeste, het allerwijste op de allerjuiste tijd zal doen!
Hoofdstuk 1: Purista als raadgeefster van de Heer. De bede van de mens als een eerbiedig voorleggen aan de Heer. Over de genade en de liefde van de Vader voor Zijn kinderen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[24] Ik durf stellig te beweren dat ieder van ons zich zonder het minste protest door de heerlijke man in verrukking zou hebben laten brengen, als de man het maar gewild had!
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[25] Maar omdat de man dat om goede redenen niet heeft gedaan en jullie alleen maar van de heuvel heeft weggestuurd, is hij volgens jullie zonder meer een schandelijk mens! O, dat vind ik zeer aards!
Hoofdstuk 3: De verblufte mannen. Het gepraat van de nieuwsgierige vrouwen. De goede mening van de zuster van Aora. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen Mira dat van Henoch had vernomen, antwoordde zij hem zonder wees: 'Vader Henoch, je bent wel een wijze, en bovendien nog de enige en door de Heer Zelf vast aangestelde hogepriester, - maar ik meen nu juist niet verkeerd gehandeld te hebben, want men moet toch de rechten van God hoger achten dan de rechten van de mensen, als deze niet met de goddelijke overeenstemmen!
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Verheug je, arme moeders en zusters, jullie zullen zonder Henoch worden geholpen!
Hoofdstuk 4: De bekommerde Mira in gesprek met Henoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Zie, ik heb nu alles gezegd en gesproken zoals ik het in mijn hart voelde! Als dat u niet bevalt en ik u mogelijkerwijs, zonder het te willen, heb beledigd, dan bent u machtig genoeg om mij er weer uit te zetten of met mij te doen wat u al eerder buiten met Sehel hebt gedaan; want het is immers beter om niet te bestaan, dan in een wereld te zijn waarin de mensen een hart van steen hebben waarin geen erbarming te vinden is!'
Hoofdstuk 5: Mira's binnenkomst in de hut en haar beproeving, loutering en opname door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Om die reden verborg Ik Mij dan ook voor een korte tijd en begaf Mij intussen naar Henoch, was daar ook alleen voor hem zichtbaar en gaf hem in wat hij tegen de vrouwen moest zeggen, opdat zij Mij zouden herkennen, maar zonder al te zeer te ontvlammen.
Hoofdstuk 6: Mira sterft van liefde en wordt weer tot leven gewekt door de Heer. De vuurstorm van liefde en het plotselinge verdwijnen van de Heer. De terugkeer van de Heer en het toebereiden van de maaltijd. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar daar Henoch niet aanwezig was en op enige afstand nog iets met de vrouwen te bespreken had, zei Lamech tegen Mira: 'Zie, Henoch is nog niet klaar en zonder hem kunnen wij toch niet de hut binnengaan, omdat hij ons aller geestelijke oudste is?!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Hier maakte Mira een beweging in de richting van de hut. Maar alweer hinderde Lamech haar daarbij met een nieuwe vraag; en die luidde: 'Maar Mira, lieflijke parel van de morgen, als de Heer ons door jou heeft laten halen, kun je toch niet zonder ons terugrennen naar de hut?! Wat zal de Heer wel zeggen als je met lege handen terugkomt?
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[19] En Mira antwoordde: 'Als U het echt wilt weten, dan kunt U het ook weten zonder het van mij te moeten horen!'
Hoofdstuk 7: Mira's vergeefse, onvriendelijke uitnodiging aan de vaderen tot de maaltijd in de hut. De Heer maant tot deemoed. Mira nodigt de vaderen nogmaals uit, nu niet tevergeefs. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En wie over zal blijven, zal lang moeten wachten tot er zonder bloedvergieten een nieuw verbond van de liefde opgericht wordt, en Ik zal Mij daarvoor zodanig de tijd gunnen, dat alle volkeren eerder zullen versmachten dan dat Ik het verbond volledig zal vernieuwen!
Hoofdstuk 8: De maaltijd in de hut van Purista. De woorden van de Heer over zijn liefdesverbond met de kinderen van de aarde en de zichtbare gemeenschap tussen hemel en aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Nu moet je evenwel niet denken dat de materie van de dingen dood is, omdat zij voor jou geen bewustzijn lijkt te hebben. Want de materie is niet dood, omdat er machtige krachten in voorhanden zijn en zij op zichzelf niets anders is dan een uitdrukking van de zich alom uitende goddelijke wilskracht en macht. Maar als dood moet je je alleen datgene voorstellen wat zich mogelijkerwijs eigenzinnig van de Heer heeft afgescheiden op grond van de van de Heer verkregen vrijheid van wil, en dan zonder God op eigen kracht wil voortbestaan.
Hoofdstuk 10: Ghemela's vragen over het leven aan deze en aan gene zijde. Het antwoord van de geest Zuriƫl. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Laat daarom van je eis iets vallen en houd van Mij; dan zul je immers wel merken of Ik met de dood of zonder de dood om de liefde van Mijn kinderen vraag!
Hoofdstuk 12: Adams verontschuldiging en zijn dwaze verzoek aan de Heer om het verwijt en de dreiging van het gericht terug te nemen. Het gedenkwaardige antwoord van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Blijven jullie in deze door Mij, de Schepper, voor jullie gegeven orde, dan zal ook de hele aan jullie voorafgaande schepping jullie in de mooiste orde volgen; blijven jullie echter niet in deze orde, maar vormen en maken jullie eigenmachtig een andere, dan ben Ik als Schepper en jullie aller heilige Vader toch zonder enige schuld wanneer de hele voorafgaande schepping jullie navolgt en omslaat in de werking van het gericht dat in haar ligt, jullie vervolgens in haar greep krijgt, in haar eeuwige noodzakelijke gericht trekt en jullie tenslotte zelfs doodt.
Hoofdstuk 13: Adam vraagt om vergeving. De betekenisvolle woorden van de Heer over de mens als de blinde schepper van zijn gericht en als de sluitsteen van de schepping. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Toen zij zich op die plaats bevonden sprak de Heer tot Kisehel: 'Zie, Ik ben door Mijn grote vijand ten overstaan van jou ernstig beschuldigd! Zou Ik Mij daarvoor tegen jou verontschuldigen zonder de aanklager, dan zou je in jezelf nog altijd heimelijk denken: `Het zal wel zo zijn en is ook wel zo als de Heer ons heeft geopenbaard, maar desondanks blijft de bewering van de draak toch zeer merkwaardig en zijn bekentenis moet beslist niet geheel en al buiten beschouwing gelaten worden!'
Hoofdstuk 15: De Heer roept Satana in haar gedaante als draak in het bijzijn van Kisehel, Henoch en Lamech. De brutale woorden van de draak en zijn voorspelling van de kruisiging van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208  ...