10915 resultaten - Pagina 195 van 728
... 183 - 184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 ...
[2] Maar daar zal natuurlijk nog een buitengewoon lange tijd van meer dan aeonen maal aeonen aardse jaren voor nodig zijn. Men moet het echter niet zo opvatten alsof deze huidige schepping ooit plotseling zal ophouden en in plaats daarvan een geheel nieuwe in het leven geroepen zal worden, maar dat gebeurt slechts in fasen, zoals in een oerwoud weliswaar de oude bomen uitsterven, vergaan en tenslotte geheel tot water, lucht en ether worden, dus tot een ander, geestelijker bestaan overgaan, en in hun plaats steeds weer een aantal andere bomen uit de grond opgroeien. En zoals Gods geest op kleine schaal werkt, zo werkt hij ook in het groot, als men trouwens iets 'groot' zou kunnen noemen tegenover God. ..Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Nu heb Ik jullie alles duidelijk uitgelegd zonder Me daarbij van beeldspraak bediend te hebben, zoals de oude wijzen gedaan hebben. Maar Ik heb dat nu ook alleen maar voor jullie gedaan, omdat jullie daarvoor het hiervoor noodzakelijke begripsvermogen bezitten; aan de overige wereldse mensheid hoeven jullie dat echter niet door te geven, jullie moeten hun alleen maar zeggen dat ze in Mijn naam moeten geloven en zich aan Gods geboden moeten houden, welke waarachtige geboden der liefde zijn. Al het andere zal dan toch wel geopenbaard worden aan de bekeerde mens door zijn eigen gewekte geest die uit God is, voorzover zijn ziel daar behoefte aan heeft. Kinderen mogen alleen met melk gevoed worden; als ze eenmaal mannelijk en sterk zijn, zullen ze ook vastere kost kunnen verdragen.
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Denk nu in jullie hart over dit alles na; mocht je nog iets onduidelijk zijn, Ik blijf nog ongeveer vijf dagen bij jullie te gast, dan kunnen jullie Mij of een van Mijn leerlingen daarnaar vragen en zullen jullie opheldering krijgen! Ik zal jullie van nu af aan echter geen nieuwe leer meer geven omdat Ik jullie al alles uitgelegd en geleerd heb; maar zoals Ik reeds heb gezegd zal Ik als jullie Vriend nog ongeveer vijf dagen bij jullie blijven en bij gelegenheid nog enkele goede en nuttige wenken voor het aardse leven geven. Maar nu gaan we alle nieuwe voorzieningen en de fruitbomen, akkers, weiden en huisdieren bezichtigen!"
Hoofdstuk 233: Het vergaan en ontstaan van materiële scheppingen Jezus in de buurt van Kapérnaum (Ev. Matth. hfdst 17) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Hierop nam Ik de drie bewuste leerlingen met Me mee en we gingen op weg. (Matth. 17, 1) Aan één kant was de berg goed te beklimmen en in enkele uren bereikten we de hoogste top; vanwege zijn hoogte zou de berg echter door gewone bergbeklimmers pas in twaalf a dertien uur beklommen kunnen worden, daarom was ook deze bergbeklimming van ons een soort wonder.
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] En zie, er verschenen twee profeten, Mozes en Elia, en zij spraken duidelijk met Mij over hetgeen er over een paar jaar met Mij zou gebeuren en of dit niet veranderd zou kunnen worden. (Matth. 17,3) Ik verzekerde hun echter dat Ik onmogelijk iets anders zou kunnen doen dan alleen datgene wat de Vader, die in Mij is en woont, wil.
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] IK zei: 'Noch in de hemel, noch in het paradijs in specie* (* in het bijzonder) , maar heel eenvoudig en natuurlijk op de aarde! Maar doordat we zowel de hemel alsook het paradijs door de kracht van Gods woord in ons hebben, omdat het waars en goeds bevat, zijn we ook daadwerkelijk in de hemel en het paradijs tegelijk. Dat is het ook wat jullie gemoed doet stralen, en omdat jullie in je gemoed voor Mij stralen, straalde ook Ik zelfs naar buiten toe voor jullie ogen, opdat jullie inderdaad gewaar worden dat jullie tegelijkertijd in het paradijs en in de hemel zijn omdat je innerlijk vol is van het ware van het geloof en daardoor van het goede van de liefde; want de echte hemel en het ware paradijs bestaat alleen hieruit, dat jullie in Mij geloven en datgene doen wat Ik jullie leer en Mij tenslotte in jullie daden met heel je hart liefhebben en zo het ware rijk van God in jezelf hebben, zonder dat het ergens anders op enige plaats bestaat. Als het echter eenmaal in jullie bestaat, is het ook plaatselijk overal in de hele oneindigheid, en waar jullie plaatselijk ook mogen zijn, hier op aarde of in de maan of op een van de vele sterren die louter hemellichamen zijn, zijn jullie door je zalige broeders omgeven, ook al kunnen jullie hen met je lichamelijke ogen niet zien vanwege jullie lichaam:'
Hoofdstuk 234: De verheerlijking van de Heer op de berg Tabor (Ev. Matth. 17, 1-2) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] En dan zal al het vlees van deze aarde vergeestelijkt worden; jij zult dat echter nooit meer nodig hebben omdat Ik je al voor eeuwig een nieuw lichaam heb gegeven. Waak echter goed over de kinderen van Israël, tot Ik binnenkort weer huiswaarts kom wanneer Mijn grootste werk voltooid zal zijn! Dan zal Ik je ook een vaste stoel in Mijn nieuwe rijk geven. Want zie, nu is het de tijd die Ik je vroeger op aarde heb getoond, waarin Ik alles nieuw schep: eerst Mijn geestenwerelden, en later zal ooit hetzelfde ook met de materie gebeuren, tot deze de juiste graad van volledige gisting bereikt zal hebben! -Laat ons nu deze drie weer uit hun slaap opwekken!"
Hoofdstuk 235: De Heer in gesprek met Mozes en Elia (Ev. Matth. 17,3) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] De geest echter van wie Ik zeg dat hij jullie geest is, is ook Mijn geest in jullie en deze kent alle dingen en verhoudingen zoals Ikzelf en kan jullie alle wijsheid binnenleiden. Maar nu is hij in jullie nog niet gewekt en volledig werkzaam, dat wil zeggen, dat hij weliswaar op zichzelf wel wakker en werkzaam is, maar zijn waken en werken is voor jullie, ofschoon het voor jullie bestemd is, nog als iets vreemds en iets wat je nog niet eigen is, omdat jullie ziel nog niet zuiver genoeg is om zich volledig met Mijn geest te verenigen.
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Van het visioen dat jullie hier gehad hebben, moeten jullie echter niemand iets zeggen voordat Ik zal zijn opgevaren, zoals Ik jullie nu bekend heb gemaakt; en zeg ook niets over wat Ik bij Caesarea Philippi heb verricht en hier beneden bij deze vissers! -En nu gaan we weer bergafwaarts naar het dorp van onze vissers! "
Hoofdstuk 236: De drie leerlingen verkeren met de geesten van Mozes en Elia. Gods geest in de mens als gids tot alle waarheid. (Ev.Matth. 17, 4-9) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Wat boven de maat is, is voor ieder mens slecht. Onmatigheid bij het eten veroorzaakt maagziekten, - onmatigheid bij het drinken echter veroorzaakt naast maag en borstkwalen ook geilheid van het vlees en brengt allerlei soorten en vormen van ontucht voort.
Hoofdstuk 239: De zegen van de matigheid. De toebereiding van het vlees van onreine dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] AZIONA kwam echter en zei: 'Heer en Meester, wilt U dan niet liever morgen in de vroegte weggaan dan nu in de avond?! Het is van hier naar iedere mij bekende plaats uren gaans en de nacht zal U inhalen voordat U bij een of andere plaats aankomt!"
Hoofdstuk 239: De zegen van de matigheid. De toebereiding van het vlees van onreine dieren - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[13] Deze boze geest echter was tachtig jaar geleden een varkenshandelaar, die op grote schaal woekerhandel dreef, hij werd zeer rijk en dreef als jood tenslotte zelfs slavenhandel, waarbij hij grote gruwelijkheden beging. Uiteindelijk stierf hij een ellendige dood en het was zijn lot om, zelf duivel, in het rijk der duivels te komen.
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[20] Er ontstond een kleine woordenstrijd tussen hen, waar de genezen knaap echter door enkele zeer rake opmerkingen een eind aan maakte.
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[23] Toen jullie hier waren had de knaap nog niet de hoogste graad van vasten en bidden bereikt, zoals zijn bezitter dat verlangde. Maar nu is dat het geval en nu had de gelovigste van jullie hem ook uit kunnen drijven, ofschoon de geest zich zeker nog zeer hardnekkig betoond zou hebben. Maar nu was het zo beter. - Het wordt nu echter al avond, want de zon daalt reeds onder de horizon, laten we daarom naar het huis van de man gaan wiens zoon Ik genezen heb!"
Hoofdstuk 240: Genezing van een bezeten jongen (Ev. Matth. 17, 14-21) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[12] Daarop verlieten ze haastig de oever en snelden naar hun zieken, waarvan er sommigen onmiddellijk fris en gezond werden. Maar degenen die niet echt in hun hart geloofden, legden hun zieken tevergeefs de handen op en liepen weer naar de oever om met Mij te overleggen waar het aan ontbrak, omdat hun niet lukte wat toch enkelen van hun buren wel gelukt was. Ik was echter niet meer ter plaatse, maar al ver weg en wel naar een plaats waar Petrus zijn vissershut had, niet ver van Kapérnaum:
Hoofdstuk 241: Het verblijf van de Heer in Jesaïra en het bezoek in Petrus' vissershut bij Kapérnaum. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)