Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 196 van 1112

...  184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209  ...
[7] Johannes heeft mij reeds in zijn hart gezegd dat zijn wijsheid hier te kort schiet en de andere leerlingen peinzen en peinzen nu wat dat mag betekenen, maar Ik laat hen nog een klein poosje nadenken, opdat zij zichzelf beter leren kennen. Als zij wat dieper in zichzelf hebben gegraven, zal Ik hen wel weer vooruit helpen. Maar hij zal hun nog wel zoveel moeite bezorgen dat zij zich allemaal geweldig achter de oren zullen beginnen te krabben! Daarna zullen zij weer een stap verder kunnen doen. - Nu zal Ik echter Johannes' tong weer losmaken, en dan zal hij opnieuw gaan spreken. Let daarom nu maar goed op.
Hoofdstuk 71: Cyrenius' verwondering over Zorels scherpzinnigheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] God de Heer heeft je daarom nu in grote ellende terecht laten komen. Nu heb je niets; ook je voormalige compagnon in de slavenhandel heeft je in de steek gelaten en bevindt zich nu al in Europa, waar hij zijn aanzienlijke winsten verteert. Jij staat hier nu naakt en zoekt hulp.. Die zul je ook krijgen; maar je moet je deze eerst waardig maken door zelf vrijwillig het alleen ware en goede in je dagelijks leven toe te passen. Dan zul je ook waarachtig geholpen worden,zowel voor het tijdelijke als het eeuwige.
Hoofdstuk 72: Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Als de waarheidsliefde bij de mensen door de drang naar het wereldse genot voor altijd is overwonnen en onderdrukt, zodat daardoor ook een soort eenheid in de duisternis van de innerlijke mens is ingetreden, dan is de mens geestelijk gestorven en zodoende een in zich zelf verdoemde. Hij kan eeuwig geen licht meer krijgen behalve door het vuur van zijn grove materie wanneer die door de druk van de begeerten ontvlamd is. Maar de materie van de ziel is veel vasthoudender dan die van het lichaam en er is een heel krachtig vuur voor nodig om alle materie van de ziel te verteren en te vernietigen.
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Omdat een ziel zich echter zo'n buitengewoon pijnlijke loutering niet uit liefde tot de waarheid of tot het licht zal laten welgevallen, maar zich uit oude genot en duistere heerszucht daaraan als een Proteus zal trachten te onttrekken, daarom is een mens die in deze wereld in zichzelf één is geworden in zijn levensnacht, ook zo goed als voor eeuwig verloren.
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Vertel mij eens hoe je, zeg maar alleen voor jezelf, rechtvaardigt, dat je heel vaak meisjes hebt verkracht! Kun je daarvoor soms ook een bepaald verstandelijk principe aanvoeren, dat zich in dit geval niet verzet tegen de Mozaïsche wet van God maar tegen de Romeinse staatswet, die zware straffen zet op het verkrachten van onvolwassen meisjes? Heeft het ontzettende angst en pijngehuil van een meisje dat jouw grote zinnelijkheid ten prooi viel, je ooit geroerd? En zijn er niet, hoewel wat langer geleden, ongeveer vijf door jou erbarmelijk verkrachte, overigens zeer welgeschapen meisjes op de meest ellendige manier van de wereld gestorven?! Je compagnon wees je nog op de financiële schade die jullie daardoor leden, want jullie zouden de vijf tien tot twaalfjarige meisjes vanwege hun mooie en weelderige figuur gemakkelijk voor vijfhonderd ponden zilver in Cairo hebben kunnen verkopen. Het aanzienlijke verlies vond je weliswaar pijnlijk en daarom verwenste je ook meermalen je grote geilheid, maar die heb je nog nooit verwenst vanwege het feit, dat je een blinde moordenaar van vijf heel lieftallige meisjes bent geworden!
Hoofdstuk 66: Zorels ontuchtige misdaden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] ZOREL zegt: "Wat moet ik daarover zeggen? Gebeurd is gebeurd en dat kan niet meer ongedaan worden gemaakt! Nu zie ik van veel van mijn vroegere daden in dat ze erg verkeerd waren; maar wat heb ik aan dit inzicht? Je kunt het vergelijken met een tijger die men veranderd heeft in een verstandig mens, zodat hij kan zien wat voor bloedige gruweldaden hij heeft gepleegd; wat baat hem dat? Als hij het gebeurde ongedaan zou kunnen maken, zou hij zich daarvoor beslist alle mogelijke moeite getroosten; maar wat kon hij tijdens zijn bestaan als tijger eraan doen dat hij nu juist een tijger en geen lam was?! Op dat punt is ook het berouw over een kwade daad, en de beste wil om die weer volledig goed te maken, net zo nutteloos als de dwaze inspanning om van een vergane dag weer een komende dag te maken. Ik kan wel vanaf heden een heel ander en beter mens worden, maar daar waar ik een slecht mens was, kan ik mij onmogelijk beter maken dan ik was. Moet ik soms bittere tranen van smart plengen, omdat ik zoveel slechte daden heb begaan? Dat zou toch net zo belachelijk zijn als wanneer een mens geworden tijger de bitterste tranen van berouw zou willen vergieten, omdat hij vroeger een tijger was!"
Hoofdstuk 69: Zorel als moordenaar van zijn moeder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] JOHANNES zegt: "Die vraag zul je, als je één bent geworden in je innerlijke licht, helder en duidelijk beantwoord vinden, net zoals wij die gevonden hebben. Als wij nu echter zouden proberen je dat nader uit te leggen, zou je ons van je levensdagen niet begrijpen. Vooraf mag je echter wel weten welk begrip een waar mens zich van God moet maken, luister dus !
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Alleen de mens die door zijn energieke, verlichte wil der waarheidsliefde de wereldse wil der genotzucht geheel heeft overwonnen en zo in het licht en in alle waarheid in zichzelf een eenheid vormt, is daardoor geheel licht en waarheid en dus ook het leven zelf. Daarvoor is echter, zoals ik je al eerder zei, een waarachtig stoïcijnse zelfverloochening nodig, - maar niet de op zichzelf hoogmoedige verloochening van jullie Diogenes, die zich meer en hoger acht dan een van goud blinkende koning Alexander, maar de deemoedige van een Henoch, een Abraham, Isaäk en Jacob. Als je dat kunt, dan zul je in het tijdelijke en voor eeuwig gered zijn; kun je dat echter niet, en niet uit je eigen kracht der waarheidsliefde, dan is het gedaan met je en dan kun je noch aan deze, noch aan gene zijde geholpen worden. Ik ben echter van mening dat je daartoe bij jezelf in staat bent; want aan inzicht en kennis ontbreekt het je niet. Wat zegt je innerlijk gevoel daar nu over?"
Hoofdstuk 73: De zucht naar kennis en de zucht naar genot. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Want de kinderen van de oerstam van het licht wonen in Jeruzalem, zij verwerpen de waarheid uit God en hechten zich steeds meer aan de nacht, de leugen en hun lichtzinnige werken. Maar de heidenen trekken door de wereld en zoeken de waarheid en als zij deze gevonden hebben, verheugen zij zich zeer en prijzen de gever van het licht uitermate en waarachtig in hun hart en door hun daden.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Als je hier om je heen kijkt, zie je een grote groep mensen. Voor het grootste deel bestaat deze uit heidenen die het licht uit de hemelen hebben gezocht. Zij hebben het gevonden en verheugen zich daarover. Maar Jeruzalem, de stad des Heren, zond alleen maar gerechtsdienaars en achtervolgers om het licht te vernietigen! Zij die uitgezonden werden, waren echter verstandiger dan die hen gezonden hadden. Ze kwamen uit hun grote duisternis in het licht, verheugden zich zeer daarover en bleven daarin. Zij hebben het licht wel gevangengenomen, maar niet voor de kerkers van Jeruzalem maar voor zichzelf, voor hun harten en zij zijn nu onze broeders in het licht uit God, en verheugen zich daarover en over Hem van wie het grote licht uitgaat.
Hoofdstuk 74: Het wezen van God en Zijn menswording. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Zorel aanvaardt dankbaar het gewaad, gaat daarmee achter het huis van Marcus, kleedt zich om en ziet er dan heel voornaam uit.
Hoofdstuk 75: Cyrenius ontfermt zich over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] CYRENIUS zegt: "Daarover zullen we later wel spreken. Ga nu echter weer naar je vriend Johannes terug en laatje door hem de ware weg tonen! Als je die hebt, - dan zal al het andere niet lang op zich laten wachten!"
Hoofdstuk 75: Cyrenius ontfermt zich over Zorel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Na deze woorden van Cyrenius boog Zorel zich zo diep mogelijk voor ons en ging daarna meteen weer naar Johannes, die hem opnieuw vriendelijk ontving en hem vroeg, hoe het nu met hem gegaan was.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Als het water in de zee de diepst mogelijke bedding heeft bereikt, treedt er voor wat betreft het verder stromen wel een rust in, -maar op zichzelf blijft het toch altijd een vloeibaar lichaam; en als er een stormwind over het wijde oppervlak waait, brengt dat de overigens rustige oppervlakte van het water in een golvende beweging, en dit golven van het water is op zichzelf weer niets anders dan een streven naar rust van het vloeibare waterlichaam. Maar omdat niets anders zo'n drang naar rust heeft als het water, kan het ook het gemakkelijkst en snelst uit het evenwicht van zijn rust gebracht worden.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Al dergelijk denken beweegt zich echter in een kring waar het niet uitkomt en ook niet uit kan komen. Zulke gedachten baten de mens dan ook weinig of niets met betrekking tot zijn innerlijke, geestelijke zijn, willen en denken. Maar zoals je je de één of andere kunst alleen bij een kunstenaar, en een ordelijk, rationeel denken alleen bij een filosoof eigen kunt maken, zo zul je het innerlijke, geestelijke denken alleen bij een geest, en wel bij de alles doordringende geest van God in jezelf kunnen leren. Dat betekent: alleen een geest kan een geest leren; want een geest ziet en herkent de andere geest, zoals het ene oog het andere ziet en beseft dat het een oog is en hoe het geaard is.
Hoofdstuk 76: Het geheim van het innerlijke geestesleven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  184 - 185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209  ...