Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 197 van 1166

...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...
[11] Dan zegt SUETAL tegen Raphaël: "Dat is al een oude kwaal bij mijn vriend Ribar. Een mooie gestalte, manlijk of vrouwelijk, kan hij, zonder hartstochtelijk te worden, niet verdragen, maar mij is het om het even. Een mooie gestalte bevalt mij ook wel beter dan een lelijke, maar hartstochtelijk wordt ik daar nooit van! Tot op heden heb Ik dan ook alle vrouwen en meisjes, hoe mooi ze ook waren, volkomen met rust gelaten!"
Hoofdstuk 78: Verstand en gevoel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] SUETAL zegt: "In dat geval is het ook niet mijn schuld als ik langzamer van begrip ben dan iemand als Ribar, die naar mijn weten, ondanks zijn meer openstaande geest, de hemelse wijsheid nog lang niet in pacht heeft!"
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: " Ja, mijn beste vriend, als je zo gaat vragen zijn we nog lang niet klaar, want je geest ligt nog diep onder de huid van je lichaam verborgen, terwijl de geest van Ribar al ver buiten zijn huid is doorgedrongen, waardoor met hem gemakkelijk gepraat kan worden. Je zou net zo goed kunnen vragen, waarom God op aarde zoveel stenen heeft geschapen en waarom niet alleen maar zachte, vruchtbare aarde, waarom zoveel water op de wijde vlakten waarop men geen akkers en wijngaarden kan aanleggen, waarom zoveel doornstruiken en zoveel soorten distels waaraan echt geen druiven en geen vijgen groeien. Maar ik zeg je, dat dat allemaal in hoge mate nodig is en dat het ene niet zonder het andere zou kunnen bestaan. Om je in 't kort en heel oppervlakkig de wijze redenen daarvan te laten zien zou een periode van vele duizenden jaren vergen, terwijl een ontwaakte en rijpe geest al dat oneindig vele in enkele ogenblikken helemaal kan begrijpen, als hij zich daarvoor interesseert. Maar omdat een volmaakte geest veel hogere en betere levenszaken te doen heeft dan naar de oorzaak van de stenen, het water, de dorens en distels te zoeken, Iaat hij dat graag over aan de wijze voorzorg van de Heer der oneindigheid. "
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Kijk, op gelijke wijze heeft de Heer nu ook de mensen van deze aarde verschillende gaven gegeven, een aantal grotere en een aantal minder grote. Ma.ar voor niemand .is de poort van de grote tempel der voleinding gesloten, integendeel, aan Ieder is de weg gegeven, en niemand kan zich daarom beklagen en zeggen: 'Heer, waarom gaf U dan ook niet aan mij de talenten, waarover mijn broeder zich terecht zo buitengewoon verheugt?!' Want dan zou de Heer tegen hem zeggen: 'Kom je iets te kort ga dan naar je broeder en hij zal je uit de nood helpen! Als Ik alle mensen hetzelfde gegeven zou hebben, dan zou er niemand ten opzichte van de ander iets missen, niemand zou ooit zijn broeder nodig hebben! Hoe zou dan de alles tot leven brengende naastenliefde in de mens gewekt en versterkt kunnen worden?'
Hoofdstuk 79: De reden waarom er zoveel verschillende talenten zijn. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] SUETAL zegt: "Begrepen wel, maar ik zou je bijna liever niet hebben begrepen! Hoe kan ik me dan tot liefde dwingen, als ik daartoe door mijn aard bijna helemaal niet in staat ben? Ik voel alleen maar een verstandelijke instemming bij verschijnselen en daden, maar liefde in mijn hart ken ik niet! Zeg me dan toch hoe dat in een mens aanvoelt, - of waaraan hij herkent dat er liefde in zijn hart is ontwaakt? Er moet toch wel het een of andere teken van herkenning in het leven van de mens zijn, anders heeft hij niets aan die hele liefde. Hij kan haar misschien volledig bezitten, maar weet niet dat zo'n levenstrek 'liefde' heet. Wat helpt of geeft hem dan die hele liefde!?"
Hoofdstuk 80: Een verstandsmens zoekt de liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Zij reizen samen naar Jeruzalem om de tempel te zien en zich aan de bron vertrouwd te maken met de leer der Joden, en daarvoor nemen zij op de drie schepen een aantal grote schatten mee die dan als een rijke buit in de roofzuchtige handen van de slechte, Griekse schippersknechten zouden vallen.
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Maak je daar maar geen zorgen over, Mijn schipper zal het geheel op het juiste moment aan de oever brengen!"
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Zelfs Mijn leerlingen werden wat onrustig, en Jarah en Josoë sprongen haastig in Mijn aan de oever aanleggende schip en beefden van angst. Maar hun angst was meer een gevolg van het wilde gehuil van de schippersknechten, dan van de duisternis. Want Jarah en Josoë wisten heel goed waardoor een zonsverduistering ontstond, maar op het wilde gehuil waren ze niet voorbereid en daarom sprongen zij in grote angst op Mijn schip en drongen zich daar zo dicht mogelijk tegen Mij aan. Maar Cyrenius en Julius genoten intussen van de mooie winterse sterrenbeelden, die zij nog nooit 's zomers hadden gezien.
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar de GRIEK zegt: "Zien jullie hier die machtige jongeman niet?! Hij heeft mij geholpen en gered uit jullie blinde geloofswoede; het leven van mij en van mijn enige dochter ben ik hem schuldig. Hij alleen is nu mijn gebieder, en wat hij zal zeggen, zal ik ook doen. Zonder zijn woord en zijn wil zal ik, ook al duurt het tien jaar, geen stap verder reizen!
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Bovendien zegt een goede, innerlijke stem mij, dat ik op deze onaanzienlijke plaats nu reeds meer heb gevonden dan in geheel Jeruzalem. Daarom blijf ik hier. Ik zal nu met de waard van deze plaats bespreken of ik hier kan blijven. Als dat hier te doen is, laat ik meteen mijn lastdieren aan de oever brengen en vervolgens al mijn meegebrachte schatten, en jullie kunnen dan jullie schepen weer vlot maken"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Iedereen haast zich nu naar de oever en daar stelt men zich in een lange rij op. Voor Mij levert dat echter ook moeilijkheden op, want Cyrenius met zijn gevolg, Mijn twaalf leerlingen en verscheidene anderen die al een tijd bij ons zijn - in totaal ongeveer zestig - de dertig jonge Farizeeën en levieten aangevoerd door hun sprekers Hebram en Risa, de vijf onder leiding van de wijze Mathaël en de twaalf met aan het hoofd Suetal, Ribar en Baël, verdringen zich allen om Mij heen en willen allen, zo goed en zo kwaad dat gaat, in Mijn buurt zijn, terwijl Ebahl met Jarah en Raphaël met Josoë zonder meer al vlak bij Mij zijn en Jarah zelfs Mijn mantel helemaal niet meer loslaat. De oude Marcus met zijn vrouwen kinderen wil ook in Mijn naaste omgeving zijn en daaruit blijkt wel dat er weinig ruimte voor Mij over blijft. Maar Raphaël leidt al gauw alles in goede banen door in een oogwenk alle oevergasten een gerieflijke plaats te bezorgen. Ik en Cyrenius en de oude Marcus schepen ons in en onder de ogen van de vele gasten varen wij vlak langs de oever heen en weer, tot tevredenheid van de gasten en Mijn leerlingen.
Hoofdstuk 81: De Heer kondigt een zonsverduistering aan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Tijdens dit gesprek komen ook Ik, Cyrenius, Julius, Marcus, de oude waard en Jarah en Josoë al op het schip waar de Griek zich bevond, en MARCUS spreekt hem meteen aan en zegt: "Vriend! Je ziet, dat een eerlijk gastheer nooit gebrek heeft aan gasten. Kijk, ik ben de gastheer van deze plaats en huisvest in mijn kleine hut en in mijn tenten alle goede gasten die je hier ziet, maar voor jou is er ook nog plaats als je hier wilt blijven!"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De GRIEK zegt heel vriendelijk: "Vriend, ik heb slechts een rechthoekig plaatsje van dertig passen in de lengte en tien in de breedte nodig. Daar laat ik meteen mijn drie goede en kostbare tenten door mijn meegenomen bedienden overeind zetten, en meer heb ik niet nodig. Want spijzen en dranken heb ik in grote hoeveelheden bij mij en ik bezit veel goud en zilver om nog meer te kopen, als het meegenomene op mocht raken. Ook heb ik voer voor mijn lastdieren en op die wijze ben ik dus goed voorzien van al het mogelijke. Alleen een plaats om dat allemaal onder te brengen heb ik niet en die zal ik dus voor enige tijd van je huren. Wat verlang je per dag voor die gevraagde ruimte?"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] De GRIEK zegt: "Dan heb jij dus allang datgene, wat ik en mijn dochter reeds lang tevergeefs in alle hoeken der aarde zoeken?"
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, deze schijnbare knaap is één van Mijn vele dienaren en doet in een oogwenk meer dan al jouw veertien dienaren in ruim honderd jaar. Laat je dienaren daarom voor deze keer rusten, dan zal deze enige hier aanwezige dienaar van Mij in een oogwenk alles zo op de jouw vanouds bekende manier hebben ingericht, als jouw veertien dienaren nauwelijks in drie dagen zouden kunnen!
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...