Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 197 van 1110

...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...
[11] Meteen ging RAPHAËL naar de zwarte man en zei: "Vriend,wat heb je in je vaderland achtergelaten waarvoor je in Memphis wilde omkeren om het te halen? Je wilde het de overste als een bijzonder geschenk geven voor de moeite die hij zich voor jou getroost heeft en daarom had je het reeds in nieuw linnen gewikkeld, maar later heb je het vanwege jullie snelle vertrek vergeten, en wel in een hoek van je hut, waar het nu nog ligt. Als je dat zou willen, breng ik het ogenblikkelijk hier! Spreek, - wat je wilt, zal geschieden!"
Hoofdstuk 186: Oubratouvishar verlangt zekerheid over de plaats waar de Heer verblijft. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Kinderen stierven nooit bij hen, omdat zij, geheel binnen de natuurlijke orde verwekt, zonder gebreken en kerngezond ter wereld kwamen. Zij werden daarna ook volgens de natuur gevoed en konden daarom geen ziektekiemen krijgen. Als men dus in hun bijzijn zieken genezen zou hebben, dan zou men hun eerst hebben moeten uitleggen wat een ziekte eigenlijk is en waardoor deze ontstaat. Dat zou hun echter toch zeker meer geschaad dan gebaat hebben; want op de hoogte gesteld worden van zonden en de gevolgen daarvan, is bijna hetzelfde als deze zelf begaan te hebben.
Hoofdstuk 187: De Nubiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen onze zwarten zich zo echt uit en te na verwonderd hadden, zei de AANVOERDER tegen zijn metgezellen: "Broeders! Ik en jullie allen hebben nu een daad gezien die alleen door God te volbrengen is; want wij kunnen zelfs met onze gedachten niet zo snel naar huis en vandaar weer terugkeren naar hier, als deze dienaar Gods met mijn kleinood heen en teruggegaan is! Wij zijn dus op de juiste plaats en mogen ons hier alleen met de grootste eerbied en onder voortdurende, innerlijke aanbidding van Diegene bewegen, die zich daar in het midden van de grote tafel met een onvoorstelbaar goddelijk verheven uiterlijk bevindt.
Hoofdstuk 187: De Nubiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Wat Hij in Zijn onuitsprekelijke genade en gunst tegen ons zal zeggen, moet van nu af aan voor ons het heiligste gebod zijn, waaraan wij ons zo zichtbaar als de rotsen van ons vaderland zullen houden, evenals ons nageslacht tot aan het einde aller tijden die deze aarde nog door zal moeten maken! Jullie weten wat de wijze overste ons over de eeuwige waardigheid van deze verheven Godmens voorspeld heeft! Zo is het, daarvan zijn wij nu volkomen overtuigd! Maar omdat het zo is en niet anders, weten wij ook wat wij te doen hebben en waar wij op moeten letten!
Hoofdstuk 187: De Nubiërs herkennen de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Ik vroeg je zoëven of jullie honger en dorst hadden, en dat vroeg Ik je daarom, omdat Ik maar al te goed zie dat jullie allemaal erge honger en dorst hebben, want de dag is al ruim vier uur oud en jullie hebben sinds gistermiddag niets gegeten of gedronken, want melk konden jullie op het schip niet krijgen en het water was reeds bedorven en dus slecht. Daarom is nu Mijn eerste zorg dat jullie lichamelijk gesterkt zullen worden, want anders zouden jullie niet die rust kunnen bezitten die noodzakelijk is om vervolgens het heilige voedsel des te duurzamer in je op te nemen. Want iemand, van wie je al op een afstand kunt zien dat hij honger en dorst heeft, een evangelie te willen prediken voor men hem verzadigd heeft, zou de bekroning zijn van menselijke, egoïstische dwaasheid! Daarom moeten ook jullie eerst lichamelijk verzorgd zijn; pas daarna zullen wij ons bezig houden met het evangelie!
Hoofdstuk 189: Oubratouvishar beschrijft zijn vaderland Nubië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar hier zullen jullie, weliswaar tegen jullie gewoonte in, genoegen moeten nemen met wat Mijn tafels jullie bieden en jullie oude dadels en vijgen door jullie kamelen op laten eten. Ga daarom dus daar aan de tafels zitten die leeg staan, dan zullen jullie meteen ruimschoots van spijs en drank voorzien worden! Oubratouvishar , jij moet hier komen zitten, want ook jij bent voor je volk een echte koning, en dit is een tafel voor koningen, die met elkaar moeten bespreken hoe hun volkeren geleid en tot mensen opgevoed moeten worden!"
Hoofdstuk 189: Oubratouvishar beschrijft zijn vaderland Nubië. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Kijk, deze steen heeft men honderdzeventig jaar lang geslepen en gepolijst en hij was daarna het kroonjuweel van een aantal koningen van Perzië, tot tenslotte een koning zijn machtigste veldheer daarmee vereerde; en deze veldheer is het die hem toen bij de woeste grenzen van jullie land verloor, waar het in die tijd wemelde van leeuwen en panters. Deze dieren heb Ik daar toentertijd ook geplaatst om jullie te beschermen, anders zouden de in die tijd zeer oorlogszuchtige Perzen jullie wel gevonden en jullie kudden heel erg uitgedund hebben.
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Zoals jij echter voorbestemd was om zelfs stoffelijk een zeer waardevolle schat te vinden, die reeds enige honderden jaren onder de stenen gelegen heeft, zo ben jij ook geroepen om de grootste en waardevolste schat voor de geest en daaruit voor jullie zielen te vinden. Jij zocht en hebt ook zeer eervol gevonden wat je hebt gezocht! Je zwarte huid moet je niet bezwaren, deze zal voor Mij een van de meest gewaardeerde kleuren blijven.
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Het evangelie dat Ik nu zal prediken, zal alleen bij jullie helemaal zuiver bewaard blijven. Jij zult Mijn voorapostel worden voor je zwarte broeders en zusters! Binnen korte tijd zal Ik jullie reeds een helper sturen, die zal jullie leiden naar een heel gelukkig land van jullie werelddeel en jullie de akkerbouw leren en andere nuttige dingen die voor het aardse leven van groot belang zijn.
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] In dat jullie nu nog volkomen onbekende land zullen jullie een heel tevreden en gelukkig volk zijn en de zuiverheid van Mijn woord en Mijn leer bewaren. Wee echter degenen, die jullie in latere tijden zullen opzoeken om jullie lastig te vallen en te onderwerpen; tegen hen zal Ik Zelf het gloeiende zwaard van de toorn opheffen en ze tot op de laatste man verslaan! En zo zullen jullie zwarten in een afgesloten, heel groot stuk land steeds als een vrij volk blijven tot aan het einde der tijden.
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Mijn naam is Jezus van Nazareth, aards als mens en Jehova van eeuwigheid; maar van nu af aan zal het in eeuwigheid Jezus blijven. In deze naam zullen jullie alles kunnen doen en tot stand brengen, niet alleen voor tijdelijk maar ook voor eeuwig!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Mochten jullie onder elkaar echter te eniger tijd onenigheid krijgen -wat ook mogelijk moet blijven vanwege jullie vrijheid -, dan zullen de machtigen onder jullie zich als koningen opwerpen en zij zullen jullie met harde wetten plagen, en met jullie gouden vrijheid zal het voor lang of misschien zelfs wel voor altijd gedaan zijn! Dan zullen jullie kinderen in grote nood moeten smachten en vurig verlangen naar de verlossing; maar die zal dan echt heel lang op zich laten wachten. Zorg er daarom voor dat er bij jullie geen koningen opstaan -behalve zo een als jij er een bent! Want jij bent geen onderdrukker maar een ware weldoener van je volk, en dat is dus ook binnen Mijn orde, en zo moet het bij jullie ook blijven!"
Hoofdstuk 190: De schat van Oubratouvishar. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Heb Mij boven alles lief, als jullie God en Heer en Meester, en hebt elkaar lief als jezelf, dan zullen jullie in Mijn liefde, in Mijn kracht en macht blijven, en Mijn licht zal nooit van jullie wijken!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Als jullie echter zwakker zullen worden in de liefde tot Mij en je armere broeders en zusters, dan zal het ook in jullie hart donker worden en Mijn kracht en macht in jullie zal afnemen en zeer gering worden! Ook al zullen jullie dan Mijn naam aanroepen en daardoor willen werken, dan zal hij jullie toch geen kracht en macht meer geven; want alle kracht, alle macht en alles wat jullie in Mijn naam volbrengen krijg je alleen maar door de liefde tot Mij en vervolgens tot de naaste!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] En de NAGEREISDEN antwoordden: "Zelf zien en horen is beter dan het wonderbaarlijke alleen uit de mond, ook al is dat van de betrouwbaarste oog en oorgetuigen, voorgeschoteld te krijgen! Wij waren steeds een halve dagreis achter jullie!
Hoofdstuk 191: De nagereisde zwarten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...