Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 197 van 263

...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...
[8] En toen de generaal hun met donderende stem vroeg: 'Wat gebeurt hier? Wie heeft jullie bevolen dat te doen?', kon geen van hen een woord over zijn lippen krijgen, want ieder van hen wist zich nu verraden en verloren.
Hoofdstuk 287: De tocht naar de burcht en de woning van de generaal. De vergiftigde glassplinters op de vloer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Hierop kwam een straal van de goddelijke kracht in Mahals hart en hij dankte God en richtte vervolgens het woord tot de generaal:
Hoofdstuk 297: Mahals verhoorde gebed om hulp. Mahals hartige woorden tot de generaal en de verkondiging van het komende gericht. Fungar-Hellans angst. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar in geestelijk opzicht zijn zij helemaal dood, want zij weten niet één woord meer van een ware, eeuwige God! Daarom moet je hier niet kijken naar een materieel bestaande afgoderij, maar eerder naar de verwoesting van de totale geestelijke duisternis die nu op dit waarlijk rijke en mooie eiland heerst!
Hoofdstuk 317: Mahals inlichtingen over de verdwenen tempels en de list van de priesters. De oproep aan de priesters om voor de generaal te verschijnen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen de waterpriesters voor het aangezicht van Fungar-Hellan kwamen, bogen zij belachelijk diep en een van hen begon als volgt het woord te voeren:
Hoofdstuk 318: Onderricht door de mooie Agla aan de waterpriesters op wens van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Agla monsterde de priesters enige tijd en vroeg hun tenslotte: 'Waarom staan jullie zo stom en dom voor mij? Zeg me liever of jullie vroegere woorden tot de generaal serieus bedoeld waren, dan zal ik je een ander woord geven! Spreek; ik gebied het jullie in naam van de grote, eeuwige God!'
Hoofdstuk 318: Onderricht door de mooie Agla aan de waterpriesters op wens van Fungar-Hellan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen nu Mahal de raadzaal inkwam, schrokken de afgevaardigden van zijn emstige gezicht, en geen van hen waagde het om een woord over zijn lippen te brengen.
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Want als iemand een ander zijn woord geeft, moet hij het ook op een bepaalde datum waarmaken, anders is hij slechts een huichelaar en een mooiprater die wel iets belooft, maar omdat hij geen tijd bepaalt waarbinnen hij zijn belofte wil houden, is zijn belofte zo goed als een klinkklare leugen, omdat hij de vervulling van zijn belofte tot in het oneindige kan uitstellen en hij kan iets pas na duizend of tienduizend jaar doen wat hij anders binnen een bepaalde tijd moest doen.
Hoofdstuk 327: Mahals ernstige en wijze woorden tot de afgevaardigden en tot de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Laten wij daarom nog een afvaardiging naar boven sturen om over een tienjarige betalingstermijn te onderhandelen; als de tien vorsten ermee instemmen dan zullen wij ook ons woord houden, - zo niet, moeten zij maar doen wat zij willen!'
Hoofdstuk 328: Fungar-Hellan en Gurat in grote verlegenheid. De tweede afvaardiging naar de tien vorsten van het hoogland en de mislukking daarvan. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De tien vorsten van het hoogland riepen echter ook een raad bijeen om te overleggen wat zij zouden doen als de Hanochieten hun woord niet hielden. Het beraad duurde drie maanden, en zij konden niet tot overeenstemming komen over deze zaak.
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Deze argwaan tegenover Mahal putten zij uit het feit dat zij hem veel te mild tegen de afgevaardigden uit Hanoch het woord hadden horen voeren, terwijl zij eerder het doodvonnis voor die boden verwacht hadden van hem.
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De tien vorsten beraadslaagden drie maanden lang en kwamen niet tot een besluit. Toen riepen zij Mahal bij zich, die in de kleine bergstad in een afgelegen huis op zichzelf leefde, en vroegen hem wat zij tegen de Hanochieten moesten ondernemen als zij hun woord niet hielden, aangezien er tot nu toe van de beloofde oorlogsschatting nog helemaal niets was aangekomen. Mahal zei:
Hoofdstuk 330: De vruchteloze raad van de hooglanders en hun argwaan ten opzichte van Mahal. Mahals antwoord en profetie. Het ongelovige antwoord van de tien vorsten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Al spoedig merkte Noach de grote innerlijke droefheid op bij zijn broer Mahal, evenals bij diens kinderen; want zij waren allemaal hevig ontdaan toen zij hoorden dat alleen Noach met zijn gezin genade in Gods ogen had gevonden.
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Daarom zei Noach tegen Mahal: 'Broer, waarom ben je nu zo bedroefd? Heb je niet van tevoren je woord gegeven dat je niet boos zou zijn, ook al zou de Heer je een brandende doornstruik op je naakte rug slingeren?!
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] O broer, hoe houd je je aan het aan mij gegeven en zo hoog gestelde woord?! Weet je dan niet hoe goed de Heer is, en ken je niet Zijn eindeloze geduld en Zijn eeuwige, onbegrensde erbarmen?!
Hoofdstuk 335: Noachs vermaning aan zijn broer. De verblinding van de eigengereide Mahal en zijn twist met de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Ik heb U heel dikwijls gevraagd mijn kinderen te beschermen, maar U wilde mijn bede niet verhoren en dwong mij als het ware naar de laagte te gaan! Ik ging, en hoe door U verlaten ik ook mijn kinderen aantrof - Waltar dood en Agla in de hel -, toch morde ik niet tegen U, maar loofde en prees altijd met woord en daad Uw heilige naam!
Hoofdstuk 340: Het verdere liefdevolle gesprek van de Heer met Mahal. Mahals verwijten onder verwijzing naar zijn zondeloosheid Het verdriet van de heilige Vader en Zijn woorden over bijzondere levenswijzen. Het verschijnen van de engelen en van Waltar. Het verdwijnen van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...