Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 197 van 1490

...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...
[11] PHILOPOLD zegt: "Vriend, ik heb alles gehoord wat je in het bijzijn van ons allen tot de Heer hebt gezegd! Ik besefte daardoor dat ik vroeger niet veel anders heb gedacht en gesproken, maar de reden daarvoor lag bij mijzelf. Ook ik zocht op plaatsen waar ik nooit iets verloren had, maar daar waar ik iets had verloren, zocht ik niet en daarom vond ik ook niets. Pas toen deze Heer en Meester van boven en van eeuwigheid tot ons kwam, werden mij de ogen geopend! Ik herkende wie ik ben en waarom, en ik herkende ook wat de mens eigenlijk is en waarom hij er is! En nu, vriend, is alles licht in mij en geen duistere twijfel verspreidt nog ergens schaduw in mijn helverlichte wezen! Dat zal zeker binnenkort ook met jou het geval zijn!"
Hoofdstuk 219: Waar men de waarheid moet zoeken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kort en goed, op al de talloze hemellichamen tref je mensen aan die vrijwel gelijk zijn aan de meer ontwikkelde heidenen van deze aarde, alleen met dit verschil, dat de mensen op de hemellichamen eigenlijk niets nieuws bedenken. Wat er is, is er zo volmaakt mogelijk, terwijl de heidenen op onze aarde toch altijd iets nieuws kunnen uitvinden, zodat voor hen daardoor de weg naar een eindeloze, steeds verdergaande vervolmaking met en nergens is versperd.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want op alle werelden weten de wijzen, door de zich aan hen openbarende, hogere geesten, dat in de uitgestrekte scheppingsruimte een wereld is waarop de mensen kinderen Gods zijn, en dat een ziel, wanneer zij op haar wereld afstand heeft gedaan van haar lichaam, op die gelukkige wereld opnieuw een lichaam kan krijgen, dat dan echter wel helemaal grof vleselijk is. Vanaf het ogenblik dat iemand dat serieus wil, wordt hem haarfijn uitgelegd wat hij op deze wereld door moet maken.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De ziel zal iedere herinnering aan de vroegere prettige toestand zodanig ontnomen worden dat zij op de nieuwe wereld, uit een vrouw ter wereld gekomen in een onvolmaakt lichaam, zich bijna in de geheel bewusteloze, laagste dierlijke toestand bevindt en zich zelfs van het nieuwe bestaan niet het minste kan voorstellen. Pas geleidelijk aan, zo ongeveer na een jaar, begint zich een geheel nieuw bewustzijn te ontwikkelen uit de door de zintuigen waargenomen beelden, verschijnselen en waarnemingen. Het geheugen en de verse herinnering aan hetgeen beleefd wordt, zijn dan de enige wegwijzers en hulpmiddelen op de nieuwe levensweg op deze aarde. Er komen geen hogere geesten, door God gezonden, om het kind een hogere en diepere kennis bij te brengen, maar de ouders met hun opgedane ervaringen moeten hun best doen het kind op een betere weg te brengen. Het kind moet dan veel Ieren, moet zelf zijn weg bepalen, moet zoeken en vragen, moet angst, honger, dorst, allerlei pijn en ontberingen verdragen, moet zich door en door laten deemoedigen en aan het eind van zo'n leven komt dan meestal een pijnlijke en zware ziekte om de vleselijke mens het leven te benemen.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Heeft de mens al de vereiste en voorgeschreven levensvoorwaarden vervuld en heeft hij God boven alles liefgehad en zijn naaste -zelfs dan als deze hem als een erge vijand heeft vervolgd -meer dan zichzelf liefgehad, dan heeft hij in zichzelf de in het hart van zijn ziel gelegde vonk van de goddelijke geest leven gegeven en tot groei aangezet.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijk, vriend Murel, wat ik je nu zo algemeen en zo kort mogelijk heb verteld, dat wordt precies zo aan een mens op een sterrewereld uitgelegd en als hij het dan volkomen ernstig wenst, verliest hij in een oogwenk het fijnstoffelijke lichaam en wordt onbewust, maar even snel, naar deze aarde gebracht om mens te worden en daar staat zo'n mens dan voor je, net als ik en jij nu zelf.
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Is het je nu duidelijk, dat wij vroeger vóór wij op deze aarde zijn gekomen met God de Heer vrijwillig een contract hebben afgesloten?
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Maar God houdt onveranderlijk het woord uit Zijn eeuwige orde, niets kan Zijn bedoeling veranderen. Of wij dat ook altijd gedaan hebben volgens de wet, die Hij Zelf voor alle mensen door Mozes en door de aartsvaders van deze aarde heeft gegeven en tevens in ieder mensenhart heeft geschreven, dat is een andere vraag!
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wij zullen ons er van nu af aan beslist aan houden, daar twijfel ik niet aan. Maar dat ligt niet aan ónze inspanning, maar alleen aan de ontferming van God. -Zeg me nu, of je met deze geringe wijsheid tevreden bent!"
Hoofdstuk 221: Onze aarde de school voor de kinderen Gods. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik vraagje, bezweer het mij; want je hebt in mij een te machtig verlangen gewekt om nu in deze zeer gedenkwaardige zaak verder ingewijd te worden! In Mozes is daar echt geen spoor van te vinden, zelfs niet de geringste aanduiding, want in zijn scheppingsgeschiedenis staat daarover geen enkel woord. Geen mens kan toch al begrijpen wat hij eigenlijk met zijn Genesis heeft willen zeggen!"
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Toen de Heer ons van Kis uit in Kana bezocht, was er evenals nu ook een hemelse geest, bekleed met een etherisch lichaam, bij ons. Deze engel nam op bevel van de Heer de blinddoek van de ogen van mijn 1 ziel weg en op dat zelfde moment kwam het volle bewustzijn van mijn bestaan op een vroegere, andere wereld in mijn herinnering terug.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Ik herkende meteen die heerlijke, grote wereld waarop ik vóór het bestaan op deze aarde lichamelijk heb geleefd en gewerkt, ja, ik zag zelfs mijn daar nog lichamelijk levende en werkende ouders en geliefde broers en zusters, en de engel bezorgde mij zelfs hier op deze aarde enige zaken die mij daar toebehoorden, die ik meteen als ontegenzeggelijk echt herkende.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Vóór die wonderdaad stond ik echter als mens net zo vijandig tegenover het leven als jij, maar ik ben er bij voorbaat van overtuigd dat jij binnenkort net zo zult zijn en denken als ik nu denk en ben. Voor de waarheid van wat ik je nu verteld heb, kunnen vrijwel allen aan deze tafel volledig instaan, als je ze dat zou vragen.
Hoofdstuk 222: Philopolds terugblik op zijn vroegere leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Toen beschreef Philopold als de beste professor in de aardrijkskunde voor Murel de gehele aarde, en gebruikte ook de verschijnselen en ervaringen die Murel bij zijn verre reizen had meegemaakt als bewijs. Hij toonde hem ook de oorzaken, die maken dat dag en nacht op aarde elkaar steeds regelmatig moeten afwisselen, en daarnaast gaf hij hem ook uitleg over de maan, haar aard, afstand en doel, en ook over de andere bij deze zon behorende planeten.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MUREL zegt: "Ik dank je, mijn geestelijk zeer ontwikkelde vriend en broeder Philopold! Je hebt mij nu iets onthuld, waarvan Salomo in zijn hoogste wijsheid waarschijnlijk nooit heeft gedroomd. Het geheel is echter zo bijzonder buitengewoon, dat iedere denker daar meteen vanaf het begin aan zou moeten twijfelen, omdat in ons uiterlijke mensenverstand geen vonkje van een nog zo gering vermoeden daarvan aanwezig is. Maar toch kan ik daar thans niet in het minst meer aan twijfelen. Want als het niet gebaseerd zou zijn op jouw nuchtere, eigen ervaring, zou je mij dat ook onmogelijk hebben kunnen vertellen, omdat een mens zoiets, zolang de aarde mensen draagt, nog nooit heeft kunnen bedenken. Jij zou dat ook nooit bedacht hebben als je niet door deze enorme ervaring zover was gekomen. Want geen mens zuigt zoiets uit zijn duim; het is een hoogst wonderbaarlijke openbaring van boven en ik neem deze als zichtbaar waar aan, alsof ik het zelf had beleefd.
Hoofdstuk 223: De natuurlijke ordening van de werelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...