Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 197 van 1112

...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...
[8] Nu weet jij ook, met Wie je te doen hebt. Ga daarom naar Hem toe, opdat Hij je de ware weg zal tonen naar je geest, die zich in je bevindt als de zuivere liefde tot God, en door je geest of door je liefde de weg tot Hem, die temidden van ons verblijft als het ware Heil van alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, nu leven en in de toekomst zullen leven.
Hoofdstuk 77: Zorels besluit om zich te verbeteren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Zij lijken op geneesheren die zelf blaken van gezondheid, maar daarom bang zijn daarheen te gaan waar een zieke om hun hulp roept, uit vrees eventueel zelf ziek te worden. Is dan die geneesheer niet beter en achtbaarder, die geen ziekte schuwt en zich haast naar iedere zieke die hem heeft geroepen?! Ook al wordt hij soms besmet, dan ergert hij zich niet daarover, maar helpt de zieke en ook zichzelf. En zo is het goed!
Hoofdstuk 78: De weg naar het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Maar Iaat degene die reeds arm is, zijn meer welgestelde broeders vragen om hetgeen hij nodig heeft; stuit hij op harde harten, Iaat hij zich dan tot Mij wenden en dan zal hij geholpen worden! Armoede en nood zijn geen verontschuldiging voor diefstal en roof en nog minder voor het doden van een beroofde! Wie arm is, weet nu tot wie hij zich moet wenden.
Hoofdstuk 79: Over armoede en naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Armoede is weliswaar een grote plaag voor de mensen, maar zij draagt in zich de edele kiem van de deemoed en van de ware bescheidenheid en zal daarom ook steeds onder de mensen voorkomen. Maar toch moeten de rijken haar niet te groot laten worden, omdat zij anders veel gevaar lopen, hier en eens ook in het hiernamaals.
Hoofdstuk 79: Over armoede en naastenliefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De mens bevrijdt zich van iedere andere zonde gemakkelijker dan van deze, want de andere hebben alleen uitwendige beweegredenen, maar deze zonde vindt haar beweegreden in zichzelf en in het zondige vlees. Daarom moeten jullie je ogen afwenden van de verlokkende gevaren van het vlees, totdat jullie meester zijn geworden over je lichaam!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Ik zal Zelf degenen die zich bezondigen aan de heilige natuur van de jeugd met al de kracht van Mijn toorn tuchtigen! Want als het vlees eenmaal is geschonden, heeft de ziel geen vaste ondergrond meer en verloopt haar vervolmaking moeilijk.
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Maar een hoer zal alle eer en achting, zelfs bij degenen die haar voor smaadgeld gebruikt hebben, verliezen en haar vlees zal vervolgens ook nog te lijden hebben onder allerlei ongeneeslijke of op z'n minst moeilijk te genezen besmettelijke ziekten. Zodra er echter een is die zich behoorlijk verbetert, zal zij door Mij weer in genade worden aangezien!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Als een wellustig iemand echter naar andere bevredigingsmiddelen grijpt dan de door Mij daarvoor bestemde schoot van de vrouw, zal hij moeilijk ooit Mijn aanschijn zien! Mozes heeft weliswaar de steniging daarvoor gelast, die Ik daarom niet geheel ophef omdat het een harde straf is voor dergelijke reeds geheel duivelse misdaden en misdadigers, maar Ik geef jullie slechts de vaderlijke raad geef zulke zondaars uit de gemeenten te verwijderen, hen eerst in een verbanningsoord grote nood te laten lijden en pas wanneer zij bijna naakt bij de grenzen van het vaderland aankomen, weer aan te nemen, in een instituut voor geestelijke verzorging onder te brengen en hen daar niet eerder uit te laten tot zulke mensen zich geheel en al verbeterd hebben. Als zij na grondige controle gedurende langere tijd duidelijk bewezen hebben dat zij genezen zijn, kunnen zij weer in de gemeenschap terugkeren. Wanneer zich echter ook nog maar het geringste spoortje vertoont van zinnelijke aanvechtingen kunnen zij beter hun leven lang opgesloten blijven, wat veel beter en heilzamer is dan dat de onbedorven mensen van een gemeenschap door hen verpest worden.
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] Ja, vriend, wie zich bij het bewijzen van weldaden, ook al is het met de beste wil van de wereld, afvraagt of hetgeen hij zal doen belangrijk is of niet, diens goede wil is en heeft nog lang niet het juiste leven, daarom hebben noch zijn goede wil, noch zijn goede daden een bijzondere waarde voor God. Bij iemand die het geld ervoor heeft, moeten wil en daad gelijk zijn, anders ontneemt het één aan het ander de waarde en de levensgeldigheid voor God.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Want het hart van de vriendelijke gever lijkt op een vrucht die gemakkelijk en snel rijp wordt omdat zij een overvloed aan echte warmte in zich heeft, die hoogst noodzakelijk is voor de rijping van een vrucht omdat in de warmte het overeenkomstige levenselement, de liefde, heerst.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Daarom moet je bij het geven en helpen ook geen ernstige en vaak bittere vermaningen meegeven, want die veroorzaken bij de arme broeder vaak veel droefheid die maakt dat hij er in zijn hart sterk naar gaat verlangen om van de weldoener, die hem steeds zo ernstig vermaant, toch maar niets meer te hoeven aannemen. De weldoener zelf wordt door die niet te pas komende vermaningen echter niet zelden wat trots, en degene die de weldaden aanvaardt, voelt zich daardoor teveel vernederd en voelt dan pas goed zijn nood naast de welstand van de weldoener, en dat maakt dan dat het nemen veel moeilijker wordt dan het geven.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] In iedere ziel bevindt zich steeds een gevoel van eigenwaarde en eerzucht dat bij de minste gelegenheid en aanleiding maar al te gauw ontvlamt tot een alles vernietigende, onbeheerste toorn, die niet eerder te doven of volledig te blussen is voordat hij de slachtoffers die hem beledigd hebben, verteerd heeft. Door deze vreselijke drift wordt de ziel echter zo ontwricht en vol materie dat zij nog veel ongeschikter wordt voor een innerlijke, geestelijke vervolmaking, dan het gloeiende zand van de grote Afrikaanse woestijn geschikt is voor het stillen van de dorst!
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] Maar ondanks dat alles merk Ik toch, dat er in jou nog veellichamelijke wellust aanwezig is. Ik maak je daar speciaal opmerkzaam op en raad je aan je op dit punt zeer in acht te nemen; want zodra je een wat beter leven zult leiden, zal je vlees, dat nog veel gaten vertoont en nog lang niet van zijn voosheid is genezen, zich beginnen te roeren en dan zal het je veel moeite kunnen kosten om het tot rust te brengen en uiteindelijk de daarin aanwezige oude voosheid volledig te genezen. Hoed je daarom voor alle onmatigheid; want in de on en overmatigheid rust het zaad van de vleselijke wellust! Wees dus in alles matig en laat je nooit, zowel met het eten als met het drinken, tot onmatigheid verleiden, omdat je je vlees anders moeilijk zult kunnen beheersen!
Hoofdstuk 80: De lichamelijke lust. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Door de drift van de miserabele hoogmoed wordt de ziel tenslotte zelf als gloeiend woestijnzand, waarop zelfs het armzaligste mosplantje niet groeien kan, laat staan een sappiger en gezegender plant. Zo vergaat het ook de ziel van een hoogmoedige! Haar wilde vuur verzengt en verbrandt en vernietigt grondig al het edele, goede en ware van het leven en duizendmaal duizenden jaren zullen verstrijken aleer Afrika's zandwoestijn zich zal herscheppen in vriendelijke en van zegen overvloeiende velden. Daar zullen nog vele malen alle wateren van de zee overheen moeten spoelen!
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Kijk eens naar een trotse koning die vanwege een kleinigheid door zijn buurman beledigd werd! Zijn ziel raakt daardoor in vuur en vlam; zijn ogen sproeien toornige, laaiende vlammen en onherroepelijk klinkt het: 'De verschrikkelijkste wraak aan de eervergeten belediger!' En het vanouds bekende, treurige gevolg daarvan is een verwoestende oorlog, waarin zich honderdduizenden voor hun trotse en overmoedige koning op de ellendigste wijze moeten laten.verscheuren. Met groot welgevallen kijkt de in toorn ontstoken koning dan vanuit zijn tent toe bij de ontzettendste veldslagen en moorden, en iedere woeste krijgsman die de bevochten tegenstander een groot, gevoelig verlies heeft kunnen toebrengen, beloont hij trots met goud en edelstenen.
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  185 - 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210  ...