17481 resultaten - Pagina 198 van 1166
... 186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 ...
[10] MARCUS antwoordt heel vriendelijk: "Ik weet dat bij jullie Grieken steeds alles precies wordt berekend, maar bij ons Romeinen en bij de betere Joden is dat geen gewoonte. Je blijft hier zolang je maar wilt, en er zal niets anders van je gevraagd worden dan jouw echte en oprechte vriendschap. Als je daarnaast iets wilt doen voor een arm, hierheen verdwaald mens, dan zal dat zonder rekening aan jouw goeddunken worden overgelaten. Laat dus maar uitpakken en maak het je zo geriefelijk als in een huis in jouw eigen stad, want zolang je hier wilt blijven, staat je niet alleen het door jou gevraagde. stukje grond, maar mijn gehele niet zo geringe stuk grond ter beschikking en op mijn tafels zal ook voor jou gedekt zijn! -Zeg mij, of je daarmee tevreden bent!"Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] De GRIEK zegt: "Vriend, als op aarde zoiets mogelijk is, dan vraag ik je dat! Want mijn dienaren zijn toch al erg vermoeid van de reis en konden dus met het uitpakken en opzetten van de tenten best wel eens erg lang bezig zijn!"
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De Griek gaat staan, slaat driemaal zijn handen ineen en zegt stomverbaasd: "Ja, alle goden nog aan toe! Wat is dat nou?! De jongen is nog helemaal niet weggeweest en mijn tenten staan er al kant en klaar en alles ziet er piekfijn uit! Nee, nee, nee! Dat is niet natuurlijk meer! Nu moet ik toch eens zien of het in de tenten ook allemaal in orde is!"
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Raak Mij aan en je zult merken, dat ook Ik, wat betreft Mijn uiterlijke lichaam, uit vlees en bloed besta, maar dit vlees en bloed is vervuld van de Geest van God, de enige Almachtige, naar Wie alles zich moet voegen door de macht van Zijn wil.
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] Daarmee is de Griek, die zich zeer over mijn wijsheid verbaast, geheel tevreden en hij is erg verlangend de man te zien.
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar daar staat de grote Heelmeester, die uit de hemelen tot ons ellendige wormen van deze harde en van duivels wemelende aarde kwam, om ook ons, levende duivels, door woord en daad te genezen. Hij heeft mij en mijn gezellen genezen en voor die genezing verlangde Hij niet alleen helemaal niets van ons vijven, maar Hij bewees ons ook nog overgrote lichamelijke en vooral geestelijke weldaden!
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Nu heeft mijn goddelijke Heiland voor het eerst een dienst van mij verlangd, waarvoor jij mij nu gevraagd hebt welk loon ik daarvoor wil hebben. O vriend, ik ben onmogelijk in staat iets van jou te verlangen voordat ik mijn schuld aan deze grote Ene betaald zal hebben, want ik dien daarmee alleen Hem die mij geroepen heeft en niet jou!
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ik zal echter eeuwig diep bij hem in de schuld staan en nu door te dienen mijn grote schuld iets verminderen. Daarom, vriend, zul jij mij voor een bewezen dienst ook nooit iets schuldig zijn -behalve je ware vriendschap en broederliefde!
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] OURAN zegt: "Vriend je bent een van de edelste mensen die ik ooit heb ontmoet! Daarom moet je de wijze leidsman van mij en mijn dochter worden en mijn hele leven blijven!
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] MATHAËL zegt: "Het is nog maar de vraag of jij van mij iets of alles of tenslotte helemaal niets aan zult nemen! Want mijn gaven smaken de smaakzin, zoals ik al enigszins ondervonden heb, nu juist niet zo zoet als een met zuivere honing gezoete wijn zoals de Grieken die hier en daar genieten, maar vaak bitterder dan gal en het verse sap van een oude aloë! En daarvan genieten aan zoet gewende smaakzintuigen niet graag! Daarom zullen wij eerst wel zien hoe onze wederzijdse gaven uitgewisseld kunnen worden!"
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt, terwijl hij naar Mij wijst: "Kijk naar Hem, Hij is een genezer van lichaam, ziel en geest! Ik was nog maar twaalf uur geleden het miserabelste wezen op deze aarde. Mijn binnenste was dermate bezeten door de kwaadaardigste geesten, dat mijn gehele wezen daardoor een aardse duivel werd. Bij een bende vreselijke straatrovers was ik de schrik van de gehele omgeving, want al mijn ledematen werden door duivels bestuurd. Maar mijn ziel was verlamd en wist niet wat er met haar arme lichaam gebeurde. Vriend, je begrijpt wel hoe ellendig ik was! Wie zou mij echter hebben kunnen helpen?! Voor ieder die mij nabij kwam, was ik de grootste verschrikking. Je kon beter met tien hongerige tijgers te doen hebben, dan met mij alleen. Slechts een cohorte dappere, Romeinse krijgers kon mij en mijn gezellen overmeesteren. Aan handen en voeten gebonden en geketend, werd ik met mijn vier erge gezellen hierheen gebracht om ter dood veroordeeld te worden.
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Daar schrok OURAN van. Pas na een poosje zei hij: " Ja, ja, grote meester! U heeft gelijk, ik zit nog wat vast in mijn oude gewoonten en zie nu ook in, hoe dom het van mij is om ergens voor te vrezen. Dat zal me een tweede keer niet meer gebeuren en ik ga nu zonder bedenken meteen met u mee, waarheen u maar wilt!"
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Daarom moet ook u, die ook zo'n beetje een god schijnt te zijn, de bezorgdheid die mijn vader uitsprak, niet als beledigend voor uw hoogheid beschouwen! Maar mocht u toch zo streng zijn, neem dan mijn leven ter verzoening van mijn vader, die ik boven alles liefheb!"
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] IK zeg tegen Helena: "Wees niet bang Mijn dochter, want Ik ken je vader al zeer lang en jou ook, en kende Ik hem en jou niet, dan zouden jullie in deze kwade zee zijn begraven!"
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan komt wat schuchter de dochter HELENA naar mij toe en zegt smekend: "Heer, onbegrijpelijk grote meester en heiland! O neem het mijn oude vader niet kwalijk. Heus, als zijn dochter ken ik hem toch al mijn hele leven en ik kan u naar waarheid getuigen, dat hij een goede, zachte en zeer meegaande man is. Ik kan mij niet herinneren dat hij zelfs ooit een gelijk, dat hij zeker aan zijn kant had, vóór heeft laten gaan op het recht van iemand anders, ook al was dit eerder onrecht dan recht. Hij heeft er nog nooit met iemand om gestreden of zich geërgerd en gemopperd over een hem aangedaan onrecht! Maar de hoge goden lieten hem daarom ook nooit vallen, en de schone godin van het geluk was hem steeds vriendelijk gezind.
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)