Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 198 van 1037

...  186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211  ...
[1] (DE HEER:) 'Laat daarom deze dingen rustig in hun eigen gebied, waarin zij voor de aarde nuttig zijn; streef er vooral naar om volmaakte mensen te worden, -ja, jullie moeten zo volmaakt worden als jullie Vader is, dan zal alle gif van planten en dieren geen vat op jullie hebben!
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Heil zij jullie en je broeders, als ook jullie aan het eind van je inspanningen tegen je broeder kunt zeggen: 'Broeder, ik heb aan jou nu mijn dagtaak volbracht, handel er nu naar en vervolmaak jezelf volgens de jou nu duidelijk gemaakte orde van God, de Heer van alle leven en zijn van eeuwigheid!"'
Hoofdstuk 90: De belangrijkste taak van de mens: een volkomen evenbeeld van God te worden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Het is vanzelfsprekend, dat men dit slechts een, twee of drie keer kan doen voor een vriend; vraagt hij dan echter weer om nog langer te blijven, troost hem dan met de verzekering, dat je hem spoedig weer ontmoet en spoor hem aan om voortdurend te handelen volgens Mijn leer, die Ik jullie allen nu gegeven heb, zegen hem dan in Mijn naam en vervolg jullie weg volgens de roeping van de geest, die nu door Mij in je woont als een levend woord en jullie zelf naar het eeuwige leven leidt!"
Hoofdstuk 91: Alles heeft zijn tijd - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Marcus had van Mijn vraag naar wijn van veraf nog maar nauwelijks iets gehoord, of hij snelde al als een echte waard naar de kelder en bracht samen met zijn beide zonen meteen verscheidene kruiken vol met het allerbeste druivenat. Onze bekers werden tot aan de rand toe gevuld; allen dronken op het goede gedijen van de nieuwe leer uit de hemelen en konden de heerlijke wijn niet genoeg loven, roemen en prijzen.
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Dat Roclus en zijn collega's, die in zekere zin aan onze tafel zaten ook al was het dan het nieuw toegevoegde er dwars op staande deels, ook dezelfde wijn kregen, en allengs ook alle andere gasten, spreekt vanzelf; we grepen allen geducht naar de bekers en ook het goede brood werd daarbij niet versmaad.
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] Maar aan de tafel met Farizeeën, die het dichtst bij de onze stond, waar de vijftig Farizeeën met hun woordvoerder Floran en hun overste Stahar uit Caesarea Philippi zaten, zag men dat ook Ikzelf flink naar de wijn en het brood greep.
Hoofdstuk 92: De Farizeeën nemen aanstoot aan de vrolijke maaltijd van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Ik heb God de Heer nu meer dan alles in de wereld lief terwijl ik Hem pas een heel klein beetje heb leren kennen, en ik voel hoe mijn liefde tot de Almachtige, hoe meer ik Hem leer kennen, steeds groter wordt, en ik voel heel duidelijk in mezelf hoe daardoor ook mijn wilskracht duidelijk machtiger wordt. Zoals ik hier sta, neem ik het helemaal alleen tegen duizend maal duizend legioenen Farizeese duivels op! Met z'n allen kunnen ze nog geen strohalm optillen, - en dan beweren deze kerels dat deze Heiligste der heiligen van God Zijn verrichtingen met behulp van hun ingebeelde duivels tot stand brengt!? o, jullie verdorven gespuis, ik zal die almachtige duivels van jullie wel eens uitdrijven! Komt me goed uit, dat ik nu op deze kerels stuit, daar heb ik lang naar uitgekeken!"
Hoofdstuk 93: Roclus richt scherpe woorden tot de Farizeeën - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Dat is dan hetzelfde als een zwak iemand naakt uitleveren aan een kudde hongerige wolven, hyena's, leeuwen, tijgers en panters. Als hij zich door hen heeft laten verscheuren en opvreten, draagt hij ook nog de schuld, en moet daarom ook nog door de rechter veroordeeld worden, omdat hij zich als een geheel weerloos, zwak wezen ten eerste door bewapende, meedogenloze beulsknechten naar de wildernis heeft moeten laten slepen, en ten tweede, omdat hij daar door de wilde dieren is verscheurd en opgevreten!
Hoofdstuk 95: Roclus' tegenwerpingen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Kun je God daarom van onwijsheid beschuldigen, omdat Hij de bij het reukvermogen en de begeerte naar honing heeft gegeven en de honing zelf de geurige en aanlokkelijke zoetheid?! Of is de Heer onwijs, omdat Hij Zijn schepselen niet alleen hoogst doelmatig, maar ook buitengewoon mooi, ieder schepsel op zijn eigen manier, gevormd heeft?! Is het soms onwijs van Hem, dat Hij een jonge vrouw een buitengewoon bekoorlijke en aantrekkelijke vorm heeft gegeven, zodat zij voor de zintuigen van de grovere man op deze wereld de allerhoogste waarde heeft en hij zijn vader en moeder verlaat om met intens genoegen zijn tedere en lieve vrouw toegedaan te zijn?!
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] En als het zo is, is het dan onwijs van de Heer, dat Hij, omdat dit strikt noodzakelijk is, iedere ziel haar onvoorwaardelijke vrijheid van wil en kennis laat en daarnaast natuurlijk ook de daaruit voortkomende gevolgen?! Of zou je God als uiterst wijs kunnen prijzen, als iemand van hier naar Jeruzalem zou willen reizen en daarvoor zijn voeten ook in beweging zou zetten, maar ondanks al zijn wil en zijn goede kennis van de weg niet in Jeruzalem zou komen, omdat God niet wilde dat iemand het overeenkomstige resultaat van zijn willen en kunnen ten deel valt; maar dat deze mens in plaats van in Jeruzalem, waar hij belangrijke zaken heeft te regelen, in Damascus zou komen, waar hij helemaal niets te doen heeft?! Zeg me, of je zo'n goddelijke voorziening voor wijs zou houden! Of vind je het ongerijmd, als je op 'n dag wanneer je geheel met honing bestreken de vrije natuur ingaat, eenvoudig bedolven en opgegeten wordt door bijen, wespen, horzels en allerlei vliegen?!
Hoofdstuk 96: Demonen en hun invloed - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Het dier echter kun je al door woorden en bepaalde handgrepen africhten, dan zal het je bij een gelegenheid waarin dat noodzakelijk is van dienst zijn en zich helemaal naar jouw wil richten. En dit is een onmiskenbaar bewijs voor je dat dieren zelf ook een soort vrije wil hebben, zonder welke ze jou evenmin zouden kunnen gehoorzamen en dienen als een steen of een boom.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Daarom zeg ik jullie: Wat de Heer doet, is altijd en eeuwig goed gedaan! En zou Hij hier meerdere zakken wijn tot Zich nemen, dan gaat ons dat niets aan; en als Hem duizend jonge vrouwen zouden omringen, ongeacht hun stand of reputatie, dan gaat ons ook dat niet in 't minst aan; want Hij is hun Schepper en Behoeder, evenals de onze! Waar bemoeien wij ons mee, als Hij naar Zijn tot stand gebrachte werken toekomt, hoe deze ook zijn, en datgene wat aan hen gebrekkig en ziek is, heelt?! Wees omwille van Jehova dan toch billijk en dankbaar bescheiden in jullie oordeel"
Hoofdstuk 99: Floran verwijt de Farizeeën hun liefdeloze kritiek op de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] STAHAR zegt: 'Naar het me toeschijnt, geloof jij dus vast aan zijn goddelijkheid?'
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] FLORAN zegt: 'Wie deze Heer en Meester en de gebieders van Rome als schild heeft, heeft geen vrees voor de zogenaamde godsgerichten, die God nooit heeft ingesteld. Werkelijk, niet de minste vrees kunnen Jeruzalems grootste dreigingen mij inboezemen, - ook alle donderende vervloekingen van de hogepriester zouden zonder een spoor achter te laten aan mijn oren voorbij gaan! Want wie overdag wandelt, heeft naar mijn mening de verschrikkingen van de nacht niet te vrezen, en zo heb ook ik geen vrees voor de tempel in Jeruzalem!
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Geloof me en luister goed naar wat ik je nu zeg! Er bestaan in de hele natuur en geestenwereld geen zogenaamde oerduivels, maar alleen zulke, die al vroeger als onverbeterlijk slechte en zondige mensen ooit op de wereld geleefd hebben en toen al als de eigenlijke lichamelijke duivels de andere mensen tot allerlei kwaad en schandelijkheden niet alleen verleidden, maar ook met al de hun ten dienste staande dwangmiddelen dwongen, -waardoor ze zich echter een des te grotere verdoeming in zichzelf bezorgden, waarvan ze zich moeilijk ooit helemaal kunnen losmaken. Je kunt hier nu denken watje wilt, maar het zal je niet mogelijk zijn om op wat voor manier dan ook enige schuld bij de Heer te leggen.
Hoofdstuk 97: De vrije wil van de mens. De hulp van de goddelijke genade - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  186 - 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211  ...