17481 resultaten - Pagina 199 van 1166
... 187 - 188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 ...
[6] HELENA zegt: "Maar buitengewoon wijze, machtige en toch zeer vriendelijke meester! Hoe kunt u mijn vader en mij al zo lang kennen? Wij kennen u pas nauwelijks een uur?"Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Maar ook voor het verschijnen van deze schijnzon zullen geen bovenaardse, maar heel natuurlijke middelen worden aangewend, hoewel deze door Mijn innerlijke wil daartoe worden opgewekt en bevestigd worden door buitengewone krachten uit de sferen van de hemelen. Begrijpen jullie nu zo'n beetje deze uitleg?"
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk, bij ons Grieken en ook bij andere volken is een heilige tempel gebouwd voor een hoogste, onbekende god. Deze tempel wordt echter nooit geopend! Men noemde bij tijden deze onbekende god ook het ondoorgrondelijke noodlot, waarvoor zelfs de grote Zeus volgens onze leer beeft als een espenblad in de storm.
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De mooie HELENA zegt: "Zij zullen waarschijnlijk wel iets naders over Hem weten, maar dan alleen in symbolische beelden. Maar dat zij deze wonderdoener heel zeker niet daarvoor houden, waarvoor u Hem houdt, en wat Hij ook naar alle waarschijnlijkheid schijnt te zijn, daarvoor zou ik veel op het spel willen zetten! Het enige wat ik nog niet zo precies begrijp is, dat mijn hart steeds meer vervuld wordt met ware, oprechte liefde voor Hem, terwijl toch ieder mens een god slechts mag vrezen, vereren en offers brengen!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Ik heb het - zoals u weet - na de werkelijk wijze lessen van onze Apollo priester, in mijn hart zover gebracht dat ik van een eventuele verschijning van zelfs de allermooiste god net zo ontsteld zou zijn als van het zien van het verschrikkelijkste hoofd van een Medusa, Gorgo of Megaera!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Van liefde voor een god kon dus in die omstandigheden geen sprake meer zijn! En zie, ik beken u openlijk, dat ik ondanks al mijn innerlijke strijd en ondanks de vreselijkste voorstellingen die ik vanwege de ontwaakte liefde voor een god steeds maar in mijn geheugen oproep, deze God toch steeds meer liefheb! Ja, ik zou uit liefde voor Hem de bitterste dood ondergaan, als Hij mij daarvoor slechts één vriendelijke blik zou waardig keuren!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] OURAN zegt: " Ja, mijn dochter! De goden zijn zeer wijs en weten wat zij de mensen kunnen toestaan! Wij moeten ons door ons leven op deze aarde eerst zo zuiver maken dat er aan onze ziel geen tekortkoming meer te vinden is, ook niet bij het scherpste onderzoek van de drie onverbiddelijke rechters Aakus, Minos en Rhadamanthys. Als deze drie ons voor de oren en ogen van alle goden geheel rein verklaard hebben, wordt ons pas in het eeuwige Elysium als hoogste aller zaligheden toegestaan de oppergoden tenminste heel geheim lief te hebben!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] HELENA zegt: "Dat zal mij erg weinig meer helpen, want mijn hart is al te veel van Hem vervuld en ik kan Hem er niet meer uit krijgen! Maar kijk eens naar dat heel jonge meisje, dat schijnt Hem ook erg lief te hebben, en toch gebeurt er met haar, uiterlijk gezien, niets kwaads!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Kijk maar eens naar deze onbeschrijflijk mooie omgeving! Ik vraag u, kan het Elysium nog mooier zijn?! De ene zon gaat onder en een andere komt op dezelfde plaats op, en ook de sterren ontbreken niet op de heerlijke, eeuwige ochtend! In dat geval, vader, -zou mijn liefde geen zonde meer zijn!"
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na dit, volgens heidense normen, verstandige tweegesprek zwijgen beiden, Ouran en Helena, en wachten tot in ieder geval Helena genoeg moed heeft verzameld om Mathaël volgens plan te vragen voorspraak te zijn bij Mij, Maar hoe langer zij wachten, des te meer bezwaren steken in hun harten de kop op en hun moed wordt daardoor eerder verzwakt dan versterkt, Beiden zijn wel onder de indruk van de heerlijke avond, maar niet zonder enige vrees, want het wat fantastische licht van de schijnzon, de vreemde, nogal woeste plaats, de buitengewone gebeurtenissen en Mijn tegenwoordigheid, maken dat de beide harten niet die rust over zich voelen komen, waarbij zij geheel op hun gemak van de avondrust hadden kunnen genieten,
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[18] HELENA zegt, heel bedroefd en met tranen in de ogen: "Ja, ja, u kon wel eens helemaal gelijk hebben! O, hoe gelukkig zijn toch de goden en hoe ongelukkig zijn daarentegen de mensen! Een hart dat niet mag liefhebben, is wel het ongelukkigste van wat een mens in de wereld ook maar ooit ongelukkig kan noemen! Als mijn oog mij ergert, kan men het blind maken, als mijn hand mij ergert, kan ik die af laten hakken, zo ook een voet, en ergert mijn zachte en blanke huid mij, dan kan ik haar met roeden laten kastijden en vervolgens met modder besmeren. Maar wat kan ik met mijn hart beginnen als het mij te zeer gaat ergeren? Als men een drukkend gevoel in de maag heeft, dan heeft Aesculapius daarvoor aangeraden om het sap van de aloë in te nemen en dan wordt het al gauw beter met de maag, maar tegen een drukkend gevoel in het hart heeft hij bij mijn weten geen middel aanbevolen!
Hoofdstuk 88: De vrees van de Grieken voor de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] De omstandigheden zijn hier te onmenselijk wonderbaarlijk! De té grote heiligheid van deze plaats vervult ons met angst en schrik, te meer nog omdat het hart van mijn dochter zelfs van liefde vervuld raakt voor de grote God der goden, zoals zij zegt en betreurt,
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Volgens onze Griekse godenwetten is zo'n liefde één van de zwaarste misdaden tegen de onbeperkte heiligheid der goden, vooral tegen de onbekende, allerhoogste God aller goden! Mijn arme dochter kan zich nu echter niet meer tegen deze verschrikkelijke liefde verweren! Zij wil niet, en haar hart zegt onverbiddelijk: ' Je moet!'
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het arme, oprechte kind vertrouwde mij dat toe, en daarom heb ik besloten om via u de grote God te smeken om genadig het hart van mijn arme dochter van die liefde te willen bevrijden, want haar wil is niet de oorzaak van deze liefde, maar het komt beslist alleen door de vreemde, ons totaalonbekende omstandigheden! Zou u, omdat u beslist ook een eerste halfgod bent, ons die genade willen bewijzen? Zou u de grote god om genezing van het ziek geworden hart van mijn dochter willen vragen en mij tevens willen zeggen wat ik voor die genade moet offeren?
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] ik zeg je, dat ik veel medelijden met je heb en uit de grond va.n mijn hart je kortzichtigheid betreur, maar ik hoop dat er hier aan je oude dwaasheid gauw een einde zal komen!
Hoofdstuk 89: Een echte heiden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)