Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 200 van 215

...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...
[5] Was even daarvoor de hemel helder, dan is ze niet zelden in enkele minuten tijds gehuld in dichte, dikwijls geheel zwarte wolkenmassa's, die schijnbaar zonder doel heen en weer trekken, opdat daardoor de wachters van de troon op een dwaalspoor worden gebracht. Bij zo'n gelegenheid is dan de Grossglockner gewoonlijk in korte tijd weer wolken -en nevelvrij. Want zodra de wachters zo 'n plan van de boze geesten bemerken, trekken ze zich samen en verbergen zich in de binnenste grote kristallen tempels van deze berg. Als nu de hoofdaanvoerders van de boze bende zien dat de troon niet bezet is, bevelen ze hun troepen dadelijk zich zo hoog mogelijk te verheffen en boven over de troon te vallen om alles in de binnenste vertrekken gevangen te nemen en te verdrukken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Zien deze boosaardige verspieders geen tegenstanders, dan verheffen ze zich hoger en hoger en in de tijd van enkele ogenblikken is de hemel boven de zee in dichte stormwolken gehuld, waaruit weldra de hevigste windstoten de zee woelig maken en duizenden bliksemstralen worden dan afgevuurd op die geesten, die de weg ter verbetering ingeslagen hebben. Deze rebelse geesten komen overal slecht terecht en daarom loopt ook deze onderneming altijd slecht voor ze af. Want dan worden met de snelheid van de gedachte vanuit het leger van onze hoofdwachters te land vreedzame geesten uitgezonden. Deze werpen zich dan op de ziedende scharen, slingeren ze gewoonlijk als hagel of hevige regen in zee en bevrijden bij deze gelegenheid de deemoedige geesten uithun onvrijwillige gevangenschap. De bozen, die maar een ondergeschikte rol hebben gespeeld, worden dan snel naar de Noordpool bevorderd; de ergsten echter worden voor zeer lange tijd naar het harde ijs van de Zuidpool verbannen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] De goede geesten leerden hem, dat zijn wens wel wat onbescheiden was. Ze voegden erbij dat het toch al een grote genade voor hem was, dat Ik hem het oog van de geest had geopend, zodat hij zijn geestelijke broeders kon zien en met hen kon spreken. Maar dit onderricht had weinig resultaat, want hij zei daarop: 'Lieve broeders en vrienden van mijn en uw Heer! Ik kan u voor eens en altijd niets anders zeggen dan: Als ik Hem alleen maar mag zien, kan de hele wereld en de hele hemel mij niets meer schelen. Je mag praten zoveel je wilt, je kunt me nooit van mijn voornemen afbrengen. Want Degene die ik boven alles liefheb, wil en moet ik zien!' Steeds als deze goede geesten deze uitspraak hoorden, prezen ze hem vanwege zijn grote liefde voor Mij. Maar toch bleven ze een tijdlang uit zijn nabijheid, zodat hij niets anders zag dan wat hij met zijn lichamelijke ogen kon zien. Hij geraakte daardoor in de mening, dat zijn verlangen toch misschien zondig was, omdat de geesten hem hadden verlaten.
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Onze biddende man antwoordde: 'Goede vriend, ik beken je openlijk dat ik nog nooit in een bedehuis heb kunnen bidden, maar wel op deze mij heilig voorkomende berg. Als ik hier om me heen kijk, het gras, de bossen en boven mij de wijde, vrije hemel, zegt mijn gevoel mij dat deze pracht van de grote, natuurlijke Godstempel God zeker welgevalliger is dan al het houtsnijwerk waarmee een bedehuis is versierd!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Over deze vraag was onze biddende man een weinig verbaasd, maar al snel bedacht hij zich en zei: 'Kijk, veel mensen bidden voor hun gezondheid, veel ook om een vermogen of iets anders. Mij is maar aan één ding iets gelegen en dat is de Heer, mijn God. En Die wil ik graag tenminste één keer in mijn aardse leven zien. Dan heb ik meer dan wat aarde en hemel kunnen bieden. Daarom wil ik ook liever sterven dan dat ik van mijn voornemen afzie!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Toen begon onze gebedsman na te denken. Hij herinnerde zich de twee naar Emmaüs wandelende discipelen en vroeg daarom enigszins angstig aan de vreemde: 'Lieve vriend! Zeg mij of je een heremiet of een vroom en in de Heilige Schrift goed onderlegd mens bent; want een gewoon mens spreekt zulke woorden niet'. Op deze vraag antwoordde de vreemde niet meer, maar greep hem bij de hand en hief hem van de grond op naar de hoogste top van de berg. Hier opende Hij pas weer Zijn mond en sprak: 'Broeder, zie, degeen om wie je drie jaar lang hebt gesmeekt, die staat nu voor je. Ik alleen ben de God van hemel en aarde en buiten Mij is er geen! Blijf Me echter in je hart trouw, hoewel je Mij voortaan in je leven niet meer zult zien! Zoals je nu echter Mijn Vaderstem hoort, zul je hem steeds horen, zowel op deze berg als overal waar je je in Mijn naam zult bevinden. Je hebt het Leven gevonden en dat zal je nooit meer ontnomen worden. Waarlijk, Ik zeg je: je ziel zal de dood nooit smaken! Amen!'
Hoofdstuk 38: De bergen als plaatsen van goddelijke openbaring - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Dit is ook een deel van de hemel. Neemt hem aan als een grote zegen van Mij en wordt eeuwig levend in de geest! Amen.
Hoofdstuk 39: De bergen als spiegel van ons innerlijk - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Nu zijn de mensen uit de natuur, de sterren en de elementen geschapen. God, de Schepper echter, beheerst alles, zoals het sap de gehele boom beheerst. Maar de natuur heeft twee hoedanigheden in zich tot aan de oordeelsdag: een lieflijke, Hemelse en heilige en een grimmige, helse en versmachtende.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Toen God echter zag, dat het menselijke inzicht verduisterd was, stelde Hij de natuur nog eens te werk en toonde de mensen dat er in de natuur aanwezig was het boze en het goede, opdat zij het goede leren zouden en hij liet het vuur van de Hemel dalen en verbrandde Sodom en Gomorra, tot een afschrikwekkend voorbeeld voor de wereld.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[44] Op zulk een wijze, met zulk een kennis van den Geest wil ik in dit boek over God, onzen Vader schrijven, in Wie alles is en Die zelf "het Al" is; op deze wijze wil ik behandelen, hoe alles is ontstaan en hoe alles leeft en beweegt in de ganse boom des Levens. Zo zult ge de oorsprong der Godheid zien en hoe Hij bestond voor 's werelds aanvang; ook zult ge zien, hoe de heilige Engelen werden geschapen en waaruit; ook van de vreselijke val van Lucifer met zijn legioenen zult ge horen; ook waaruit
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Koffie is verreweg het slechtste wat de mens zich uit de plantenwereld voor zijn genot heeft uitgekozen. Deze vrucht is alleen voor paarden, ezels, kamelen en meer van dergelijke dieren op aarde geschapen en activeert ze en maakt hun zenuwen sterk. Bij mensen die koffie gebruiken heeft deze boon echter een geheel tegenovergestelde werking. Bij hen bederft ze het bloed in hoge mate, verhit de genitaliën en als daarop niet spoedig een bevrediging kan volgen, dan ontstaat daaruit een totale afstomping in de prikkelbare delen van het menselijk lichaam. Daar het de ziel veel moeite kost zulke alleen voor het grove vee bestemde zielepotenties uit het lichaam te verwijderen, raakt zij vermoeid, traag, nalatig, vaak somber, nors en treurig. Ik zeg jullie: Een kop mestgier met suiker gezoet gedronken, zou voor het menselijk lichaam veel gezonder zijn dan die bruine brandsoep van dit grove diervoeder.
Hoofdstuk 5: Dieet - Jakob Lorber - De geneeskracht van het zonlicht
[10] Daar nu echter beide in de mens werken, zo kan hij zich werpen op wat hij wil, want hij leeft in deze wereld tussen deze beide in en het boze en het goede is beide in hem; hij wordt aangedaan met heilige of met duivelse kracht. Want Christus zegt: “Mijn Vader wil de Heilige Geest geven aan die, die hem daarom bidden”. Lukas 11, 13. Zo heeft God ook de mens geboden het goede te doen en het kwade na te laten en Hij laat nog dagelijks prediken en de mensen vermanen het goede te doen, opdat men zal erkennen dat God het kwade niet wil, maar wel, dat Zijn rijk kome en Zijn wil zal geschieden in de Hemel, als ook op de aarde. Daar nu echter de mens door de zonde is vergiftigd, zodat het boze zowel als het goede in hem heerst en nu, half buiten het leven gesteld en vol onverstand, God zijn Schepper, evenals de natuur en haar werking, niet meer wil erkennen, zo heeft de natuur van de aanvang af tot op heden zich volijverig geweerd: God heeft tot dat doel zijn Heilige Geest ge­geven, zodat er overal wijze, heilige en verstandige mensen geboren en bereid gemaakt worden, die de natuur, evenals God hun Schepper heb­ben leren erkennen en die steeds met hun geschriften en leringen een licht voor de wereld geweest zijn. Met hen heeft God zijn kerk op aarde gesticht tot Zijn eeuwige lof; de duivel heeft daartegen gewoed en ge­raasd en menige edele twijg vernield door de boosheid in de natuur, welker koning en God hij is. Terwijl nu de natuur dikwijls een geleerd, verstandig mens toegerust heeft met edele gaven, zo heeft de satan zich er volijverig op toegelegd, de mens te verleiden in vleselijke lusten, geld­zucht en macht. Daarmede heeft de duivel in hem geheerst en de boze kwaliteit heeft de goede overheerst en uit 's mensen verstand, zijn kunst, zijn wijsheid, zijn ketterij en dwaling voortgekomen, die de waarheid bespotten en grote vergissingen op aarde aangericht hebben en de duivel is hun aanvoerder geweest. Want de kwade hoedanigheid in de natuur heeft van den beginne af aan nog altijd met de goede geworsteld en zich omhoog gewerkt en menige edele vrucht in het moederlichaam ver­nietigd, wat duidelijk voor de eerste maal te zien is bij Kaïn en Abel, die uit één moederlichaam zijn voortgekomen. Kaïn was, van de moeder­schoot af aan, één die God verachtte en hoogmoedig was; Abel daaren­tegen een deemoedig, godvruchtig mens.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[19] Toen liepen alle volkeren toe, kochten en aten, tot ze er aan ten gronde gingen. Alle koningen aten ten alle tijde van de vrucht van de koop­man en leefden in grote onmacht, want de wilde boom overschaduwde hoe langer hoe meer en vernietigde hen gedurende een lange tijd. En er was een zo grote ellende op aarde, als er sinds de wereld geschapen was, niet geweest was, maar de mensen meenden dat het een goede tijd was, zozeer was de koopman onder de boom verblind. Ten laatste echter klaagde de barmhartige God over des mensen ellende en verblindheid en stelde nog eenmaal de goede, heerlijke en goddelijke boom in werking, die de vrucht des levens droeg, toen groeide er een twijg dicht bij de wortel en deze werd groen en aan dit twijgje werd gegeven het sap en de geest van de boom en het was, alsof het met mensentong sprak en iedereen de kostelijke boom toonde en zijn stem weerklonk tot in verre landen. De bewoners kwamen toelopen om te zien, wat dat was. Toen werd hun getoond de kostelijke en deugdzame boom des levens, waarvan de mensen in den beginne gegeten hadden en zij waren verlost. En zij verheugden zich zeer en aten van de boom des levens vol vreugde en werden verkwikt. En zij ontvingen nieuwe kracht en zongen een nieuw lied en werden verlost en haatten de koopman met zijn valse vruchten. Allen die hongerden en dorsten naar de boom des levens, kwamen, ookzij die, in de stof terneer zaten en zij aten van de heilige boom en werden gezond en verlost van hun boosheid en zij werden ingeënt in de boom des levens. Alleen de handlangers van de koopman en de huichelaars en zij die woekerwinst hadden gemaakt met hun valse waren en sommen hadden verzameld, kwamen niet, want zij waren in de woeker van de koopman ten onder gegaan en de dood gestorven, en zij leefden in de wilde natuur; en de angst en schande, die blootgelegd werden hield hen terug. Zij hadden met de koopman zo lang gehoereerd en de zielen van de mensen verleid, terwijl ze er zich toch op beroemden, dat ze in de boom des levens ingeplant waren en in goddelijke, heilige kracht leefden, maar ze verkochten de vruchten van de boom des levens.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[45] Hemel, aarde, sterren en elementen zijn ontstaan, zowel als de metalen in de aarde, de stenen en al het geschapene; de geboorte van het Leven en de stoffelijkheid aller dingen; ook wat is de Hemel, waar God en Zijne heiligen wonen, en wat de toorn Gods en het helse vuur is en hoe alles is aangestoken. In één woord: Wat en Wie het Wezen van alle Wezen is. De eerste zeven hoofdstukken behandelen zeer eenvoudig en begrijpelijk het wezen van God en de Engelen door middel van gelijkenissen, opdat de lezer, stap voor stap eindelijk de diepe zin -en de juiste grond zal kunnen begrijpen.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Het hoofd beduidt de Hemel; het is met de aderen en krachtwegen aan het lichaam verbonden en alle krachten gaan vanuit het hoofd en de hersenen naar het lichaam en in de bronaderen van het vlees.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...