Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 200 van 278

...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...
[7] Want zo heeft de Heer het immers ook bedoeld! Hij omarmt de vrouw die alleen Hem liefheeft en dat ook volledig kan en wil zonder dat daar iets werelds bij komt, en Hij draagt haar dan op Zijn armen en handen en vingers naar haar meest gelukkige bestemming!
Hoofdstuk 102: Henoch verhindert dat de beschaamde Muthaël wegloopt. Henochs woorden over het wezen van de vrouwen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Want wat voor zin heeft zo'n dom leven met al dat gepieker zonder de machtige verbinding door het woord van de Heer, waarbij men bij een ernstige levensvraag niet eens weet waarom men eigenlijk op de wereld is?!
Hoofdstuk 105: Het wachten van Muthaël op het woord van de Heer, zijn zelfgesprek. Adams zorgen over Muthaël, Henochs geruststellende woorden. Men gaat naar buiten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Dat komt mij werkelijk enigszins verdacht voor; want zie, het meisje ging er nadat zij de roep had gehoord, zonder verder ook maar naar ons om te zien, vandoor als een vos die een hoen rooft!
Hoofdstuk 106: Uranion als waard van de herberg. Purista wordt naar de heuvel bij Muthaël geroepen. Adams nieuwsgierigheid en heilzame schrik. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Zie, ik houd zonder meer uit alle macht boven alles van God, mijn Heer en Schepper, maar als Hij hier ook persoonlijk aanwezig zou zijn, dan had ik Hem gezegd wat ik jou nu heb gezegd!
Hoofdstuk 109: De klacht van de verongelijkte Adam en zijn dwaze voornemen zich van allen terug te trekken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Waarom mogen de geesten die overgegaan zijn dan niet naar ons toe komen en ons laten zien dat zij ook zonder lichaam leven hebben en bestaan?'
Hoofdstuk 117: De ascese onder de kinderen van de hoogte. De dood van Seth en de geboorte van Noach. Henochs en Lamechs gesprek over de lichamelijke dood van de mensen. Henochs rouw en wegneming door de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Toen Ik destijds met je vaderen van de avond naar de middernacht trok en jou tegemoet ging toen je zonder toestemming de vaderen, die de volkeren tot het grote sabbatfeest uitnodigden, op de bosweg tussen middernacht en avond angstig tegemoet kwam, was je vol dankbare vreugde omdat Ik voor jou bemiddelde bij de vaderen. De grootste vriend van je leven heb je toen in Mij gevonden en je zou voor Mij door het vuur zijn gegaan, hoewel je Mij toen nog niet kende.
Hoofdstuk 119: De beëindiging van de voortplanting op de hoogte en de waarschuwing van de Heer aan Lamech. Lamechs verwijtend antwoord aan de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En Henoch kwam naar beneden en zei tegen Lamech: 'Dwaas, raak me aan en overtuig je ervan dat ik nu voor eeuwig leef zonder ooit weer mijn bestaan te wisselen!'
Hoofdstuk 120: De ernstige, terechtwijzende woorden van de Heer aan Lamech. De geesten Henoch en Adam getuigen van het eeuwige leven van de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Wat echter de lichtzinnige bromvliegen betreft, die laten wij geheel ongehinderd de afvalhoop betrekken; maar komen zij onze spijzen te na, dan is er nog tijd genoeg hen weg te jagen! De winter van het leven zal hen zonder meer vroeg genoeg de genadeslag geven!
Hoofdstuk 124: Woorden van de Heer over het wezen van de getrouwen en de ontrouwen. De onverbeterlijkheid van hen die verslaafd zijn aan verstrooiing. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Met Mij kan de mens door alle poorten gaan en kan alles genieten omdat Mijn geest in hem alles tot leven omvormt; maar zonder Mij zal niemand ook maar een grashalm plukken, want ook een grashalm kan hem de dood brengen, zowel lichamelijk alsook geestelijk, als hij die met zijn geest dusdanig beroert dat hij zijn liefde daarin plaatst!'
Hoofdstuk 125: Het tweegesprek tussen Lamech en Methusalah. Wie iets in de wereld meer lief heeft dan God, is Hem niet waard! - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Maar in deze tijd waren de twee voorheen zwakke dochters van Thubalkaïn huwbaar en sterk geworden en waren van zo'n uiterlijke, lichamelijke schoonheid dat allen voor hen neervielen en hen zonder schroom ronduit aanbaden.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] Zie, hier is zonder beperking van jouw vrijheid geen raad meer mogelijk!
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[26] En de dag brak aan, en Uraniël trouwde zonder het zijn vader op de hoogte te melden en zijn zegen te vragen.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En aangezien de vindingrijkheid van de mensen nooit rust, rustte zij ook hier niet. Van jaar tot jaar werden nieuwe uitvindingen gedaan om vrouwen mooier te maken, en een meisje hoefde niets anders dan slechts recht van lijf en leden te zijn, wat in die tijd wel nagenoeg zonder uitzondering het geval was, en zij kon mooi worden gemaakt.
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Lamech riep nu meer dan tienduizend vrouwen bijeen, die zonder mannen op de hoogte leefden en zich heimelijk hadden voorgenomen hun mannen naar de laagte te volgen, en zei met een machtige stem tegen hen:
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] De aanbrengers gingen meteen en deden wat de koning hen had opgedragen, en binnen een uur waren er al tegen de twaalfduizend man slagvaardig en ze renden naar het kamp van de vrouwen en veroverden dat zonder slag of stoot.
Hoofdstuk 132: De aankomst van de tienduizend vrouwen in de laagte en de succesvolle mensenhandelpolitiek van koning Uraniël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...