Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 200 van 1490

...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...
[7] De Heer, als mens, zal eens naar Jeruzalem gaan, zal daar leren en grote tekenen doen. Daardoor zal de tempel zeer geschaad worden, in grote woede ontsteken en trachten de Heer te grijpen en te doden, een onderneming van de tempel waartoe deze nu al grote lust heeft. En luister! De Heer zal Zich door de tempel laten grijpen en lichamelijk laten doden! Dat zijn Zijn hoogst eigen woorden.
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan voegt RAPHAËL, die natuurlijk ook niet sliep, zich bij de drie en zegt tegen Mathaël: "Denk je dan, dat wij, talloze engelengeesten, en ik hier in 't bijzonder, de Heer alleen maar hier op deze heuvel ten dienste staan?
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Kijk, de Heer schrijft op elk van de talloze werelden steeds iets voor wat dáár gebeuren moet, maar dat heeft alleen nut voor die wereld waarvoor het voorgeschreven is, en dat is voor het heil van jouw ziel helemaal niet geschikt! Ook moet de Heer voor het voortbestaan van deze aarde veel regelen, wat jou óók niets aangaat. Maar van wat Hij voor het zieleheil van de mensen zal voorschrijven, zal je niets onthouden worden! -Ben je daarmee tevreden of niet?"
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Als je je van alles wat de Heer in het vervolg op deze aarde persoonlijk zal doen, zelf zou hebben kunnen overtuigen en als je je dan op een of andere wijze toch door de wereld had laten verleiden, dan hielp al het geziene en gehoorde je pet zoveel alsof je niets gezien en gehoord zou hebben! Als je echter steeds blijft in de genade en liefde van de Heer , doordat je je niet Iaat verblinden door de wereld, maar de Heer steeds boven alles liefhebt en al je naasten als je zelf, dan zul je, ook al was je in de vreemdste en verste wereld, toch in alles ingewijd worden wat de Heer ook maar zal doen, -voor zover dat voor het heil van je ziel vereist is. Want werkelijk alles te weten wat de Heer in de gehele oneindigheid wil en voorschrijft, is voor het heil van je ziel helemaal niet noodzakelijk!
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Voel maar eens aan deze massa hoe gloeiend heet die nog is en dan zal dat jullie wel helemaal overtuigen van wat ik je nu hierover heb verteld! Langs heel natuurlijke weg kan ik jullie nóg een bewijs leveren, want ik kan namelijk een experiment uitvoeren, waarbij ik een steen neem die hier ligt, deze met bliksemsnelheid door de lucht slinger en na enige ogenblikken weer hier laat brengen door geesten, die mij dienen. Dan kunnen jullie je ervan overtuigen dat deze steen, met een gewicht van slechts een paar pond, straks net zo sterk zal gloeien als deze meteoor zojuist gegloeid heeft."
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Na enige ogenblikken werd de steen weer door de dienstbare geesten, terwijl hij nog roodgloeiend was, heel rustig voor de drie verbaasde toeschouwers op de grond gelegd en RAPHAËL zei: "Hier ligt nu het snel en eenvoudig uitgevoerde experiment vóór jullie. Zien jullie een verschil tussen deze kunstmatige en die op natuurlijke wijze ontstane meteoor?"
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] RAPHAËL zegt: "O, denk je dan, dat er in de zon geen dienende geesten zijn? Laat ik jou en jullie beide anderen dan zeggen: Noch in de zon, noch op deze aarde gebeurt er ook maar iets zónder een dienende geest, want alles wat je ziet en aanraakt is in wezen geheel geest. Zelfs de grofste materie is geest, is ziel, -maar alleen in een geoordeelde toestand. Kwets je de onder het zwaarste oordeel in doodse rust liggende geesten te erg door vliegen, slaan of drukken, dan zullen zij je weldra hun macht en kracht laten voelen!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ja, ik verzeker jullie: in het binnenste van de grote zon ontstaan niet zelden erupties die zo krachtig zijn, dat de daarbij vrijkomende krachten met brokken zo groot als deze aarde net zo zouden spelen, als hier op deze aarde de wind speelt met het dwarrelende kaf! En nu zal het jullie des te begrijpelijker zijn hoe en met wat voor supersnel gemak deze klomp uit de zon naar deze aarde kwam!"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MUREL zegt: " Als dat waar is en dat is ongetwijfeld zo, is deze klomp dus van onschatbare waarde en dan zou men hem dus als eeuwig aandenken aan iets buitengewoons in een museum moeten zetten!"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: "Deze klomp was een half uur geleden nog een deel van de zon. Door een grote vuurkrater, waarin het geweldig tekeer ging, werd hij samen met vele andere brokken, met een onbegrijpelijk groot geweld naar buiten geslingerd in het grote wereldruim. Als bij toeval werd deze klomp richting aarde gestuurd. Sneller dan de bliksem vloog hij door de ether en bereikte reeds achter het werelddeel Europa de atmosfeer van deze aarde, die hij eerst aan de bovenzijde slechts lichtjes raakte. Toen hij in het volgende ogenblik echter dieper zonk en door de steeds dichtere atmosfeer van deze aarde veel weerstand ondervond, verminderde zijn snelheid sterk en toen hij in deze omgeving kwam, vloog hij in vier ogenblikken slechts twintig uur gaans. Toen ik hem inhaalde was hij Azië toch al bijna voorbij en zou binnen tien ogenblikken in de grote aardse zee zijn gevallen. De Heer wilde echter dat jullie ook in dit opzicht voorlichting krijgen, en niet blijven geloven dat er een boze geest over de aarde vliegt om daaraan en aan de mensen schade te berokkenen. Nu hebben jullie de boze geest voor je en daar kunnen jullie van leren dat dit een heel gewone verschijning is tussen de grote hemellichamen."
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] RAPHAËL antwoordt: "De sterke lichtuitstraling wordt veroorzaakt door de buitengewoon snelle vlucht door de lucht. Er ontstaat een zeer grote wrijving met de luchtdeeltjes, waar hij hard tegen aandrukt omdat zij hem niet snel genoeg kunnen ontwijken. Op deze hoogte ontbrandt de lucht echter als zij teveel wordt samengeperst of teveel druk ondervindt en omdat de lucht in de gehele baan van zo'n meteoor steeds maar door ontbrandt, is het op de plaats waar zo'n meteoor zich in zijn baan bevindt altijd zo licht als de bliksem, en omdat achter de met zo'n hoge snelheid voort vliegende meteoor een luchtledig ontstaat, waarvan de wanden nog sterk door het vuur aangetast zijn, ziet men achter de meteoor ook altijd een staart, waarvan het felle gloeien afneemt en die op zichzelf alleen maar een verschijnsel en geen werkelijkheid meer is.
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] RAPHAËL zegt: "Dan zou je meteen de hele aarde in een museum moeten plaatsen, want de hele aarde komt eveneens daar vandaan, waar deze klomp vandaan komt!"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Ik zei: 'Dat kan Zijn macht gerust doen, want voor zo'n bestaan zoals ik nu leid, kan ik deze alleen maar eeuwig vervloeken! Maar als ik er niet meer ben is het ook voor eeuwig uit met mijn rechtvaardige toorn en gramschap tegen die macht!'
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Geef mij antwoord, of anders spreek ik een vloek over je uit zoals er op deze aardbodem nog nooit een vloek uitgesproken werd!' Toen verdween de geest en ik viel bewusteloos op de grond!"
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...