Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 200 van 728

...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...
[6] IK zei: 'Daar hoeven jullie je niet druk over te maken! Zorgen jullie voorlopig alleen maar voor jezelf, voor alle anderen zal nog voldoende gezorgd worden! Wie dan wil, zoals jullie, zal net als jullie gered zijn; wie dan echter niet zal willen, zal het aan zichzelf te wijten hebben als hij verloren gaat.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Want iedere ziel zal aan gene zijde geheel uit haar liefde en uit haar geloof verder leven, en dat zal zij doen in de volle vrijheid van haar wil. Als de liefde rein en goed is, zal ook haar leven in het hiernamaals rein, goed en zalig zijn; is haar liefde echter slecht en onrein, en bereidt zij voor haar naaste geen vreugde, dan zal ook haar leven aan gene zijde onrein, slecht en zonder vreugde zijn.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Nadat wij er ons van overtuigd hadden dat in dit opzicht geen enkel woord van de Schrift waarheid bevat, lieten ook wij al onze kwade hartstochten de vrije loop en werden wij in feite nog erger dan een heel legioen van de ergste duivels. Want die wijken voor de naam van de Allerhoogste; wij echter weken niet, maar werden daardoor nog kwader en boosaardiger. Kijk, alwijze, algoede en hoogst rechtvaardige Heer en Meester, omdat wij dus eigenlijk merendeels door het slechte voorbeeld van onze meerderen in de toestand gebracht zijn waarin wij ons nu bevinden, is onze hoop op Uw vergeving van onze zonden nog groter, daar wij ons nu allen vast voorgenomen hebben alle zonden te verafschuwen en zuiver volgens Uw leer te leven, - ook al zou dat ons zelfs ons aardse leven kosten!'
Hoofdstuk 11: De goede voornemens van de pasbekeerde joodse priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] Laat ieder daarom vóór alles zijn ziel proberen te redden! Want tegen allen zeg Ik, dat het aan gene zijde zo zal zijn: Wie liefde en waarheid, en dus de juiste orde van God, in zich heeft, zal er daar meteen nog heel veel bij gegeven worden; wie dat echter niet heeft of veel te weinig heeft, zal ook dat wat hij eventueel nog heeft, afgenomen worden, zodat hij dan helemaal niets zal hebben, en naakt, zonder middelen en zodoende zonder hulp zal zijn. Wie zal zich daar over hem ontfermen en hem vrijkopen?! Waarlijk Ik zeg jullie: Eén uur hier is meer waard dan duizend jaar daar! Grif deze woorden diep in je hart; maar voorlopig moet niemand daar over spreken! ,
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Wanneer echter de Geest waarover Ik nu met jullie heb gesproken, tot jullie zal komen en jullie zal doordringen, zullen jullie uit jezelf alles begrijpen wat je nu allemaal ziet en hoort maar door je puur natuurlijke gesteldheid niet kunt begrijpen; want het lichaam kan de geest niet begrijpen en is op zichzelf zonder meer dood. Het heeft geen ander leven dan alleen maar het tijdelijke meeleven uit de levenskracht van de ziel, die met de geest verwant is en die helemaal op hem kan gaan lijken, en één met hem kan worden als zij zich helemaal van de wereld afwendt en haar zinnen alleen richt op het meest innerlijke, geestelijke, volgens de orde en wijze zoals Mijn leer en Mijn persoonlijke voorbeeld het jullie laten zien.
Hoofdstuk 13: De nieuwe ster en het nieuwe Jeruzalem. De voorwaarde voor het eeuwige leven - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] Als men echter een ziel haar liefde zou ontnemen en haar een andere liefde zou geven, zou men haar vernietigen en in haar plaats een heel andere ziel scheppen. Dat zou echter tegen de eeuwige, goddelijke orde ingaan; want wat God eens in het leven geroepen heeft, kan niet meer vergaan, maar alleen voortdurend in iets edelers en beters overgaan. Daarom zal ook aan gene zijde voor zulke verloren zielen gezorgd worden; maar Ik zeg wel, zoals Ik reeds eerder gezegd heb: Hier is één uur beter dan duizend jaar daar!
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Geen enkele ziel geschiedt echter daardoor onrecht; want als men de liefde en de wil van een zielonverlet laat en haar slechts in zoverre van de andere afscheidt dat zij de goede geen nadeel kan berokkenen, maar verder in haar sfeer in de geestenwereld, die helemaal met haar eigen aard overeenkomt, kan doen wat zij volgens haar liefde voor het leven en haar intelligentie wil, dan doet men daarbij beslist geen enkele zielonrecht, zelfs niet schijnbaar.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] En zo zal het velen aan gene zijde heel lang vergaan, wat zij echter helemaal alleen aan zichzelf te wijten hebben. Want zij zullen daar niet één keer, maar heel vaak de verschrikking van de dood moeten doorstaan, wat echter ook zo moet zijn; want als die er niet was, zou ieder van die zielen werkelijk voor eeuwig verloren zijn.
Hoofdstuk 14: Bekentenis van een joodse priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] 's Morgens nog voor zonsopgang waren wij, dat wil zeggen Ik, de leerlingen, onze waard en Lazarus met zijn hele huishouding, al op de been. Lazarus zuster Martha was met haar helpsters al heel ijverig bezig om een rijkelijk, goed ochtendmaal klaar te maken; Maria ging echter met ons naar buiten en had zoals altijd slechts oog en oor voor Mij om iets voor haar hart en haar ziel te bemachtigen.
Hoofdstuk 15: De joodse priesters worden leerlingen van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Zij zeiden echter (DE PRIESTERS): 'Vriend, in deze kleren kunnen we beter handel drijven, en omdat van jaar tot jaar de vroegere inkomsten van de tempel uitblijven, moet dat opgevangen worden door slim zaken te doen met de heidense volkeren in het buitenland. ,
Hoofdstuk 16: De bekeerde priesters breken met de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Dat zij echter nu zo zijn zoals zij zijn, is het gericht van God over hen, omdat zij Hem losgelaten hebben en zich naar de mammon hebben gekeerd, die nu hun god is. Wie weet niet, dat vroeger de eerstgeborene uit ieder huwelijk tot hun veertiende jaar vrij en kosteloos in de tempel als een offer aan God uitstekend voor de Heer zijn opgevoed en dat zulke eerstgeborenen heel vaak zichtbaar door de engelen des hemels zijn bediend en onderricht?'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Daarom geven de armen thans hun eerstgeborenen ook helemaal niet meer aan de tempel, maar houden zich liever aan het nieuwe voorschrift waarover wij eerder spraken. Bij de rijke kinderen is het evenwel anders die worden wel in de tempel, natuurlijk voor geld, heel behoorlijk verzorgd en na verloop van tijd ook af en toe door pseudo-engelen bezocht, geholpen en onderwezen in enkele van buiten geleerde schriftteksten, die de engelen echter evenmin begrijpen als hun vrome leerlingen."
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Tijdens dit gesprek met de burgers van Jeruzalem zei MARTHA echter zachtjes tegen Lazarus: 'Broer, stel je voor: alweer een wonder! Gisteren en vandaag hebben wij voor al die mensen toch aardig wat opgemaakt, en kijk nu eens, uit onze grote provisiekamer is niet alleen niets verdwenen, maar van alles is er nu tienmaal zoveel, en in onze grote en kleinere wijnkelder zijn alle zakken vol wijn! Dat kan niemand anders dan alleen de Heer in Zijn overgrote goedheid en liefde voor ons gedaan hebben, en dus heeft Hij geen spijs en drank van ons gebruikt, maar aten wij allen aan Zijn tafel! ,
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Halverwege de winter zal Ik korte tijd een bezoek brengen aan de rechtschapen Galileeër Kisjonah en daarna een paar dagen voor het Paasfeest weer hierheen komen, maar nog voor het feest weer naar Galilea vertrekken. Kijk, wij zullen dus behoorlijk lang bij je vertoeven en ook behoorlijk wat nodig hebben; en daarom zegende Ik je provisiekamer en wijnkelder zo royaal! Houd echter je mond en zeg niemand daar iets over!'
Hoofdstuk 18: Een evangelie van blijmoedigheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[8] IK zei: 'Laten we nu ophouden met deze verhalen die helaas maar al te waar zijn, want onze Joodse burgers komen er aan en die willen we niet al te zeer ergeren. Weliswaar weten zij ook het nodige, maar natuurlijk niet al deze dingen, en daarom zullen wij hen van te voren niet te verder inwijden in de diepste, kwalijke geheimen. Spreken jullie er ook zo weinig mogelijk over, want anders zouden jullie in grote aardse moeilijkheden kunnen komen, die dan ook jullie ziel schade zouden kunnen berokkenen! Denk liever: 'Wij zijn in ons hart vrij en hebben het juiste licht en de ware weg naar het leven gevonden! ' Zolang Ik hen echter nog duld, opdat dé maat van hun boosheid vol zal worden, zolang moeten ook jullie hen nog dulden, en volg hun goede lessen op, maar wend je ogen en oren van de slechte af! En nu genoeg over dit onderwerp, want onze burgers staan al voor de deur en ook zij hebben nog niets gegeten; daarom moeten zij hier ook wat te eten en te drinken krijgen.'
Hoofdstuk 17: De zelfzuchtige handelwijze van de priesters in de tempel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  188 - 189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213  ...