Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 201 van 1166

...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...
[3] Na Mijn opdracht doofde de schijnzon abrupt en een inktzwarte duisternis daalde ogenblikkelijk over de gehele streek, en men hoorde duidelijk het luide angstgehuil uit de nabijgelegen stad.
Hoofdstuk 99: De uitwerking van het doven van de schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Want ieder mens heeft een lichaam dat eens moet sterven -dat zal ook voor Mijn lichaam niet uitblijven. De ziel wordt echter door het afleggen van het lichaam alleen maar vrijer, lichter en vitaler, en volledig één met Hem, die haar vóór de gehele schepping had voorbestemd tot heil van allen, die in de Zoon der mensen zullen geloven en Zijn geboden zullen houden.
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Denk dus goed na, en volg de eenvoudige geboden op die je meegedeeld zullen worden. Meer heb je niet nodig, want Ik ben niet gekomen om roem en eer van de mensen te verlangen! Het is voldoende als de Ene Mij prijst, die boven allen is in de hemel en op aarde. Als iemand Mij toch wil eren, loven en prijzen, laat hij dan dqor zijn daden laten blijken dat hij Mij liefheeft en laat hij Mijn geboden onderhouden, dan zal zijn loon eens in de hemel groot zijn.
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] OURAN zegt: "Ja, Heer, ik begreep U. Pas nu werd mij duidelijk wat men mij en mijn dochter over de ware God heeft verteld. Voorheen heb ik daar nooit aan durven denken!" Toen zweeg de Griek, want zijn gevoelens overmanden hem en hij weende uit liefde voor Mij.
Hoofdstuk 100: Die in Mij geloven zullen de dood niet smaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] MATHAËL haalt de schouders op en zegt: "God de Heer heeft mij weliswaar geheel laten ontwaken, waardoor ik één ben met mijn geest. Daardoor ken ik mijzelf en God in zoverre als mij gegeven is dat als diepste levenswaarheid te beseffen. Maar in de verborgenste levensroerselen van het mensenhart lezen als in een open boek en daarin haar diepste, innerlijke levenswetten onderkennen, dat kan slechts de Ene, en degene aan wie Hij het wil openbaren.
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] MATHAËL zegt: "O lieve Helena, niets gemakkelijker dan dat! Heb maar enig geduld tijdens mijn uitleg, dan is alles je daarna wel duidelijk!"
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] MATHAËL antwoordt heel bescheiden: "Beste wijze vrienden, voor jullie kon mijn wijsheid wel eens niet zo veel voorstellen, want jullie zijn al oudere leerlingen van de Heer, en ik ben nauwelijks zestien uur bij jullie!"
Hoofdstuk 102: Mathaël verklaart de namen van de eerste drie sterrenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] HELENA zegt: " Al vanaf mijn prilste jeugd hebben de sterren mij heel erg geïnteresseerd, en ik herkende al vroeg een aantal van de zogeheten sterrenbeelden. Die van de dierenriem werden mij als de belangrijkste het eerst aangewezen. In het verloop van een jaar leerde ik ze allemaal kennen en later leerde ik ook de andere, wondermooie sterrenbeelden en zelfs de afzonderlijke, grote sterren. Ik ken al de namen van de sterren, ik weet waar ze staan en wanneer ze in iedere maand op en ondergaan. Maar wat heb je eraan? Hoe meer ik mij met deze prachtige hemellichtjes bezighield, hoe meer het onwrikbare vraagtekens werden voor mijn hart, waarop tot op heden nog geen sterveling een bevredigend antwoord heeft gevonden. Omdat ik echter de brave sterren niets kon ontlokken, hielden hun namen, die natuurlijk al oeroud moeten zijn, mij des te meer bezig.
Hoofdstuk 101: Helena's vragen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[19] Hiér zijn echter daden te zien en woorden te horen, die niemand eerder heeft beleefd, -en daarmee hebben wij eindelijk een plaats gevonden waar wij de ware God door en door kunnen leren kennen. Helena en ook u, oude Ouran, zeg mij nu eens of mijn uitleg over de zodiak duidelijk was of niet!"
Hoofdstuk 105: Verklaring van de drie laatste tekens van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar na mijn genezing kreeg ik niet alleen al mijn lichamelijke krachten vrijwel direkt terug, maar de Heer van hemel en aarde wekte ook nog mijn geest op in mijn zeer bedroefde ziel. En zie deze geest geeft mij nu een diepgaand inzicht in alle dingen die waren en nu zijn, en in veel dingen die nog komen moeten!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Alleen de Heer is daarom mijn alles, mijn school en al mijn wijsheid. Wat ik weet en ken, weet en ken ik alleen door de Heer!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] HELENA zegt: "O ja, ik begrijp u wel, maar hoe kan een zwak sterfelijk mens, zoals bijvoorbeeld ik en mijn vader, in Gods school komen?"
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] HELENA antwoordt wat verlegen: "Maar beste Mathaël, ik smeek u, wordt daarover alstublieft niet boos op mij! Ik zie mijn domheid nu wel in en met zo'n vraag zal ik heus nooit meer bij u aankomen, maar wees alstublieft geduldig met ons en bedenk steeds dat er nog nooit een grote boom met één slag is omgehouwen! Langzaam maar zeker zal het wel in orde komen! Ook al is mijn vader oud, ik ben nog jong. En weet dat ik een heel volgzaam meisje ben; daarvan waren al mijn leraren overtuigd en mijn vader weet dat ook! O beste Mathaël, ik zal u zeker niet tot schande zijn, maar zo nu en dan moet u er wat meer geduld voor over hebben! Ik smeek u dat!"
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] HELENA antwoordt: "U hoeft mij daarom heus niet te ontzien! Als u mij met ernstige woorden soms sneller op weg kunt helpen, wees dan maar steeds zo ernstig als de grote Pontus wanneer zijn huizenhoge golven als razenden vechten met de orkanen. Maar als u mij en mijn vader met vriendelijke woorden en lessen in dezelfde tijd even ver kunt brengen, zou mij dat veelliever zijn. -Maar nu eens over iets anders! Een heel korte vraag nog en dan heb ik voorlopig genoeg stof tot nadenken!
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Je ziet nu wel dat de oorspronkelijke naamgeving alleen maar zo kan zijn gegaan als ik je vertelde en dat mijn verklaring van de Zodiakos (Zodiak) de juiste is! In het begin deelden de ouden de grote kring in volgens hun periodiek optredende werk. Bij de latere nakomelingen bepaalde de reeds ingedeelde kring het werk, want ieder daarin voorkomend sterrenbeeld gaf de Egyptenaren reeds van te voren aan welk werk hen in de komende periode wachtte. En in die geest was de naamgeving ook helemaal logisch, -maar niet volgens de onjuiste uitleg van de Grieken en Romeinen.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...