Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 201 van 263

...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...
[17] Kijk, nu wendt hij zich tot ons en vraagt bescheiden om een woord van de Vader, terwijl hij zegt: verheven vrienden van de Heer, ik weet wel dat een woord van de Vader, zelfs door jullie mond uitgesproken, te heilig is om door ons op een waardige manier te worden aangehoord; maar onze liefde voor Hem, de oneindig goede Vader, laat ons geen rust; daarom vragen we jullie er heel deemoedig om!
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] Nu zal ik hun dan ook een woord van de Vader geven. Luister dus: luister beste Gemaniël en ook jullie, zijn huisgenoten, broeders en zusters, zo spreekt de Heer: `Laat de kleinen tot Mij komen want aan hen is het hemelrijk!' Kijk hoe allen nu stralend neerzinken terwijl Gemaniël zuchtend van liefde zegt: ja, ja, dat is waarlijk het woord en de stem van de Vader; wie niet klein is en gelijk aan de kindertjes, zal het hemelrijk niet binnengaan! O lieve broeders en vrienden, laat deze allerheiligste woorden tot hoogste sier en grootste rijkdom van ons huis worden.
Hoofdstuk 41: Bezoek aan de middag. De werking van waarachtig geloof en daadwerkelijke liefde - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Kijk nu, wat op aarde nog altijd meer mechanisch wordt gedaan om aan de behoeften van de geest tegemoet te komen, manifesteert zich hier in de geest als mooiste, harmonische werkelijkheid. Want als jullie hier een af ander ding dat jullie eerst van buiten hebben gezien, binnengaan, dan wil dat zeggen: jullie gaan binnen in de innerlijke betekenis en dus ook in de totale ontleding en oplossing ervan, anders gezegd, jullie dringen door tot het wezen van het aanschouwde. Daarom hoeft men dan ook hier van binnenuit de van buitenaf geziene vorm niet meer waar te nemen, maar wel de diepere betekenis die geestelijk met de uiterlijke vorm overeenkomt.
Hoofdstuk 43: Merkwaardige omgeving en woning van zalige geesten - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Dat schetst de toestand van een mens tijdens zijn aardse leven, waarin hij het goede kent, maar opzettelijk voor het slechte kiest en dan vanuit zijn innerlijke verdorvenheid tegen beter weten in handelt. De gaten, die naar het invallende licht van de middag gericht zijn, betekenen het kennen van de werkelijke waarheid; de opstijgende rook uit deze gaten echter betekent het vrij en eigenmachtig veranderen van de goddelijke waarheid in ijdel bedrog. Het verborgen vuur waaruit de rook opstijgt, is de verborgen verdorvenheid die een gevolg is van de hoogste graad van eigenliefde en de daaruit voortkomende heerszucht. Vanuit deze verdorvenheid wordt al het goede zaad van het licht veranderd in het zaad van het onkruid. Het onkruid wordt dan door het vuur aangestoken, het verbrandt en lost op in deze voor jullie zichtbare rook.
Hoofdstuk 20: Gang naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Jullie vragen mij: wat voor soort mensen waren zij dan tijdens hun aardse leven? Ik zeg jullie: dat zijn de zogenaamde gelovige christenen die hun rechtvaardiging enkel in het geloof zochten en de liefde niet werkelijk wilden aanvaarden, alsof deze voor het eeuwige leven geen waarde zou hebben. Voor hen telde alleen het geloof. Zo'n overtuiging houdt hen hier vast. Het meer betekent de ontoegankelijkheid van diegenen die de een of andere overtuiging hebben. De eilanden echter betekenen dat de overtuiging is voortgekomen uit het woord van de Heer. Omdat de waarheid niet in verbinding staat met de liefde, of anders gezegd, het ware van het geloof niet in de ware hemelse echt is verbonden met het goede van de liefde, zijn de landstreken die door deze volkeren bewoond worden overal door tussenliggend water gescheiden. De vaartuigen die jullie op het meer zien, duiden op de vriendelijke en goede handelwijze van zulke mensen op aarde. Deze handelwijze brengt, zoals jullie zien, deze eilandbewoners met elkaar in contact.
Hoofdstuk 21: Bezoek aan de avondlijke streek - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Hij zegt: maar mijn geliefde vrouw, heb je er dan helemaal geen vermoeden van om welke redenen je op deze donkere plaats terecht bent gekomen? Ik denk toch dat jouw te wereldse gezindheid je hier heeft gebracht. Je was wel een heel spaarzame en in onze wereldse verhoudingen zeer eerzame vrouw en je was verder ook buitengewoon verstandig; alleen was de leer van het ware christendom jou vaak een doorn in het oog. Je hebt je er soms niet zo gunstig over uitgelaten en hield je meer aan de wijsheid en de filosofie van de wereld. Ik heb je vaak gezegd, lieve vrouw, als er in het hiernamaals een leven bestaat, dan denk ik dat men daarin aan alle wereldwijsheid niet genoeg heeft; daarom zou het beter zijn zich aan Gods woord te houden, want het tijdelijke duurt maar kort. Als er echter een eeuwigheid bestaat, zullen we niet onze tijdelijke wijsheid zoals gezegd, heel moeilijk onze weg vinden. Kijk lieve vrouw, dat zijn letterlijk de woorden die ik heel vaak in vertrouwen tot je heb gesproken en zoals ik nu tot mijn grootste en betreurenswaardigste verbazing merk, zijn deze jammer genoeg maar al te goed uitgekomen. Daarom, denk ik nu, lieve vrouw, dat het voor ons de allerhoogste tijd is, als men dat hier zo kan zeggen, om ons helemaal vrij te maken van alle wereldse herinneringen en ons voor genade en ontferming tot onze Heer Jezus Christus te wenden. Want als Hij ons niet helpt zijn we voor eeuwig verloren; omdat ik in mezelf heel zeker weet en aanvoel dat er voor ons buiten Christus in de hele oneindigheid geen God en geen helper meer is. Helpt Hij ons dan zijn we geholpen; helpt Hij ons niet dan zijn we voor eeuwig reddeloos verloren! Nu zou ik willen dat ik ons hele vermogen aan de bedelaars had vermaakt en dat onze kinderen daardoor bedelaars zouden zijn geworden. Dat zou ons hier zeker meer zegen gebracht hebben dan al onze wereldwijze zorg voor het materiële welzijn van onze kinderen. Omdat we onze wereldse dwaasheid nu niet meer kunnen veranderen, blijft ons, lieve vrouw, zoals gezegd niets anders meer over dan dat we ons in alle ernst met uitsluiting van alle andere gedachten of wensen, alleen tot Christus wenden opdat Hij voor ons, ondanks onze grote dwaasheid, genadig en barmhartig mag zijn en juist deze dwaasheid door Zijn oneindige genade en erbarmen aan onze kinderen mag goedmaken.
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] Zeg me daarom, kan God dan zonder meer verlangen dat die mensen en volkeren die niet in hetzelfde gebied en vooral niet in dezelfde tijd met Hem hebben geleefd, onvoorwaardelijk moeten aannemen dat Hij het was die deze leer heeft gesticht? Kan God, als Hij bestaat en rechtvaardig is, hen kwalijk nemen dat ze dat niet kunnen? Of kunnen de mensen en volkeren niet tegen God, mocht Hij misschien bestaan, optreden en zeggen: hoe wilt u oogsten, als U niet hebt gezaaid? Hoe wilt U over ons rechtspreken als U een onrechtvaardige God bent? Wilt U echter rechtvaardig rechtspreken, oordeel dan degenen die U hebben gezien en tot wie U hebt gepreekt. Maar laat ons met rust, want we hebben U nooit gezien en hebben ons nooit van Uw bestaan kunnen overtuigen. Het woord dat ons is overgeleverd en van U afkomstig zou zijn, kan ons nooit oordelen, omdat het evengoed verzonnen als waar kan zijn en nog veel eerder verzonnen dan waar. Zolang we op aarde hebben geleefd, hebben we slechts de oude natuur gezien; van U echter geen enkel spoor. We zijn op de wereld gekomen als zuivere kinderen van de natuurkrachten. De mensen en wereldse leraren hebben ons pas kennis bijgebracht. Ons hele leven lang was er van U geen spoor te bekennen. Waarom wilt U dan over ons rechtspreken, terwijl U ons nooit een bewijs dat van Uw bestaan en geaardheid zou getuigen, wilde geven?
Hoofdstuk 35: Een echtpaar in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[25] De gastheer zegt: goed, omdat jij het zo gelooft mag je hier blijven, want wat de Heer op aarde heeft gezegd, is waarlijk in gelijke mate ook gesproken voor alle hemelen en wel omdat juist alle hemelen gemaakt zijn uit het woord dat de Heer op aarde heeft gesproken. Maar nu, mijn lieve vriend, komt er iets anders.
Hoofdstuk 46: In het heuvelland van de eeuwige morgen. Een klein liefde examen. Hoe stellen jullie je de Heer voor? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Zoals jullie zelf met je innerlijke ogen kunnen zien, staat de helft van het gezelschap op en beklimt weer op handen en voeten de wel heel steile hoogte. Sommigen komen bovenaan, maar anderen die minder kracht hebben, glijden weer naar beneden. De geestelijke vraagt aan degenen die al boven zijn of er nog een hoogte komt. Zij roepen terug: victorie!!! Er is geen hoogte meer; we staan aan het begin van een uitgestrekte vlakte. Heel in de verte zien we ook al het hemelse wolkendek en in het midden een sterk licht. We kunnen alleen nog niet ontwaren wat het is.
Hoofdstuk 48: Processie bij een zogenaamde hemelbestijging - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Beste vriend, ik kan van je gezicht aflezen dat je iets anders in petto hebt. Daarom vragen we je allemaal dringend, hou ons niet langer in onzekerheid en zeg ons, wat de waarachtige wil van God is. We willen immers alles doen en ons in alles schikken, maar breng ons niet meer terug naar deze, in de letterlijke zin van liet woord, lange en daardoor ook bijzonder saaie tafel; want werkelijk, ikzelf zou als het mogelijk was liever sterven en dus ophouden te bestaan, dan me een vraatzuchtige poliep te wanen op de bodem van deze onmetelijke lichtzee!
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] U als denkend en wijs man zult dus zelf inzien dat het van mijn kant zeer onbillijk zou zijn, mij van ver zo'n weldoener te verwijderen, vooral nu ik Hem, naar het mij voorkomt, het meest nodig heb. Daarom geachte vriend, doet u voor mij in dit opzicht vooral geen moeite, want ik geef u openhartig de verzekering dat u bij mij niets zult bereiken. Ik was lang genoeg een dwaze slaaf van de charmes van mijn vrouw. Ik heb na haar overlijden in Christus mijn Heer geleerd om deze te kunnen ontberen en ik hoop dat ze me hier niet meer zullen beïnvloeden, vooral omdat door de dood van mijn lichaam de huwelijksband met mijn vroegere vrouw heeft opgehouden te bestaan. Wil zij mij echter volgen dan zal ze mij ook altijd waardevol en dierbaar zijn. Maar mijn Christus opgeven voor haar zal ik nooit doen, al trok ze me ook met alle geweld naar het middelpunt van een of andere hel! Is ze ermee tevreden dat ik tenminste ongehinderd met mijn Christus bij haar kan zijn, dan wil ik mijn oude liefdesbanden met haar niet verbreken, maar is ze dat niet, dan heb ik bij deze mijn laatste woord in haar aanwezigheid gesproken.
Hoofdstuk 36: Het echtpaar en een leugengeest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De vrouw zegt: praat maar zoveel je wilt, ik heb nu eenmaal gelijk. Ik kan je weliswaar niet de verzekering geven nu al iets beters te hebben gevonden, maar desalniettemin ben ik van mening dat, wanneer je mij wilt volgen, we binnen niet al te lange tijd een plaats kunnen vinden waar licht in overvloed zou kunnen zijn. Want kijk, hier aan onze rechterkant ben ik eens, afgaande op mijn innerlijke gevoel, lange tijd rechtdoor gelopen, waarna ik uiteindelijk bij een brede stroom uitkwam. Aan de overkant van de stroom zag ik een machtig gebergte en achter het gebergte kwam er licht op als het gloren van het vroege morgenrood. Zou men maar op de een of andere manier de stroom kunnen oversteken, dan zou men naar mijn overtuiging in een lichtere omgeving dan deze moeten komen.
Hoofdstuk 37: De zwakheid van de man. De gang van de vrouw naar de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] De vreemdeling zegt: o zeer achtenswaardige, beminnelijke dame, ik heb werkelijk oprecht medelijden met u, maar daarentegen bewonder ik toch ook weer uw sterke innerlijke kracht waarmee u zo onvermoeibaar bezig bent om zo'n onhandige man op het rechte pad te brengen. Allerliefste achtenswaardige dame, u moet mij maar niet kwalijk nemen dat ik, wanneer ik in dit verlichte en steeds helderder wordende tijdperk ook maar iets hoor over de oude christelijk-joodse filosofie, van louter ergernis uit mijn vel zou kunnen springen. Ja, deze komt me nog veel dommer en onnozeler voor dan wanneer iemand zich zou voornemen om trouw te blijven aan een vreselijk ouderwetse, meer dan duizend jaar oude klederdracht, terwijl de hele wereld rondom hem reeds lang de grotere voordelen van de nieuwe kleding heeft ingezien en deze dus ook zonder meer heeft geaccepteerd.
Hoofdstuk 38: In de eerste graad van de hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Jullie vragen alweer en zeggen: maar beste vriend, we weten nog heel goed dat we ons in jouw sfeer en in wezen op de geestelijke zon bevinden, waar we eigenlijk niets dan hemelse zaken verwachtten; hoe komt het dan dat we hier ook de complete hel aantreffen? Ja, mijn lieve vrienden, is jullie bij je overgang naar de geestelijke zon dan niet tegelijkertijd door de Heer Zelf uitgelegd dat het geestelijke het meest innerlijke, het allesdoordringende en allesomvattende is? Als het geestelijke zo geaard is, dan doordringt het immers alle planeten en de hele sfeer, zover als het licht van de natuurlijke zon doordringt; maar zuiver geestelijk genomen nog oneindig veel verder. Bijgevolg bevinden jullie je nu niet in de sfeer van de eigenlijke zon, maar in de specifieke sfeer van jullie planeet. Zoals alle planeten hun licht en hun warmte van de eigenlijke zon ontvangen en haar werking al deze planeten doordringt, zo is dat ook het geval met de geestelijke zon, daar we op de trillingen van haar geestelijke stralen ook het geestelijke van haar planeten doorschouwen. Omdat we dit nu beter begrijpen zal het jullie hopelijk toch ook duidelijk zijn dat men langs deze geestelijke weg ook het geestelijke wezen van de hel, voor wat jullie planeet betreft, heel duidelijk kunnen doorschouwen.
Hoofdstuk 39: Waar bevinden zich hemel en hel? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Hier zou menigeen willen zeggen: dit alles heeft toch slechts een diepe geestelijke betekenis. O ja, zeg ik, de allerdiepste, omdat het een allerzuiverst en rechtstreeks woord is van God. Maar daarop vraag ik: waarom zoeken jullie het goud niet aan de oppervlakte van de aarde maar graven jullie diepe schachten en uitgestrekte mijngangen? Jullie vragen: hoe moeten we dat opvatten? Ik zeg jullie: niets is gemakkelijker dan dat; wie bij het goud wil komen moet ook aandacht besteden aan de bovenlaag van de aarde, want die moet hij doorbreken om uiteindelijk door die buitenste aardkorst heen bij de inwendig gelegen goudlagen te komen. Zo moet ook eerst de letterlijke betekenis van Gods woord geheel in acht worden genomen vóór men de geestelijke kan begrijpen, weliswaar in zijn juiste en doelmatige betekenis.
Hoofdstuk 40: Waar bevinden de heidenen zich aan gene zijde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...