Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 201 van 215

...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...
[1] Nu komt hier de vraag naar voren: wat heeft een Engel voor lichaam, gestalte of verschijningsvorm en hoe wordt hij voorgesteld? Zoals de mens naar Gods Beeld en Gelijkenis is geschapen, zo is het ook bij de Engelen, want zij zijn broeders van de mensen en in de opstanding zullen de mensen geen andere vorm en beeltenis hebben dan de Engelen; hetgeen onze koning Christus ook betuigt in Mattheus 22, 30.
Hoofdstuk 5: Over het stoffelijke lichaam, het wezen en de hoedanigheid van een Engel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Vraag: Spreek nu, waar kunt ge nu deze lieflijke geesten vinden? Wonen zij in de Hemel?
Hoofdstuk 9: Over de lieflijke, vriendelijke en barmhartige Liefde Gods; het grote Hemelse en Goddelijke Geheimenis. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Toen nu de vorst der duisternis, die de bron is van woede, boosheid en verderf, zag dat de mensen gezond werden door de geur van de kostelijke boom, werd hij toornig en plantte tegen middernacht een wilde boom en liet uitroepen: dit is de boom des levens; wie daarvan eet wordt ge­zond en zal eeuwig leven. Want de plek waar de wilde boom groeide, was een wilde plaats en de volkeren hadden het ware goddelijke licht van de beginne af en ook nu nog niet gevonden; en de boom groeide op de berg van Hagear, in het huis van Israël de spotter. Daar echter van de boom gezegd werd, dat hij was de boom des levens, zo liepen de wilde volkeren naar de boom. Zij waren niet uit God geboren, maar uit de wilde natuur en zij hielden van de wilde boom en aten van zijn vruchten. En de boom groeide en werd groot en breidde zijn takken uit van dag in, dag uit, de boom evenwel had zijn oorsprong en wortel in de wilde natuur, die boos en goed was, evenzo waren ook zijn vruchten. Omdat echter de mensen van deze plaats allen uit de wilde natuur geboren waren, zo groeide de boom over hen allen heen en werd zo groot, dat hij met zijn takken reikte tot in het dierbare land onder de heilige boom. Dit was evenwel de oorzaak ervan, dat de wilde boom zo groot werd; de volkeren onder de goede boom liepen allen de kooplieden na, die de valse waren verkochten en zij aten van de boze vruchten, die ook èn boos èn goed waren, en meenden, dat ze daardoor gezond werden, en zij lieten de heilige, goede en krachtige boom maar steeds staan. In die tussentijd werden zij blind, matter en zwakker, en konden niet verhinderen dat de wilde boom doorgroeide. Als zij niet de kooplieden met de valse vruchten waren nagelopen en hier niet van hadden gegeten, maar van de kostelijke vruchten hadden gegeten, dan zouden zij krachtig zijn geworden en de wilde boom tegengehouden hebben in zijn groei. Omdat zij nu de wilde natuur in hun beuzelarij naar hartelust vol huiche­larij hoereerden, zo heerste ook de wilde natuur over hen en de wilde boom groeide hoog over hen heen en vernietigde hen met zijn wilde kracht. Want de vorst der duisternis gaf aan de boom zijn kracht en vernietigde de mensen, die van de wilde vruchten van de koopman aten. En daar ze de boom des levens in de steek lieten en hun eigen inzichten volgden, zoals moeder Eva in het paradijs, zo werd hun eigen karakter overheersend en raakten zij in zulk een grote dwaling, zoals Paulus bedoelt in 2 Thess. 2, 11. En de vorst der duisternis deed oorlog en stormwinden ontstaan en liet ze losbarsten over de volkeren die niet uit de kwade boom geboren waren en zij vielen in hun vermoeidheid en zwakheid door het onweer, dat van de wilde boom uitging. En de koopman onder de goede boom bedroog de volkeren dag in, dag uit en prees zijn waren zeer hoog en bedroog de eenvoudigen listig en de verstandigen maakte hij tot zijn kooplieden, zodat ook zij winst er bij hadden, tot hij het zover bracht, dat niemand de heilige boom meer goed zag en onderscheidde; hij werd het eigendom van het land en hij liet uitroepen: (2 Thess. 2) “Ik ben de stam van de goede boom en sta op de wortels van de goede boom en ik ben ingeënt in de boom des levens. Koop mijn vruchten, zo zult ge gezond worden en eeuwig leven. Ik ben uit de wortelen van de goede boom opgegroeid en ik heb de vruchten van de heilige boom in mijn macht en ik zit op de stoel van de goddelijke kracht en ik heb macht in Hemel en op aarde, komt tot mij, koopt voor geld van de vruchten des levens.”
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] In dit vuur lieten zich alle stemmen horen die van eeuwigheid af er waren geweest en het licht van de heilige Drie-eenheid straalde van de boom des levens en vervulde de plaats waarop hij stond. En de boom des kwaads, die het andere deel van de natuur uitmaakte, werd ook aangestoken en hij brandde in het vuur van de goddelijke toorn met helse vlammen en de boze vlam steeg op, zonder einde en de vorst der duisternis met zijn legioenen bleef in de boosheid als in zijn eigen rijk. In dit vuur verging de aarde, de sterren en de elementen, want alles brandde tegelijk, elk in zijn eigen vuur, en alles werd ontbonden. Want het oude kwam in beweging, en alle krachten en alle schepselen en alles wat er bestond en de krachten van de Hemel, van de sterren en de elementen werden weder soepel en zij werden in dezelfde vorm gegoten, die ze voor de aanvang der schepping gehad hadden.
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[38] Wanneer nu de eigenwijze, die in het boze is, dit boek in handen krijgt, zal hij zich er tegen verzetten, evenals het Hemelse en het helse rijk zich tegenover elkander stellen. Allereerst zal hij zeggen, dat ik veel te hoog in godgeleerdheid ben gestegen, en dat mij zoiets niet betaamt. Dan zullen ze zeggen, dat, als ik in den Heiligen Geest roem, dat ik er ook naar moet leven en dat met wonderen moet bewijzen. Ten derde zullen ze zeggen, dat ik zo handel uit begeerte naar roem. Ten vierde zal men zeggen, dat ik er niet geleerd genoeg voor ben. Ten vijfde zal de grote eenvoud van de schrijver hen ergeren, zoals het in de wereld gebruikelijk is slechts naar het hoge te zien en zich aan het eenvoudige te ergeren. Aan de partijdige “wijzen” wil ik de aartsvaders uit de oude wereld voor ogen stellen; zij waren ook slechts geringe en verachte mensen, tegen wie de wereld en de satan woedden en raasden, als in de tijd van Henoch, toen de heilige vaderen de naam des Heren met macht hebben gepredikt; ook zij zijn niet lichamelijk ten Hemel gevaren en hebben ook niet alles met hun ogen gezien; de Heilige Geest heeft zich aan hun geest geopen­baard. Hierna ziet men het ook bij de heilige aartsvaders, patriarchen en profeten; zij waren allen tezamen slechts eenvoudige lieden, eensdeels slechts herders. Ook toen de Messias, Christus, de Held in de strijd tegen de natuur, een Mens werd, zo leefde Hij toch in deze wereld in grote eenvoud, al was Hij ook een Vorst en de Koning der Mensheid. Hij was slechts huisgenoot dezer wereld, evenals zijn discipelen alle tezamen maar arme, verachte vissers en kleine lieden waren. ja, Christus zelf dankt Zijn Hemelse Vader ervoor, dat Hij het de wijzen en verstandigen van deze wereld verborgen heeft en het de kinderkens heeft geopenbaard. (Mattheus 1).
Hoofdstuk 0: Voorrede van de schrijver van dit boek aan de lezer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Nu zijn deze Oergeesten te vurig geworden in hun nieuwe toestand, zodat de ene de andere voortdurend vernielde met zijn boze werking. Alzo doen nu ook de schepselen, die uit de brongeesten geschapen zijn en volgens dezelfde stuwkracht leven; zij verweren zich tegen elkander, voeren strijd met elkander en toornen jegens elkaar naar de aard der hoedanigheden.
Hoofdstuk 9: Over de lieflijke, vriendelijke en barmhartige Liefde Gods; het grote Hemelse en Goddelijke Geheimenis. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] De zesde oergeest in de goddelike kracht is het geluid of de toon waar­door alles klinkt en geluid van zich geeft; waardoor de spraak en het onderscheid tussen de verschillende dingen ontstaat; ook ontstaat er door het geluid en het gezang der heilige Engelen; alle kleuren, de schoon­heid en het Hemelse vreugderijk ontstaan ook hieruit. Nu vraagt ge: Wat is de toon of het geluid, of hoe ontstaat deze geest? Merk op: Alle zeven geesten Gods worden tegelijk geschapen; de ene doet de andere ontstaan, geen is de eerste, en ook geen is de laatste; de laatste doet zowel de eerste ontstaan, als de eerste de anderen, te weten de derde, vierde tot de laatste toe.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Hoewel vlees en bloed het Wezen der Godheid niet kunnen verstaan, maar alleen de geest dat kan, wanneer hij door God verlicht en door God ontstoken is, zo moet men, wil men echter van God spreken, ijverig gewagen van de krachten in de natuur, waaruit de ganse schepping, Hemel en aarde, sterren, elementen en schepselen zijn voortgekomen; alsook de heilige Engelen, de Satan en de mensen, ja, de Hemel en de hel. In deze beschouwing ontdekt men twee hoedanigheden, een goede en een kwade, die in deze wereld in alle krachten, in sterren en elementen, evenzo als in alle schepselen verborgen zijn; en er bestaat ook geen vleselijk schepsel in het natuurlijke leven, dat deze beide kwaliteiten niet in zich heeft. Hier moet men verstaan, wat het woord hoedanigheid of eigenschap betekent.
Hoofdstuk 1: Het onderzoek naar het Wezen der Godheid in de natuur; naar zijn beide hoedanigheden. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] Het inwendige van het lichaam des mensen beduidt de diepte tussen de sterren en de aarde; het gehele lichaam met alles wat er bij hoort, beduidt Hemel en aarde; het vlees betekent de aarde en is ook van de aarde, het bloed stelt voor het water, en is ook van water, de adem beduidt de lucht en is ook de lucht; de blaas, waarin de lucht werkt, is de diepte tussen sterren en aarde, waarin vuur, lucht en aarde naar hun aard werkzaam zijn, en de warmte, de lucht en het water werken ook in deze ruimte, evenals in de diepte van de aarde. De aderen stellen de krachtwegen der sterren voor en zijn ook de krachtwegen der sterren; want de sterren beheersen met hun krachten de aderen en zij drijven de mensen in hun bepaalde vorm en gestalte. De ingewanden of darmen stellen voor hoe de werking der sterren is. Alles, wat uit hun kracht ontstaan is, wat zij zelf gemaakt hebben, dat verteren zij zelf wederom en dat blijft onderhevig aan hun kracht; de darmen bewerkstelligen ook de vertering van al datgene, wat de mens er in opzamelt; alles, wat uit de kracht der sterren gegroeid is. Het hart van de mens stelt voor de warmte of het element vuur; het ís ook de warmte, want deze heeft in het hart haar oorsprong. De blaas stelt het element “lucht” voor, en de lucht heerst er ook in. De lever is het element water, zij ís ook het water, want uit de lever komt het bloed in het gehele lichaam, in alle leden; de lever is de moeder van het bloed. De longen stellen de aarde voor en ze zijn ook van dezelfde hoedanigheid. De voeten stellen de nabijheid en de verte voor, want in God is verte en nabijheid één en het­zelfde.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Zij weten de weg des levens en weten, hoe zij uit hun val wederom tot opstanding komen. Wil echter iemand in zijn val volharden, zo werpt men hem in de kuil, daar moet hij, met alle goddeloze heidenen ver­nietigd worden. Ziet daarom toe, wat ge doet, en wie ge zijt; gij oordeelt anderen en zijt zelve blind. De geest echter zegt: gij hebt geen recht, hem te oordelen, die beter is dan gij; zijn wij niet allen vleselijk geschapen en is ons leven niet Godes, zij het in liefde of in toorn? Want wat ge zaait, dat zult ge ook maaien. God is niet de oorzaak ervan, dat gij verloren gaat, want de wet, recht te doen staat in de natuur geschreven en gij bezit deze wet in uwe harten.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Wat doen de Engelen, wanneer zij niet zingen? Ziet, wat de Godheid doet, dat doen zij ook. De geesten Gods vloeien in elkander over, en stijgen in elkander op, zij omhelzen elkander als 't ware en gaan in elkander op. Het leven bloeit open vol vreugde en is vol eeuwigdurende verkwikking en de Engelen wandelen in de Hemelse gebieden vriendelijk, lieflijk en vreugdevol met elkander. Zij aanschouwen de wonderlijke en lieflijke aanblik van de Hemel en eten van de lieflijke vruchten des Levens.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] En dat is het waarachtige wezen van God in de Hemel; ja het is de Hemel zelf. Wanneer uwe ogen geopend zouden zijn, zo zoudt ge het op de aarde, op de plaats waar ge zijt, duidelijk kunnen zien. Want als God dit de geest des mensen kan laten aanschouwen, de geest die toch in het vlees huist, en kan Hij zich in het vlees openbaren, dan kan Hij zich ook buiten het vlees openbaren, wanneer Hij dat wil.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] De Hemel is echter een lieflijke, vreugdevolle verblijfplaats, waarin alle krachten aanwezig zijn, evenals in de natuur en in de sterren en elemen­ten. Maar geen ruwe, voortjagende en kwellende krachten zijn daar. Maar iedere kracht heeft slechts een bepaald aanzicht, zij is nl. licht en kalmerend, en niet boos en goed zoals de krachten die in de sterren en elementen aanwezig zijn. De Hemelse krachten zijn louterend en rein. De boosheid is daarin niet. De Hemel behoort zeker niet minder tot het gebied der natuur dan het voorgenoemde, want de sterren en elementen hebben hun oorsprong in de Hemel en ook hun kracht komt vandaar. Want de Hemel is het hart van het water; zoals in alle schepselen en in alles wat in deze wereld bestaat, het water het hart, de kern is; of het nu lichamelijk of onstoffelijk is, in gewassen der aarde of in metaal of stenen. Van alle dingen is het water het hart of de kern. Zo is de Hemel het hart in de natuur, waarin alle krachten verborgen zijn, evenals in sterren en elementen. Evenals de hersenen in het hoofd van de mens van een weke en zachte substantie zijn, zo is het ook met de Hemel, wanneer deze wordt voorgesteld als het hart der natuur, waarin deze krachten zachtmoedig en soepel zijn.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Hier toont de geest, dat daar waar iedere Engel geschapen is, dat de plaats in de Hemelse natuur, waarin en waaruit hij tot een schepsel is geformeerd, zijn eigen verblijfplaats is, die hij rechtens bezit, zolang hij in Gods liefde blijft. Want het is de plaats, die hij van eeuwigheid af gehad heeft, alvorens hij een schepsel geworden is. De Salniter heeft op deze plaats gewerkt, waar hij geboren is.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Daardoor ontstaan ook de rechten in deze wereld. Want wanneer de zoon zich tegen den vader verzet en den vader slaat, zo heeft hij zijn vaderlijk erfdeel verloren en de vader mag hem uit het huis stoten. Omdat hij echter zijn zoon is, zo heeft de Vader geen macht, hem te onterven. Dit wereldlijke recht is ontleend aan het Hemelse recht, zoals ook veel andere wereldlijke rechten, welke in de boeken van Mozes beschreven zijn. Zij zijn alle ontleend aan de goddelijke natuur in de Hemel, hetgeen ik ter plaatse duidelijk bewijzen wil.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...