Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 201 van 278

...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...
[14] Deze raad beviel allen, en reeds de volgende dagen hadden tweemaal honderdduizend van de krachtigste mannen zich bewapend, daarna de tien steden overvallen en die nagenoeg zonder weerstand in één klap veroverd.
Hoofdstuk 134: De krijgsraad en de krijgslist van de machtige volkeren die rondom Hanoch wonen. De verovering van de tien voorsteden van Hanoch. Hanoch bewapent zich. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Hij willigde daarom het voorstel van de raadsheren in. Die werden toen geheel en al de heren van de stad, van de andere steden en zo van het hele, grote land, en de koning moest nu alle besluiten ondertekenen, zonder te weten wat hij eigenlijk had ondertekend.
Hoofdstuk 136: De raad van duizend dringt de koning een grondwet op. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Er verliep een heel jaar met deze wederzijdse strijd zonder dat de strijdende partijen tot een vergelijk wisten te komen; en zo bleef er voor hen dus niets anders over dan wederom de twee mederaadsleden te raadplegen over wat er voor iedereen het meest acceptabel was.
Hoofdstuk 144: Andermaal een beroep op de twee wijze raadslieden. De wereldse hervormingsideeën van de raad van duizend. De weerstand van de twee wijzen en hun terugkeer op de hoogte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Want ten eerste was iedere huisbezitter in Hanoch zonder meer verplicht om er voor eigen rekening een politieman op na te houden die het hele huis moest bewaken.
Hoofdstuk 147: De meesterlijke organisatie van de politie in Hanoch. Het zwaarbewapende leger vlucht voor de tien vurige boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Verblijf echter slechts vier jaar op het land; en als Ik jullie zal roepen, keer dan zonder omkijken meteen weer naar de hoogte terug!
Hoofdstuk 149: Voordat de tien vuurboden de burcht betreden geeft de Heer hun instructies. De tien boden spreken de duizend raadslieden in de raadzaal toe. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Vrienden en broeders, wanneer jullie terugdenken aan jullie vaders, dan moet je bij jezelf toegeven dat deze allen zonder uitzondering nakomelingen van Adam en eigenlijk ook kinderen van God waren in de tijd dat Lamech, een tijdgenoot van de nog levende Lamech op de hoogte, nog als een godlasterende koning hier in deze stad op wrede wijze het volk van de laagte regeerde!
Hoofdstuk 150: Een van de duizend raadsleden spreekt tot de tien boden. Een van de tien boden richt het woord tot de duizend raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Maar jullie zijn nu kinderen van de kinderen Gods van de hoogte en hebben jezelf tot machtige heersers van de laagte opgeworpen zonder ook maar in het minst door God daartoe geroepen te zijn.
Hoofdstuk 150: Een van de duizend raadsleden spreekt tot de tien boden. Een van de tien boden richt het woord tot de duizend raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zonder een woord te zeggen, kunnen wij de tempels niet openen, want de tempels hebben hun zekere geheime bewakers die ons ten aanschouwen van het volk eerst zullen vragen waarom wij dat deden. En dan moeten wij - of wij willen of niet - met de waarheid naar buiten komen en met gevaar van eigen leven zeggen:
Hoofdstuk 152: De raad van duizend vergadert. Een van hen spreekt verstandige woorden en stelt voor om te emigreren. Onenigheid. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Sommigen zeiden: 'Dat is merkwaardig! De heren trekken weg met vrouw en kind en allerlei bagage, zonder dat er soldaten bij zijn! Wat heeft dat te betekenen?
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En onze raden trokken als verstandsoverwinnaars weg, zonder ook maar ergens opgehouden te worden, want niemand had de moed hen te vragen waar zij heen gingen.
Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Luister naar mij, jullie raadslieden die zoals ook ik het juiste willen doen! Uit het bericht dat ons door de poortwachters werd overgebracht hebben wij opgemaakt dat onze zeshonderdvijftig broeders zonder het minste probleem het land uit zijn getrokken; niets heeft hun schreden belemmerd.
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ik meen daarom dat ook wij liever het zekere voor het onzekere moeten nemen en het slimme voorbeeld van onze broeders volgen in plaats van hier de toch wel bedenkelijke afloop van onze hachelijke goede plannen af te wachten! Het is zonder twijfel beter als heer weg te trekken dan tenslotte als een verachtelijke volksbedrieger weggejaagd te worden!'
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Een ander weersprak echter de eerste spreker en zei: 'Vriend, je spreekt zonder de gunstige omstandigheid voor ons in overweging te nemen dat het hele volk nu een zeer gunstige indruk van ons moet hebben, doordat wij nu alle schuld van de schandelijke tirannieke willekeur in het staatsbestuur op onze ontsnapte broeders kunnen schuiven. We kunnen er zelfs nog van profiteren omdat we zonder de geringste tegenspraak kunnen zeggen dat wij die tirannen zelf hebben verdreven door de macht van onze woorden, teneinde nu weer de oude, goddelijke orde in te voeren zoals die eens onder Lamech heeft bestaan!
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] En de rampzalige waarheid die wij voor het volk over ons zouden moeten vertellen, kunnen wij nu ook zonder problemen en kwalijke gevolgen op onze vertrokken broeders schuiven. In de ogen van het volk zullen we dan buitengewone weldoeners zijn en geen laaghartige tirannen die het volk in ieder opzicht zo schandelijk hebben onderdrukt!
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Er blijft dus niets anders over dan van al het aangebodene het kleinste euvel te kiezen, en dat is volgens mij zonder meer vluchten! Laat echter ook jullie mening horen, opdat het merendeel van ons het eens wordt!'
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...