Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 201 van 728

...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...
[2] IK zei: 'Geloven jullie dan, dat Ik dat al niet heb geweten toen Ik jullie heb aangenomen?! Ik heb jullie je zonden echter volkomen kwijtgescholden, omdat jullie je van alle zonden hebt afgewend en verder nooit meer zondigen en ook beslist niet zult zondigen, en daarom zijn jullie geen zondaars meer, maar nu volkomen vrij van alle zonde, en daarom vind Ik dat jullie des te meer reden moeten hebben van gans er harte vrolijk te zijn!'
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Ja, ja, de vlek blijft net zo lang op de ziel tot de mens volledig afziet van de zonde! Maar wie heel serieus van de zonde afziet omdat deze slecht is en de mensen te gronde richt en van God en al het goede en ware vervreemdt, die heeft ook geen vlek meer op zijn ziel en hoeft helemaal niet meer bang te zijn voor het kwade vuur van de onderwereld. Als jullie echter zo'n ontzag hebben voor de zondevlekken op jullie ziel, hoe konden jullie Mij dan aankijken, terwijl jullie nu toch ook weten wie achter Mij en eigenlijk in Mij is?! Laat dat jullie duidelijk maken hoe zwak en dom jullie nog zijn!
Hoofdstuk 19: De reiniging van de zonde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar dit hier is iets wat daar hemelhoog bovenuit gaat! Dit is een echte steen en de hardste die er maar bij ons te vinden is. De Grieken verstaan weliswaar de kunst deze steen in het vuur te smelten en er het kostbare glas uit te bereiden, wat vóór hen, ten tijde van de eerste farao's, reeds de Phoeniciërs gekund moeten hebben, -daarbij verandert de steen. echter alleen in een andere stof. Maar om zo'n steen enkel door de pure wil totaal te vernietigen, daartoe behoort goddelijke kracht, waarvan wij zwakke mensen ons nooit een zuivere en heldere voorstelling zullen kunnen maken!'
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[13] IK zei: 'Zoals nu deze steen enkel door Mijn wil opgelost werd in zijn oerelementen, zo zou Ik dat ook kunnen doen met de tempel, met alle bergen, met de aarde, met zon en maan en met alle sterren, en deze oplossen in hun oorspronkelijke, letterlijke niets, dat wil zeggen in pure gedachten van God, die ook geen realiteit zijn zolang zij niet door de liefde en door de almachtige wil van God hun werkelijke vorm en vastheld krijgen. In God heerst niet het principe van verwoesten en vernietigen, maar in Zijn eeuwige orde heerst het behoud van alle eenmaal geschapen dingen, echter niet in het voortdurende gericht van de materie, maar ongericht, dus vrij in geest en leven. Daarom is en mag ook geen enkele materie in deze gerichte wereld duurzaam zijn. Alles bestaat slechts gedurende een bepaalde tijd, lost daarna geleidelijk aan op en gaat volgens de orde over in het geestelijke, duurzame en onvergankelijke.
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[15] Jullie hebben nu de macht van de goddelijke wil in Mij gezien, en Jeruzalem en de tempel zouden het allang verdiend hebben dat Ik met de tempel zou doen wat Ik nu met de steen heb gedaan. Maar nee, de tempel moet blijven en doorgaan tot het zijn tijd is. Door zijn werken zal hij zichzelf vernietigen, maar niet zoals Ik deze steen vernietigd heb, die daardoor slechts overgegaan is in een vrijer bestaan van de specifica, die daarmee een vrij geestelijk zieleleven hebben gekregen. De tempel echter vernietigt zichzelf als een zelfmoordenaar, wiens ziel daardoor in een nog zwaarder gericht en in een veelvoudige dood overgaat! Daarom laten we hen begaan tot de maat van hun tijd vol is, opdat zij later niet kunnen zeggen:'Jullie hebben ons niet gewaarschuwd en toch vernietigd. -Begrijpen jullie nu dit teken dat Ik voor jullie ogen heb verricht?
Hoofdstuk 20: De vergankelijkheid van de materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wel zullen de vijanden nog in allerlei gestalte en vorm voortwoekeren, en tussen de tarwe zal ook het onkruid welig tieren, en in de wijngaard zullen wilde stammen opkomen en voortwoekeren, maar altijd slechts tot een bepaalde tijd; dan zullen zij echter worden afgezonderd en in het vuur van het gericht worden geworpen, waar dan veel geween en tandengeknars zal zijn."
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] Zulke kinderen van de wereld pakken dan alles aan wat maar de aandacht trekt in deze wereld. Omdat zij echter de ware geest niet hebben vanwege het feit dat zij kinderen van deze wereld zijn, zetten zij de zaken waarmee zij veel aardse goederen denken te verkrijgen, volgens hun eigen blindheid en wereldwijsheid met grote uiterlijke praal en uiterlijke waardigheid en luister op, en lokken dan vele, ook betere geesten naar zich toe.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Van nu af aan zal Ik gedurende de hele winter behalve het genezen van zieken geen andere tekenen meer doen en geen onderricht meer geven; want nu hebben jullie aan datgene wat jullie reeds ontvangen hebben voldoende. Als jullie iets niet begrijpen, dan ben Ik bij jullie. Jullie, Mijn leerlingen, moeten echter gedurende deze tijd af en toe deze nieuwe leerlingen onderwijzen!
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Met dit voorstel was iedereen het eens, echter niemand bespeurde enige slaap en dus werd er tot na middernacht over van alles gesproken, wat echter geen waarde voor de mensheid in het algemeen heeft en kan hebben; Zelf heb Ik meermalen met mensen die Mij lief waren van alles besproken, en Ik gaf hun in allerlei huishoudelijke zaken raad, hetgeen natuurlijk niet in het evangelie thuishoort. ook Mijn leerlingen deden dat, wat hen bij de mensen erg gezien en geliefd maakte; want het is ook naastenliefde als men mensen die zorgen hebben en ondeskundig zijn, in allerlei goede en nuttige zaken bijstaat.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Wij bezochten ook verscheidene buren van Lazarus, die het veel genoegen deed Mij te zien en te spreken; onder deze buren bevond zich echter geen enkele vriend van de tempel.
Hoofdstuk 22: De valse leraren van het evangelie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[3] IK zei: 'Nee, nee, vrienden! Jullie wens was heel begrijpelijk, want Hij die iets helemaal in het materiële niets kan laten overgaan, moet ook het tegendeel kunnen! Zo hebben jullie gedacht en het ook precies zo uitgesproken, en dat was toch goed en juist! Het zou alleen niet juist geweest zijn als jullie anders gedacht en gesproken zouden hebben. Dat echter het gevraagde teken direct na het reeds gegeven teken niet helemaal volgens de goede orde geweest zou zijn, konden jullie immers niet weten, maar alleen Ik! En dus hebben jullie door je wens beslist geen fout begaan, maar ook Ik niet door niet meteen aan jullie wens gevolg te geven. Maar omdat jullie nu volledig afgezien hebben van het verlangen in je hart, en ook zonder teken geloven dat Ik eveneens een tegengesteld teken kan doen, zal Ik nu eerst ook zo'n teken ten uitvoer brengen! - Kijk eens of er nog wijn in jullie bekers is! ,
Hoofdstuk 21: Een wijnwonder. Het werk in de wijngaard van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] IK zei: 'Ja, dat zie Ik wel; Ik wilde daarmee echter alleen maar vragen of jullie niet liever helemaal gezond zouden willen worden en dan liever zouden werken, dan hier zo ellendig te moeten bedelen!'
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[16] Datzelfde teken werd ook bij. de andere zes poorten van de stad verricht, want de oude stad van David had zeven poorten, waaronder drie grote en vier kleine. Bij de laatste, grote poort werden wij echter door drie passerende Farizeeën aangehouden en terechtgewezen, omdat het met paste zoiets op een sabbat te doen.
Hoofdstuk 23: De Heer en de Zijnen in Bethlehem. Genezing en verzorging van veel zieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] De waard zei echter, dat hij met ruim vijftig gasten was gekomen en dat ze allemaal vóór alles een goed middagmaal wensten. Hoewel het nu al bijna het vijfde uur na de middag was, kon hij hun niets anders geven dan brood, wijn en zout. Daarom moesten zij hun dankbaarheid voor de grote weldoener vooral in de keuken tonen, voor het andere zou er ook na de maaltijd nog tijd genoeg zijn. ..
Hoofdstuk 24: De genezingen van de Heer in een plaatsje bij Bethlehem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[19] Toen Judas dat hoorde, schaamde hij zich, ging naar buiten en verdween, zodat wij hem daarna drie dagen lang met meer te zien kregen. Hij zocht echter een andere herberg op, waar hij voor eigen rekening introk; want hij zag altijd kans onderweg heimelijk wat geld te verdienen.
Hoofdstuk 24: De genezingen van de Heer in een plaatsje bij Bethlehem - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  189 - 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214  ...