17481 resultaten - Pagina 202 van 1166
... 190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 ...
[12] Zorg dat je uit mijn ogen verdwijnt, anders zou ik in de verleiding kunnen komen dingen over je te vertellen, die je nu juist met zo graag aan zou willen horen want mijn geest kent je nu door en door!"Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Wanneer JUDAS Mathaël dat hoort zeggen, zet hij grote ogen op en zegt: "Je vergist je in mij, Mathaël, want ook ik behoor bij het aantal uitverkorenen. Ik ben in de naam van de Heer al uitgezonden en ben net als mijn broeders pas een paar weken geleden door de engelen door de lucht gedragen!" .
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] MATHAËL zegt: "O, dat weet ik allemaal, en toch neem ik geen syllabe terug van mijn eenmaal uitgesproken woorden! Je hoort wel bij de twaalf, maar mijn geest zegt mij: 'Eén ervan is een duivel!' -en weet wel: die duivel ben jij!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Met dit getuigenis, dat mijn geest mij over jou gaf, kun je het voorlopig doen, -als je echter nog meer wilt, kan daar voor gezorgd worden, want ik ontdek zojuist een grote ruimte vol kwalijke informatie over jou, en je hoeft maar te kikken, dan krijg je alles te horen! Want je bent ook een dief! -Begrijp je mij?!" .
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[20] JUDAS zegt koppig: "Ei -laat me toch! Als ik al een ezel ben, dan ben ik het voor mezelf en niet voor jou! En ook al heeft Mathaël me er nu ook nog zo van langs gegeven, ik verwed toch wat je maar wilt, dat deze op zichzelf nog zo zuivere, goddelijke leer niet met zachte, vredelievende woorden, maar met het zwaard en allerlei dodelijke projectielen aan de arme heidenen verkondigd zal worden!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] Als men bij de verdere verbreiding van deze op zichzelf nog zo goddelijke leer niet vóór alles er op toeziet eerst de machthebbers daarvoor te winnen, dan zou ik echt, ondanks dat ik een duivel ben, het aantal martelaren niet graag willen tellen dat onder het zwaard van de hoge, heidense machthebbers dood zal bloeden! Goddelijk hier, goddelijk daar! De duivel is ook goddelijk! Mettertijd wordt zelfs het zuiverste en verhevenste goddelijke ook duivels!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[23] Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de goddelijke leer van Mozes! Wat is er nu nog van over in de tempel van de eens zo hemels wijze Salomo?! Daarom zeg ik als Mathaël's duivel en als jouwezel der ezels nog een keer: Mathaël heeft gelijk en ik waardeer zijn wijsheid net zo goed als jij, maar zo goed als Mathaël gelijk heeft, heb ik het ook!
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JUDAS zegt: " Ja, ja, jij bent altijd de wijze Thomas en alles wat ik zeg moet dom zijn! Je hebt natuurlijk gelijk, maar het ergert mij dat ik nooit gelijk kan hebben! Ik kan iets nog zo goed overdenken voor ik het uitspreek, -en als ik dan mijn mond maar open doe, valt iedereen mij over de uitgesproken domheid aan, als de leeuw een lam! Ja daar zou je dan toch van ergernis als een opgeblazen boomkikker van uit je vel kunnen springen! Maar van nu af aan zal ik geen woord m.eer zeggen, maar stom zijn als een stuk hout, dan zullen jullie toch wel niets op mij aan te merken hebben?!"
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Dan roept MATHAËL Thomas en zegt tegen hem: "Ik dank je in naam van de goede zaak, dat Je broeder Judas zo'n gematigd standje hebt gegeven. Want dat heeft hem geen kwaad gedaan en misschien zal hem dat, wat hij hier als een belediging van zijn verstand beschouwt in de andere wereld wel ten goede komen, want van innerlijke wijsheid is bij hem nog lang geen spoor te bekennen en die zal er heel waarschijnlijk in zijn huidige leven ook nooit komen.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Dan voeg IK Mij bij hen en zeg tegen Mathaël: "Heus, een werktuig zoals jij, voor Mij bent, is zeldzaam en daarvoor moet Ik je nu lof toezwaaien! Ga zo maar door, dan zul je voor een andere apostel die Ik pas later uit Mijn vijanden zal opwekken, bij de heidenen een bekwaam voorloper, zijn! En nu geef Ik je pas de uitdrukkelijke verzekering dat jij en je vier broeders nooit meer de ziekte, waaronder jullie zo geleden hebben, terug zullen krijgen! Jij moet echter je vier broeders hun plaats aanwijzen en hun de juiste weg tonen.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] MATHAËL zegt: "O Heer, wat is dat een oneindige genade voor mij!. U, mijn Schepper, Iaat U door mij naar haar brengen, die net zo als ik Uw schepsel is! Maar het meisje is rein en vol goede wil, het weet beslist van geen zonde en dan loont het wel de moeite zo'n hart te sterken, waardoor later vele duizenden gesterkt kunnen worden!"
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Als HELENA Mij naar zich toe ziet komen, barst zij in vreugdetranen uit en zegt na een poosje: "Ik twijfelde er al erg aan of mij de genade ten deel zou vallen om U, de Heer van mijn leven, bij mij te zien en met U te spreken! Maar nu is alles goed! Want U, die mijn hart en mijn verstand pas hier zo oneindig wonderbaarlijk heeft Ieren kennen bent Zelf naar mij toegekomen! O, jubel nu luid mijn arme hart, want HIJ wiens geest jouw polsslagen van de wieg tot het graf vooraf heeft geteld, staat voor Je en brengt je die heilige kracht waardoor eens je dood zoeter zal smaken dan honingzeem!"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wel zal eenmaal het zware lichaam van je worden afgenomen, maar het zal niet pijnlijk voor je zijn en je niet wezenlijk raken, maar door Mijn geest der liefde, die in je is en groeit tot een volkomen gelijkheid met Mijn eeuwige geest, zul je in een moment overgaan van dit zware, onvrije leven naar het stralendste zieleleven! -Lieve Helena, begrijp je dat nu al?"
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt HELENA, die wat hersteld was van de overgrote vreugde in haar hart: 'O ja, ik heb alles goed begrepen, want Uw woorden zijn woorden van licht, kracht en leven en vloeien zo helder en klaar uit Uw heilige mond als een heldere weidebron in het hooggebergte, die door de zon verlicht wordt. Maar wat moet ik doen om mijn hart wat rustiger te maken? Heer, dood mij indien ik zondig, maar mijn liefde voor U overschrijdt nu al mijn levensgrenzen! O, sta mij slechts toe dat ik Uw hand aanraak!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Toen greep HELENA Mijn linkerhand en drukte die zo stevig mogelijk aan haar hart, weende weer van nog grotere blijdschap en zei snikkend: "O, hoe gelukkig moeten diegenen zijn, die steeds bij U kunnen zijn, o Heer! O, kon ik toch ook maar altijd bij U zijn!"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)