Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 202 van 215

...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215
[35] Alzo ziet koning of grootvorst Michaël God den Vader in zijn verheerlijking of klaarheid en hij is een vorst of koning, aan God onderworpen, op de berg Gods en hij arbeidt in de regionen, waarin hij tot aanzijn is gekomen. Dezelfde ruimte, waarin hij en zijne Engelen geschapen zijn, is Zijn koninkrijk en hij is een dierbare Zoon Gods des Vaders, een Zoon, aan wien de Vader Zijn welbehagen heeft.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Nu ontsteekt de Hemel met zijn kracht de sterren en elementen, zodat zij ontvlammen en zich voortbewegen. Zo is ook het hoofd van de mens, als de Hemel. Zoals in de Hemel alle krachten zachtmoedig, lieflijk en vreug­devol zijn en ook zodanig arbeiden, zo zijn ook in het hoofd of de hersenen van de mensen alle krachten zachtmoedig en vreugdevol. En zoals de Hemel zijn grenzen stelt aan de sterren, terwijl toch alle krachten uit de Hemel de sterren toevloeien, zo heeft ook het hoofd zijn grenzen ge­steld aan het lichaam, terwijl eveneens alle krachten uit de hersenen in het lichaam gestuwd worden en in de gehele mens. Het hoofd bergt in zich de vijf zintuigen als daar zijn: zien, horen, ruiken, proeven en tasten. Hierin werken de sterren en elementen en daarin ontstaat de sterren- of natuurgeest in mensen en dieren; hierin ontspringt het boze en het goede, want het is een huis der sterren, zulk een kracht ontnemen de sterren aan de Hemel dat zij een lichamelijke, levende en beweeglijke geest kunnen doen geboren worden in mensen en dieren. De beweging van de Hemel maakt ook de sterren beweegbaar; zo maakt ook het hoofd het lichaam beweegbaar. Open nu uw geestelijke ogen en aanschouw God, uw Schepper.
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Hier doet de vraag zich voor, vanwaar dan de Hemel zulk een kracht heeft of neemt, zodat hij zulk een beweeglijkheid in de natuur veroor­zaakt. Hier moet ge nu zien boven de natuur uit, en buiten de natuur, in de lichtende, heilige, triomferende en goddelijke kracht; in de onveranderlijke Heilige Drievuldigheid, die een triomferend, opborrelend en beweeglijk Wezen is. En alle krachten zijn daarin verborgen, evenals in de natuur. Want deze is de eeuwige Moeder der Natuur, waaruit Hemel, aarde, sterren, elementen, Engelen, duivelen, mensen, dieren en tenslotte alles ontstaan is, en waarin alles alleen maar kan bestaan. Wanneer men de Hemel en de aarde noemt, de sterren en elementen en alles wat daarin is, ook alles wat boven alle Hemelen is, zo noemt men hiermee God in Zijn volle Rijkdom, die zich in al dit geschapene, in de kracht, die van Hem uitgaat, lichamelijk gemaakt heeft. God is evenwel in Zijn Drie­vuldigheid onveranderlijk en alles wat in de Hemel, op de aarde en boven de aarde is, vindt zijn oorsprong in de kracht die van God uitgaat. Nu moet ge evenwel niet denken dat daarom het boze en het goede uit God ontspringt; God is zelf “Het Goede”, Hij heeft ook de naam: de Goede, “de triomferende eeuwige Vreugde”. Alle krachten, die ge in de natuur doorvorsen kunt, gaan van Hem uit, en zij zijn in alle dingen. Nu zoudt ge kunnen zeggen: “Er is toch goed en kwaad in de natuur. Omdat nu alle dingen van God komen, zo moet het boze ook van God komen.”
Hoofdstuk 2: Handleiding, hoe men het goddelijke en het natuurlijke wezen beschouwen moet. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Toen onze Heiland, Jezus Christus, Zijn discipelen leerde bidden, sprak Hij: Wanneer ge bidden wilt, doe het zo: “Onze Vader, Die in de Hemel zijt” (Mattheus 6.) Dit betekent niet, dat de Hemel de Vader zou kunnen begrijpen of omvatten, want de Hemel zelf is door de goddelijke Kracht gemaakt. Want Christus spreekt: “Mijn Vader is groter dan alles.” (Joh. 10:29) en in de profeten zegt God: “De Hemel is mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten.” (Jesaja 66). Wat wilt ge Mij een huis bouwen? Wie heeft de wateren met zijn vuist gemeten en van de Hemelen met de span de maat genomen en heeft met een drieling het stof der aarde begrepen. (Jes. 40:12). Want de Here heeft zich Jacob verkozen, Israël tot Zijn Eigendom. (Psalm 135:4). Dat echter Christus Zijn Vader een Hemelse Vader noemt, daarmee bedoelt Hij, dat de glanzende Kracht Zijns Vaders zeer zuiver, helder en rein in de Hemel schijnt en dat boven het uitspansel, dat wij met onze ogen zien en dat wij Hemel noemen, de gehele triomferende, heilige Drievuldigheid, Vader, Zoon en Heilige Geest schijnt. Zo onderscheidt Christus hiermee Zijn Hemelse Vader van de Vader der Natuur, dat is: de sterren en elementen; zij zijn onze natuurlijke Vader, uit wie wij gemaakt zijn en uit wiens wil wij hier in deze wereld leven en van wie wij onze spijs en onze voeding ontvangen. Hij is echter onze Hemelse Vader, omdat onze ziel steeds naar Hem verlangt en Hem begeert, ja, zij hongert en dorst voort­durend naar Hem. Het lichaam hongert en dorst naar de Vader der Natuur, dat is: de sterren en elementen, en dezelfde Vader spijst en drenkt hen ook. De ziel echter dorst naar de heilige Hemelse Vader en Hij spijst en drenkt hen met Zijn Heilige Geest en Zijn Vreugdebronnen. Nu hebben wij evenwel geen twee Vaders, maar slechts één; de Hemel is gemaakt door Zijn Kracht en de sterren door Zijn Wijsheid, die in Hem is en van Hem uitgaat.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[49] En het Licht van den Zoon van God schijnt eeuwig te midden hiervan, hoewel het de ene keer zich duidelijker doet kennen dan de andere keer. Daarom is de wonderlijke Goddelijke Wijsheid onbegrijpelijk. De aarde beduidt de Hemelse natuur of de zevende oergeest, waarin de kleuren en vormen tot uiting komen. De vogels, vissen en andere dieren beduiden de menigerlei verschijningsvormen, die er in de Hemel zijn.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] De zeven geesten echter, die in een Engel zijn, die het licht en het ver­stand voortbrengen, zijn met de gehele Godheid verbonden, zodat zij niet meer kunnen bewerkstelligen in enig opzicht dan God Zelf en ook niet op een andere wijze. En wel, aangezien zij een gedeelte van het geheel zijn, want God heeft hen daartoe uit zichzelf geschapen. Nu deden echter de Oergeesten in Lucifer dit niet, maar, omdat zij zagen, dat zij de voorrang hadden, zo gingen zij zodanig te werk, dat de geest, die in hen geboren werd, zeer vurig werd en in de oerbron van het hart op­steeg als een trotse jonkvrouw.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] Wanneer men de gehele natuur en haar kenmerken beschouwt, zo ziet men de Vader; wanneer men de hemel en de sterren beziet, zo ziet men Zijn eeuwige Kracht en Wijsheid. Zoveel sterren er aan het firmament staan, die toch ontelbaar en voor het verstand onbegrijpelijk zijn, (ook voor een deel onzichtbaar), zo groot en menig­vuldig is Gods Kracht en Wijsheid. Iedere ster die aan de hemel staat, heeft echter een andere kracht en een andere hoedanigheid als de volgende, zoals het ook is met alle schepselen op aarde, als gevolg hiervan. Zo is het met al het geschapene. Nu vinden alle krachten, die in de natuur zijn in God de Vader hun oorsprong; alles, licht, warmte, koude, lucht, water en alle krachten der aarde, nl. bitterheid, zuurheid, zoetheid, wrangheid, hardheid, zachtheid en alles, wat men niet noemen kan, dat alles gaat uit van de Vader. Wan­neer men de Vader met iets vergelijken wil, dan moet men Hem vergelijken met het gewelfde uitspansel. Men moet niet denken, dat iedere kracht, die in de Vader is, op een bepaalde plaats en op een bepaald gedeelte aanwezig is, zoals de sterren op een bepaalde plaats aan de hemel staan, neen, maar de Geest toont, dat alle krachten, die in de Vader zijn, door elkander en met elkander verweven zijn als een centrale kracht, zoals men dat voorgesteld vindt in het boek Ezechiël, Hoofdstuk 1. Hij ziet de Heer in de geest en zinnebeeldig voorgesteld als een wiel, waarvan de vier raderen in elkander uitlopen en elk van de vier is gelijk aan de andere, en toen ze draaiden, draaide elk slechts voor zich zelf; zoals de wind woei zo draaiden zij alle vier en geen van hen had nodig omgewend te worden. Zo is ook God de Vader, want alle krachten zijn in de Vader aanwezig als één centrale kracht en alle krachten zijn in de Vader in onnaspeurlijke klaarheid en ondoorgrondelijk Licht. Ge moet niet denken, dat God in de Hemel en boven de Hemel troont en heerst als een kracht en een macht, die geen verstand en kennis in Zich heeft, zoals de zon: zij loopt haar baan en straalt warmte van zich en licht; zij brengt de aarde en alle schepselen voorspoed of tegenspoed, hetgeen dan vrijelijk zou kunnen plaats hebben, wanneer de andere planeten en sterren dat niet tegen hielden. Neen, zo is de Vader niet. Hij is een almachtige, alwijze, alwetende, alziende, alhorende, alom riekende, alom voelende, alom proevende God, die in Zichzelf is, zachtmoedig, vriendelijk, lieflijk, barmhartig en vol van vreugde, ja Hij is de vreugde zelf. Hij is echter van eeuwigheid tot eeuwigheid onveranderlijk, Hij heeft Zijn Wezen nog nooit veranderd en zal zich in alle eeuwigheid ook nooit veranderen. Hij is niet uit iets voortgekomen of geboren, maar Hij is Zelf alles, in alle eeuwigheid, en alles wat bestaat is door Zijn Kracht tot stand gebracht, door de kracht, die van Hem uitgaat. De natuur en alle schepselen zijn uit Zijn Kracht geboren. Zijn hoogte, lengte en diepte kan geen schepsel, ook geen Engel uit de Hemel doorvorsen. De Engelen in de Hemel leven in des Vaders kracht vol vreugde en vrede en zingen uit de volheid van Zijn Kracht.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Wil men God de Zoon op de juiste wijze beschouwen, dan moet men andermaal de natuurlijke dingen bezien. De geest ziet Hem wel, maar men kan Hem niet beschrijven of beredeneren, want het Goddelijke wezen bestaat in Kracht en laat zich niet beschrijven of beredeneren. Daarom moeten wij gelijkenissen te hulp roepen, als wij van God willen spreken; want wij leven in deze wereld op een gebrekkige wijze en zijn in onvol­komenheid geschapen. Ik zal duidelijk en klaar met de lezer over dit hoge onderwerp spreken. Wanneer hij wil letten op de diepere betekenis, zal hij het kunnen verstaan; hij zal ook kracht ontvangen, wanneer hij hongert.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Hier wil ik u de kern en het hart van Lucifer tonen, zo zult ge zien, wat een duivel is, of, hoe hij een duivel geworden is. Zie daarom toe en vraag hem niet te gast, want hij is de verklaarde vijand van God en alle mensen en Engelen in de eeuwigheid. Wilt ge dit nu juist verstaan, dan moet ge niet van God een duivel maken, zoals sommigen doen, die zeggen: God heeft het boze geschapen en wil dat sommige mensen ver­loren zullen gaan!
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] Zoals de koning het gebood, zo deden zijn onderdanen. Toen hij zich verhief en God wilde zijn, zo zagen zijne Engelen dit aan en zij allen deden, zoals hun koning deed. Zij allen deden, als wilden zij de God­heid bestormen. Want allen waren zij hem onderdanig en hij heerste over al zijn Engelen, want hij was geschapen uit de kern van de Salniter, waaruit ook zijne Engelen geformeerd waren. Daarom ook wilden zij allen de voorrang hebben en met hunne Heer regeren in het ganse ge­bied, over alle goddelijke krachten; dit lieten zij zich niet ontnemen. Nu zou men kunnen vragen: Heeft God dit dan voor de schepping der Engelen niet geweten?
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Hiervan hebt ge een goed voorbeeld, als ge het slechts zien wilt en er niet blind voor zijt. Aanzie de dieren, vogels en alle gewas dezer wereld. Dit alles was tevoren geschapen, vóórdat de mens geschapen werd. Deze is degene, die God schiep, in plaats van de verstoten Lucifer.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] De zon is uit alle sterren geboren en het licht dat uit de natuur voort­komt en zij schijnt in de ganse natuur in deze wereld en zij is met de andere sterren verbonden, als ware zij met hen allen te samen slechts één ster. Zo is ook de Zoon Gods uit alle Krachten Zijns Vaders van eeuwigheid af geweest en niet geschapen, Hij is het hart en de glans uit alle Krachten van Zijn Hemelse Vader, een zelfstandige persoonlijkheid, het centrum. Want de Kracht des Vaders waakt, dat de Zoon van eeuwigheid af daar is; wanneer de Vader zou ophouden voort te brengen, zo zou de Zoon niets meer zijn en wanneer de Zoon niet meer in den Vader zou stralen, zo zou de Vader een donker dal zijn, want de Kracht des Vaders zou niet meer van eeuwigheid tot eeuwigheid opvaren en het Goddelijk Wezen zou niet kunnen bestaan. Alzo is de Vader het zelfstandige Wezen van alle krachten en de Zoon is het hart van de Vader. Ge moet niet denken, dat en de Vader en de Zoon tot één Wezen versmolten zijn, dat men Zijn persoonlijkheid niet meer zou onderkennen of zou zien, neen, als dat zo was, zo zou Hij slechts één persoonlijkheid zijn. Zo min als de zon uit de andere sterren schijnt, al zou zij uit de andere sterren ontstaan zijn, zo min schijnt ook de Zoon uit de Krachten des Vaders wat betreft Zijn Lichaam. En hoewel Hij uit de Krachten des Vaders geboren werd, zo straalt Hij toch weder in de Vader terug, want Hij is een andere persoonlijkheid als de Vader, maar niet een andere God; Hij is eeuwig de Vader. En de Vader en de zoon zijn één God, één zelfde Wezen in kracht en almacht.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Daar ge nu in het derde hoofdstuk duidelijk vernomen hebt, dat er de Drie-eenheid is in het Goddelijk Wezen, zo wil ik hier nu duidelijk de kracht en de werking in het Goddelijk Wezen aantonen, zowel de eigenschappen als de werkingen, en ook wil ik aantonen waaruit de Engelen geschapen zijn, en wat hun lichamen zijn en waaruit hun kracht bestaat. Zoals ik hiervoor ook heb meegedeeld, is in God de Vader alle kracht en geen mens kan deze kracht evenaren; de sterren en elementen, evenals als al het geschapene in deze wereld, geven hiervan duidelijk blijk. Alle kracht is in God de Vader en gaat ook van Hem uit, dit komt tot uiting in Zijn Eigenschappen: licht, hitte, koude, zachtheid, zoetheid, bitterheid, zuurheid, wrangheid, geluid en alles, waarvan men onmogelijk kan spreken en dat niet te begrijpen is. Dit alles is in God aanwezig als ene centrale kracht.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] De krachten, die in God verborgen zijn, zijn echter niet op dezelfde wijze aan het werk als de natuur werkt in de sterren en elementen of in de schep­selen. Neen, zo iets moet ge niet denken. Want Lucifer heeft in zijn opstandigheid de krachten van de reine natuur brandend, bitter, koud, ruw, zuur, duister en onrein gemaakt: in de Vader echter zijn alle krachten mild, zacht, gelijk de Hemel, vol van vreugde. Alle krachten gaan jubelend in elkander over en hun schallen stijgt op van eeuwigheid tot eeuwigheid. Daarin is niets anders dan liefde, zachtmoedigheid, barm­hartigheid, vriendelijkheid. Er is zulk een jubelende, verheffende bron der vreugden, dat alle stemmen van het Hemelse Vreugdenrijk zich laten horen. Men kan het met niets vergelijken, zo schoon is het. Wil men het echter toch ergens mee vergelijken, zo moet men het vergelijken met de ziel des mensen. Wanneer deze door de Heiligen Geest ontstoken is, zo is ze evenzo vreugdevol en jubelend; alle krachten stijgen jubelend in haar omhoog, zij doen het lichaam sidderen. Dit is een juist beeld van de Goddelijke hoedanigheid; in God is alles Geest.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Deze toon nu is het goddelijke vreugdenrijk; het triomferen, waarin het goddelijke en zachte liefdesspel in God opstijgt, evenals vormen, beelden en allerlei figuren. Ge moet hier echter weten, dat deze eigenschap zeer zacht en lieflijk alle geesten doordringt op de wijze, waarop in een mensenhart een lieflijk en zacht vreugdevuur opgaat. Een hart, waarin de zielegeest hoogtij viert, als ware hij in de Hemel.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215