Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 202 van 278

...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215  ...
[6] Maar deze antwoordde: 'Mijn broeders en vrienden! Geduld is de eerste plicht van de mens, want zonder geduld bederft hij al het edele dat hij heeft geplant!
Hoofdstuk 158: De opening van de tempelpoort door Ohlad, de goede raadsheer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[18] Pas toen dat gebeurd was, lieten zij hem de sleutel omdraaien, want nu was Ohlad pas in staat de tempel zonder schade te openen.
Hoofdstuk 158: De opening van de tempelpoort door Ohlad, de goede raadsheer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] In de tempel echter zul je de wil van de Heer vernemen, en Deze zal je zonder ons toedoen duidelijk te kennen geven wat je te doen staat - te blijven of weg te gaan!
Hoofdstuk 162: Ohlads juiste deemoed. Een evangelie over de juiste deemoed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Maar wil je waarachtig God welgevallig deemoedig zijn, dan moet je dat volgens Gods wil, maar nooit volgens je eigen goeddunken zijn! Want ben je door je eigen voornemen deemoedig, dan is je deemoed een kind van je eigenliefde en derhalve zinloos en zonder enige waarde voor God, want achter zo'n soort deemoed gaat altijd een verdienstelijk lijkende zelftevredenheid schuil, eigen lof en tenslotte verkapte hoogmoed!
Hoofdstuk 162: Ohlads juiste deemoed. Een evangelie over de juiste deemoed. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad die woorden van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren had gehoord, wendde hij zich tot zijn ministers en vroeg hen wat er met deze hardnekkige tegenstander moest gebeuren. Moest men hem misschien met zijn medestanders zonder de leer van de goddelijke plicht laten vertrekken, of moest men hem er met geweld van vuur toe dwingen om naar de bijzonder welgemeende leer van de plicht te luisteren?
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] En nu kunnen jullie spreken; maar let wel: zonder sanctie!'
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Dat is de zuivere, goddelijke orde en alleen daarin kunnen alle dingen bestaanbaar geacht worden; zonder haar is er eeuwig geen bestaan van het een of andere zijn! - Nu hebben jullie reeds alles!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Het is genoeg dat er zich achtennegentig van jullie hebben bekeerd; één ezel maakt immers niet uit! Want wie zijn broeders zonder natuurlijke, morele en geestelijke kracht niet zozeer wil leiden, maar hen alleen wil overheersen zuiver uit een zekere prikkelende hoogmoedszin, die is een ezel. Want hij is niet in staat om in te zien dat zijn broeders dat allang hebben onderkend en hem daarom ook de kroon van de domheid op zijn hoofd hebben gezet.
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Adam had aan Mijn gezelschap genoeg en Eva had genoeg aan Adam en haar kinderen; daarom leefde hij negenhonderd dertig jaar tevreden en zonder gezelschapsspelen! Waarom willen jullie dan meer?
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] En waarom zouden onze zonen niet de meisjes mogen leren kennen? Moeten zij dan tenslotte zonder vrouw blijven? Waar anders dan in gezelschapskringen biedt zich daarvoor de gelegenheid?!
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Vergiftigt niet één druppeltje gif reeds tien liter water zodanig dat wij er niet meer tot ons heil en zonder schade van kunnen drinken?! Als men echter één gezond druppeltje water in tien liter gif zou doen, zal dat dan het gif op zijn beurt onschadelijk maken?
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Voorwaar, waar zulke woorden zonder uitwerking blijven, helpt niets anders meer dan het gericht en de allerstrengste straf!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Als Ik hem in de tempel tot ijver aanspoorde, zei hij: 'Heer, geef mij de wonderkracht van de tien ministers van mijn vader, die daarmee dertig jaar lang het hele volk van de aarde op gelukkige wijze leidde, en ik zal het honderd jaar lang nog gelukkiger leiden! Maar als U, Heer, mij wondermacht geeft, geef mij die dan niet van vandaag tot morgen, maar gedurende mijn hele leven, dan zal ik het volk zonder ministers leiden!'
Hoofdstuk 190: Het handhaven van de orde in Hanoch tot de dood van Ohlad en de tien ministers. Ohlads zoon Dronel als koning en zijn morren tegen de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Jij hebt volgens jouw raad je zoon tot koning gemaakt! Daarom zal hij ook koning zijn zonder de minste tegenspraak van Mij, want jij luisterde immers nooit naar Mijn raad omdat je alles beter wist dan Ik, de Schepper van alle dingen!
Hoofdstuk 191: Dronels zoon Kinkar neemt de regering over. De woorden tot de Heer bij Dronels afreden. Het antwoord van de Heer. De valse eed van Kinkar. De gevaren van het naturalisme. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] De vreemdeling, die volgens de nieuwe wetten reeds de doodstraf op zijn hals gehaald had omdat hij zonder geld de stad Hanoch tot op duizend schreden was genaderd, werd onmiddellijk door gerechtsdienaren opgepakt en voor het strenge forum van de priesters gebracht, in wier borst geen enkel greintje liefde te vinden was.
Hoofdstuk 200: De 'arbeid' van de nieuwe koning. De onmenselijke behandeling van de arme vreemdelingen in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215  ...