Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

5587 resultaten - Pagina 202 van 373

...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215  ...
[1] Abgarus, eenvoudig vorst te Edessa, aan Jezus, de goede Heiland, Die is verschenen rond Jeruzalems dreven, als Heil voor alle volkeren die het hart op de juiste plaats dragen en die de serieuze bedoeling koesteren om hun levens in te richten naar Zijn Woord: Hem zij alle heil!
Hoofdstuk 11: Zesde brief van Abgarus aan Jezus (tien weken later geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] Ge moogt daarom zeer goede hoop koesteren! Ge moet namelijk weten dat het zal geschieden -ja, het Is reeds geschied dat Ik het licht aan de kinderen van Mijn volk zal ontnemen, om het onbeperkt aan jullie, heidenen, te geven! Zeer recentelijk nog heb Ik onder de hier bij ons levende heidenen, Grieken en Romeinen, geloof aangetroffen, zoals in heel Israël niet te vinden is! Liefde en deemoed zijn onder de joden namelijk volledig onbekende eigenschappen van het menselijk hart geworden, terwijl Ik die toch vaak genoeg wel en in volle bloei bij jullie, heidenen aantref.
Hoofdstuk 10: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[10] Daarom denk ik dat echte dankbaarheid, die recht uit het hart komt, voor de mens nog het meest geëigend, het meest passend is, juist omdat ondankbaarheid hem eigenlijk op het lijf geschreven staat! Daarom, o Heer, kan ik U niets anders aanbieden dan juist deze armzalige dank van mij, maar die dan wel met de verzekering, dat ik nu inderdaad bereid ben om in mijn kleine landje onmiddellijk alles te realiseren, wat Gij mij, o Heer, in Uw genade zoudt willen opdragen.
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Alhoewel U hier op deze aarde -die U met één ademtocht zoudt kunnen wegblazen! als een heel eenvoudig mens verkeert, toch regeert en beheert U vanuit Uw innerlijke Goddelijkheid de gehele oneindigheid! Elk stofje dezer aarde, elk druppeltje van de zeeën; de zon, de maan en alle ontelbare sterren: zij luisteren naar de almachtige Stem van Uw Hart, Hetwelk het eeuwige middelpunt is van alle dingen en van al het zijnde in heel de oneindigheid.
Hoofdstuk 9: Vijfde brief van Abgarus aan Jezus ( drie weken na ontvangst van het vierde antwoordschrijven van de Heer) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[3] Misschien wel duizendmaal heeft hij Uw portret aan zijn hart gedrukt! Zijn laatste woorden waren: 'O, mijn goede Vader, Jezus; o Jezus, Gij, de eeuwige Liefde! Gij, Die alleen en van eeuwigheid het ware leven zijt! Gij, Die thans als een Mensenzoon wandelt onder hen, die Uw Almacht in het aanzijn heeft geroepen, Die hun een lichaam hebt gegeven en het leven! Gij alleen, ja Gij zijt mijn liefde in eeuwigheid! Ik leef; ik leef door U, in U… eeuwig.
Hoofdstuk 7: Vierde brief van Abgarus aan Jezus (zeven weken na de derde geschreven) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[9] Te Judéa door een van Mijn leerlingen, die Mij na aan het hart ligt, geschreven, en verzonden door opnieuw dezelfde koerier
Hoofdstuk 6: Antwoord van Jezus (binnen tien dagen ingekomen via dezelfde koninklijke koerier) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[2] Meer dan eens zeg Ik hier in Judéa tot hen, die' Ik van allerlei lichaamskwalen heb afgeholpen: 'Aan je geloof heb je dit te danken!' Ik heb evenwel nog aan niemand gevraagd: 'Heb je Mij lief?' En ook heeft nog niemand Mij uit de grond van zijn hart gezegd: 'Heer, ik heb U lief!'
Hoofdstuk 6: Antwoord van Jezus (binnen tien dagen ingekomen via dezelfde koninklijke koerier) - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[7] O Heer, wilt alstublieft nooit ophouden ons in Uw Hart te gedenken! Uw voor ons heilige Wil geschiede!
Hoofdstuk 5: Derde Brief van Abgarus aan Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[7] Zeer binnenkort zal er in Uw stad een arme jongeman aankomen. Die moet Ge opnemen, waardoor Ge Mijn Hart zult verheugen! Wees goed voor hem, omdat Ik zó'n grote dienst bewijs aan Uw zoon, dat Ik hem -vanwege zijn liefde jegens Mij -nog vóór Mijzelf dáárheen laat gaan, waarheen Ikzelf zal gaan ná Mijn verheffing aan het Kruishout. Amen.
Hoofdstuk 4: Antwoord van Jezus - Jakob Lorber - Brieven van Jezus en Abgarus
[36] De hele materiële schepping is evenals de geestelijke schep­ping een door de almachtige wil van de Godheid vastgehou­den idee uit het hart ofwel het leven van de Godheid Zelf, en is -omdat zij uit God is -in haar diepste grondslag geestelijk. Als nu de hele zogeheten materiële schepping niet langer door God vastgehouden zou worden -wat voor God heel gemak­kelijk mogelijk zou zijn -dan zou ze weer geheel geestelijk, als een alleen voor de Godheid zichtbare grote gedachte, in het gemoed van God terugkeren, en dan zou het met het realise­ren van de vrije zelfstandigheid van talloze wezens afgelopen zijn!
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[35] Het eigenlijke ware weerzien komt pas in het rijk Gods, dat is de hemel, die de gehele oneindige ruimte vult en derhalve overal aanwezig is, maar die ieder mens alleen via zijn hart kan bereiken. Maar omdat er tegenwoordig zoveel mensen op aarde zo materieel zijn ingesteld dat zij van de geestelijke toe­dracht van de dingen geen enkel idee hebben, en die hier over 'natuurgeesten' lezen en niet begrijpen wat dat zijn en waar ze uit bestaan, dient hierover nog een korte nadere toelichting te volgen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[33] Soms nemen enkelen zo'n aanwijzing ter harte en bekeren zich. Maar meestal worden ze na zo'n droomgezicht pas hele­maal dol en vallen ze terug in hun geestloze, pure zielenstaat, die dan nog veel slechter wordt dan de eerste. En zulke toe­standen zijn dan reeds de hel, waaruit het heel moeilijk is een uitweg te vinden! Wie dan niet het smalle pad door zijn eigen hart gaat, komt niet gauw meer goed terecht en kan triljoenen en deciljoenen aardse jaren in zo'n hel blijven zitten. ­ Er is nu dus getoond, hoe het zielenleven in het hierna­maals twee precies tegengestelde hoofdrichtingen en gesteld­heden kent: naar boven of naar beneden. Met dit alles is even­wel nog niet iedere bestaansvorm in de geestenwereld beschre­ven, maar alleen zoals gezegd de twee algemene hoofdrichtin­gen, dus het meest uitgesproken pro en contra.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[23] De oergeest werkt nu in het hart van de ziel tegen de begeerten van de ziel en schept nu steeds meer beelden voor haar, die enerzijds datgene bevatten wat de egoïstische, heers­zuchtige en genotzuchtige instelling van de ziel aanspreekt. Maar zodra zij die dingen in haar droom, die zij natuurlijk voor de werkelijkheid houdt, vol begeerte wil grijpen, worden ze teniet gedaan of wijken ze terug en vluchten weg. Anderzijds worden voor de zielook beelden geproduceerd die nuttig voor haar zijn en, als ze die aangrijpt en tot haar best­wil aanwendt, blijven bestaan en dan begint zich uit de droom een hechte en blijvende wereld voor haar te ontwikkelen.
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[12] Als een mens op deze wereld maar heel weinig of vaak ook helemaal niets heeft gedaan om datgene wat zijn ziel in haar hart verborgen meedraagt, tot leven te wekken en te ontwik­kelen, maar alles alleen aan de ontwikkeling van zijn uiterlij­ke verstand besteed heeft en dat heeft benut om zorgvuldig de wegen te kiezen waarop hij zich wereldse schatten kon ver­schaffen -van welke aard die ook mogen zijn en welke naam ze ook mogen dragen -om daarmee voor zichzelf de meest verfijnde en in elk opzicht meest aangename genietingen en bekoringen te verkrijgen, dan is, als de ziel van zo'n mens aan gene zijde arriveert, haar goddelijke lichtkamer stevig versperd en afgesloten. Het licht van het aardse verstand echter is eigenlijk alleen maar een combinatie van uiterlijke, materiële lichtbeelden, die op de vele miljoenen lichtvlakjes van de her­senplaatjes*( * zie Het Grote Johannes Evangelie, deel IV / 226 -240 voor de bouw en functie van de hersenen. ) voor de ziel zichtbaar zijn. Aan de hand daarvan maakt de puur materieel ingestelde ziel altijd, op de manier van de domme astrologen, haar materiele berekeningen en voelt zich dan als het ware door de macht van dat bijgeloof gedrongen om daarnaar te handelen. Dat verstandslicht blijft natuurlijk in de wereld achter, net zoals een beeldengalerij achterblijft wanneer de beeldenliefhebber sterft. Het gevolg is dat zo'n ziel dan noodzakelijkerwijs totaal duister in de gees­tenwereld aankomt en niets anders overhoudt dan alleen het bewustzijn ofwel de uitdrukking van leven, en slechts enige herinnering aan haar aardse toestanden en omstandigheden voor zover die in de overeenkomstige hersenkamer van de ziel in overeenstemmende symbolen zijn opgetekend en die de nog altijd uiterst gevoelige ziel voelt en gewaar wordt, ook al kan ze de beelden als gevolg van haar duisternis niet helder bekijken­
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
[2] Bij veel mensen die hun hoofd en hart op de rechte plaats heb­ben, blijft, wanneer zij niet al te vast in hun geloof staan, de beklemmende vraag bestaan of er na dit korte aardse leven nog een verder leven zal zijn en hoe dat er dan wel uit zal zien. Zal de mens zichzelf nog herkennen als dat wat hij hier op aarde was en zal hij zijn bewustzijn en de volledige herinnering aan al zijn aardse toestanden behouden, of zal zijn bewustzijn en herinnering veeleer lijken op dat in een droom? Een droom, waarin de mens wel zichzelf herkent als degene die hij in het wakende aardse leven was en zich wel bewust is van zijn per­soonlijkheid, zij het onder steeds nieuwe levensomstandighe­den, maar waarin alle objectieve levensomstandigheden van déze zijde vrijwel alle realiteit verloren hebben, behalve de enkele dingen die diep in de gevoelswereld van de mens ver­ankerd liggen, zoals bijvoorbeeld zijn naaste verwanten en de eigen leef­ en woonomgeving, maar zelfs ook deze vrijwel altijd in vreemde omstandigheden en vormen? En is er in het grote hiernamaals onder zulke geestelijke omstandigheden wel een weerzien waarbij men elkaar over en weer herkent?
Hoofdstuk 13: Over het weerzien in het grote hiernamaals - Jakob Lorber - Over de drempel van de dood
...  190 - 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215  ...