17481 resultaten - Pagina 203 van 1166
... 191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 ...
[5] Wie echter in zijn hart zo dicht bij Mij is als jij, Mijn lieve Helena, die is en blijft ook dan altijd even dicht bij Mij, als er schijnbaar een vele duizenden malen grotere afstand tussen hem en Mij ligt dan die van hier tot aan de verste en kleinste ster, die je oog slechts zo nu en dan vaag ontdekt in de eindeloze verte.Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Ja, Ik zeg je, wie Mij liefheeft zoals jij en oprecht gelooft dat Ik het ben op wiens komst de vaderen vurig hoopten, die is net zo volledig één met Mij, als Ik, die jij hier nu voelt, geheel één ben met Mijn Vader in de hemel! Want de liefde brengt alles tesamen, God en schepsel worden door haar één en geen ruimte kan scheiden wat de ware en zuivere, uit de diepste hemelse diepte komende liefde heeft verenigd.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Door jouw liefde zul je dus steeds vlak bij Mij zijn, ook al zal je voor korte tijd in deze wereld ruimtelijk van Mijn persoon worden gescheiden. Maar eens, aan de andere zijde, in Mijn Rijk van de zuivere geest en algehele waarheid zul je nooit meer van Mij gescheiden worden! - Lieflijke Helena, heb je het gesprokene nu zo ongeveer begrepen?"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] HELENA zegt: "Hoe zou dat mogelijk zijn!? Het is in mij nu zo licht en helder alsof er een echte zon in mij is opgegaan en daarom ziet alles wat U, o Heer, tot mij spreekt er zo duidelijk uit, en begrijpt mijn hart de diepste betekenis van Uw woord.
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, dat zou dan toch een heel overbodige eis van Mij zijn volledig in tegenspraak met Mijzelf en Mijn eeuwige orde.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Maar nu heb ik nog een andere, heel belangrijke vraag uit een nog niet helemaal verlichte hoek van mijn hart en die luidt: "Hoe kun je Hem ooit danken, die je zo overvloedig, zo buiten alle proporties, met Zijn genade heeft overladen? Liefde, hoe groot ook, kan toch niet als dank gelden, want zij is zelf toch, net als het gehele leven, een geschenk van Uw genade. Wat voor offer en wat voor gave U waardig, kan~ ik, schepsel, aan U mijn Schepper aanbieden als passende dank voor zo oneindig veel genade? Kijk, o Heer, op dat punt is het ondanks alle zonnelicht in mijn hart toch duister en op die belangrijke vraag komt maar geen antwoord! O Heer, zou U mijn hart in dat opzicht niet met een vriendelijk woord uit de verlegenheid willen helpen?"
Hoofdstuk 111: Het één zijn met de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Maar samen met de liefde voor Mij is er nog een andere liefde, namelijk de naastenliefde. De armen van geest en zij die arm zijn aan tijdelijk noodzakelijke, aardse goederen, zijn de ware naasten. Wat iemand in Mijn naam voor hen doet, doet hij voor Mij.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie een arme opneemt in Mijn naam, neemt Mij op en het zal hem op de jongste dag vergolden worden. Wie een wijze opneemt terwille van de wijsheid, zal ook het loon van een wijze oogsten. Wie een dorstige ook maar een beker water geeft, zal in Mijn rijk met wijn vergolden worden.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] O, Ik aanvaard geen eer van mensen, want de Vader in de hemel eert Mij meer dan genoeg! Als de mensen echter Mijn geboden houden en Mij daardoor boven alles liefhebben, eren zij daarmee Mij en Mijn Vader, en Ik en de Vader zijn volkomen Eén.
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] HELENA antwoordt geheelovertuigd van de waarheid van wat Ik heb gezegd: "O Heer, ieder heilig woord van U heeft in mijn hart een veelvoudige weerklank gevonden en als één toon klonk het in mijn ziel: Dat is de zuivere, goddelijke waarheid!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Neem nu eens onze oude godenwetten! De sluwe priesters zeiden: .Als je aan Pluto offert, vertoorn je Zeus en offer je aan Zeus, vertoorn je Pluto, maar als je aan hun priesters offert, die alleen weten hoe ze de toorn der goden moeten sussen, dan doe je het goed!' Want zij beweerden dat zij alleen de succesrijke tussenpersonen waren tussen de goden en de mensen. Zo hebben de priesters alle offers naar zich toegetrokken en zich tevens nog door het arme, blinde volk, dat zonder genade door hen werd uitgezogen, goddelijke eer laten bewijzen en al het volk moest beven voor hun macht. O, dat kan, dat zal deze zuivere leer zeker in der eeuwigheid niet toestaan!"
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] En zo zal het deze reine leer van Mij ook vergaan, daarvan zal geen jota onbekritiseerd en onaangevreten blijven!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] Maar Mijn tempel zal Ik weer opbouwen, de stenen tempel in Jeruzalem echter nooit! Bekommer jij je daar echter niet om, want Ik ben daarvan helemaal op de hoogte en weet de reden waarom het zo moet gebeuren!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[21] Na deze woorden viel Helena letterlijk in een liefdessluimer en hield Mijn hand vast aan haar borst gedrukt, hetgeen Jarah haast wat pijn begon te doen, omdat Ik tijdens het gesprek met Helena niets tegen haar had gezegd. Maar toen Ik haar vriendelijk aanzag, ging de pijn meteen weer over .
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na een poosje zei JARAH, die door Mijn vriendelijke blik meer in zichzelf gekeerd was: "Heer, U mijn enige liefde! Was ik soms toch wat te vrijpostig met mijn schijnbare jaloersheid op deze heerlijke Helena en beledigde ik U daarmee? Als dat zo was, vergeef het mij dan, U mijn enige liefde!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)