Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 203 van 1110

...  191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216  ...
[2] IK zei: "Ja, Mijn beste, oude vrienden! Kijk, daar boven, ongeveer vijfduizend pas naar het zuiden aan de zee, zien jullie een heuvel die aan de zeekant heel steil is. Die is helemaal vergeven van zeer giftige slangen en adders, en jullie moeten voor Mij deze beesten verdrijven! Wij allen zullen jullie daarheen begeleiden!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Daarom geldt het water bij ons ook als een goede proefvoor de eerlijke echtheid van een mens. Wie niet meer zo goed door het water gedragen wordt, diens gemoed heeft beslist een zekere schade opgelopen, en het element zal hem niet gunstig gezind zijn en hem niet iedere gevraagde dienst bewijzen. Zoals wij nu echter zeer duidelijk en ongedwongen ons op het water voort bewogen, en ook getoond hebben dat de dieren in het water sinds het begin van ons bestaan aan onze wil gehoorzamen, zo was het ook bij de oermensen. Voor hen waren rivieren, meren en zelfs de zee geen hindernis om over de gehele aarde rond te trekken; schepen noch bruggen hadden zij nodig. Maar jullie worden vaak samen met jullie schepen en bruggen door het water verzwolgen, en zelfs geen watermug gehoorzaamt aan jullie wil! Als je dat met elkaar vergelijkt, hoe ver zijn jullie dan verwijderd van de ware mensheid!
Hoofdstuk 211: De macht van de Moren over het water. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] De AANVOERDER zegt: "Heer, Almachtige! Als het er alleen maar om ga ze te verdrijven, hoeft U het maar te denken en dan is de hele heuvel voor alle tijden der tijden vrij van al het ongedierte; maar als het hier ook alleen maar om een voorbeeld gaat, om te laten zien welke kracht in de echte oermensheid verborgen ligt, dan doen wij dat net zoals alles volgens Uw zeer heilige wil!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ik zeg: "Het is natuurlijk vanzelfsprekend dat Ik het alleen maar terwille van een voorbeeld aan jullie vraag; laten we dus gaan!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] IK zeg: "Hebben jullie dan helemaal geen middelen ook deze te verdelgen?"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] IK zeg: "Dat hoeft niet! Jullie hebben jullie wonder al gedaan en meer verlangde Ik immers niet van jullie; dat zal Ik wel in orde brengen! Omdat deze heuvel nu echter bevrijd is van zijn boosaardige bewoners, zullen wij hem bestijgen en dan zullen jullie voor ons nog enige proeven van jullie menselijke bekwaamheid afleggen!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] En IK zei tegen de aanvoerder: "Vriend, hebben jullie ook nog macht over deze vogels?"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[16] Toen zei de AANVOERDER tegen de blanken: "Roepen jullie die nu eens naar beneden, dat cirkelende paar! "
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] Dan zegt CYRENIUS tegen de aanvoerder: "Waartoe dient dat verzoek, dat toch wel wat hoogmoedig aandoet? Want je weet nu immers toch al dat wij, als mensen die helemaal op het verkeerde pad zijn geraakt, niet meer staat zijn tot zulke oermenselijke daden! Doe jij nu maar de wil van de Heer, voor al het andere zal de Heer en zullen volgens Zijn leer ook wij naar mogelijkheid zorgen!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] De AANVOERDER zegt: "Denk je dan dat ik aan jullie, blanken, uit een soort gevoel van zelfverheffing gevraagd heb om de nog boven ons zwevende twee gieren naar beneden te lokken? Oh, als je dat van mij denkt, vergis je je toch deerlijk! Ik vroeg het jullie, blanke broeders, om jullie wat intensiever aan het feit te herinneren, iets waar jullie tenslotte natuurlijk weinig of niets aan kunnen doen, dat jullie zover op het verkeerde pad zijn geraakt, en dat kan niemand van jullie ook maar enigszins schaden!
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[19] Hoe kunnen wij ons nu op onze natuurlijke eigenschappen beroemen?! Of beroemen jullie je wel eens op je gezichtsvermogen of je gehoor?! Want als wij ooit trots zouden kunnen worden op onze eigenschappen, die voor jullie zo wonderbaarlijk lijken, dan zouden wij deze allang niet meer bezitten; maar omdat dat bij ons iets onmogelijks is, blijven wij onze wonderbaarlijk lijkende eigenschappen houden, waarvan jullie blanken meteen weer een nieuw bewijs zult krijgen! -Kom naar beneden jullie beide luchtbewoners!"
Hoofdstuk 212: De macht van de Moren over de dieren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Toen riep IK Oubratouvishar weer en zei tegen hem: "Laat nu zien hoe jullie met de lucht en haar kracht vertrouwd zijn; want in het begin is de zuivere mens ook macht gegeven over de luchtgeesten, opdat deze hem altijd dienstbaar zijn als hij hun dienst nodig zou hebben! Laat dus zien in hoeverre jullie nog met dit oorspronkelijk vermogen toegerust zijn!"
Hoofdstuk 213: De macht van de Moren over planten en elementen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] En IK zei: "Hoe ontwortelen jullie eigenlijk bomen, en hoe verplaatsen jullie grote steenmassa's?"
Hoofdstuk 213: De macht van de Moren over planten en elementen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[20] IK zei: "O jawel, zo is het ook! Maar Ik gunde jullie alleen maar een kleine pauze, want dat wat jullie nog voor Mij zullen doen, is iets waaraan jullie altijd een erge hekel hebben, en na twee handelingen die jullie uiterlijke, uitstralende levenssfeer helemaal hebben opgeëist, hebben jullie nu een kleine rust nodig. Nu zijn jullie uitgerust en moeten jullie nog laten zien hoe je vuur maakt en hoe je ook dit element beheerst! Ga en maak vuur en toon daarna dat jullie er meester over zijn!"
Hoofdstuk 213: De macht van de Moren over planten en elementen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] IK zei: "Zonder enig bezwaar; want jullie moeten immers jullie leven van nu af aan helemaal kennen! Nog zijn jullie volledig in het bezit van de levenskracht van de mensen uit de oertijd en nog zijn jullie als mensen, tot Mijn vreugde, volkomen heersers over de hele natuur -hetgeen allemaal zijn oorsprong vindt in jullie volmaakte vertrouwen en jullie geloof, dat geen twijfel kent, en jullie rotsvaste wil. Maar jullie kennen jullie kracht net zo min als dat iemand de kracht kent die de ledematen van de mens in beweging brengt, en die het bloed door de aderen voortstuwt, en het hart Iaat pompen, en de longen dwingt om de lucht in en uit te ademen afhankelijk van de levensbehoefte en de inwendige regeling ervan van de warmte, die al naar gelang een grotere of geringere inspanning van de lichaamsdelen in het bloed wordt opgewekt.
Hoofdstuk 214: De zelfkennis van de mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  191 - 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216  ...