Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 204 van 1166

...  192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217  ...
[2] IK zeg: "Wees gerust, Mijn dochter! Zelfs een slecht mens kan door de liefde niet beledigd worden, Iaat staan Ik! Als je Mij minder zou liefhebben, zou je niet bang zijn dat Mijn liefde voor jou zwakker zou kunnen worden als Ik ook deze Helena Mijn gehele liefde zou geven. Maar omdat je Mij werkelijk boven alles liefhebt, werd je enige ogenblikken door die angst bevangen en dat overkwam je alleen maar omdat je een paar momenten de ogen van je ziel hebt afgewend van Mijn eigenlijke Ik. Nu je echter weer goed ziet en zeker weet wie Ik ben, brengt Helena je niet meer van de wijs.
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk naar de grote sterren, waarvan het je vergund was er een paar van dichtbij te zien en te bestuderen! Zie, al die sterren en nog oneindig veel meer, die geen menselijk oog ooit zal zien, bestaan en leven uit Mijn liefde! Als Mijn liefde nu voor deze ontelbaar vele en grote kostgangers voldoende is voor eeuwigheden der eeuwigheden, hoe kun jij, lief dochtertje, dan ooit enigszins vrezen dat jij of Helena bij Mij liefde te kort zouden kunnen komen?! Zie je nu het ongegronde in van dat korte moment van angst om beknot te kunnen worden in Mijn liefde?
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] JARAH zegt: "Ja Heer, U mijn liefde en mijn leven, ik zal van nu af aan een echte vriendin voor de lieve Helena zijn en mij veel van haar deugden eigen maken. Ach, waren mijn zusters maar net zo geaard als deze Helena, wat zou mij dat een vreugde schenken! Maar die zijn wereldsgezind en over geestelijke zaken kun je met hen vrijwel niet spreken. Dan zijn de dochters van de oude Marcus toch wel veel geschikter dan mijn zusters! Was er maar een middel om mijn zusters geestelijk actiever te maken!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] JARAH zegt: "O ja, voor zover een meisje van veertien jaar zulke geestelijke zaken kan begrijpen! Achter dat, wat U nu tegen mij hebt gezegd, kunnen nog best eindeloze diepten verborgen liggen die mijn hart nog lang niet kan doorgronden. Maar wat voor de korte tijdsduur van het aardse leven zinvol kan worden begrepen, denk ik wel begrepen te hebben en U, o Heer, zal het begrip van mijn hart zeker niet te schande laten worden. Maar onze lieve Helena is nu vast ingeslapen en ik zal dus niet veel met haar kunnen spreken!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Spoedig na Mijn aankondiging merkte men hoe opeens verschillende gebouwen begonnen te branden en een luid gehuil begon zelfs tot onze oren door te dringen.
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Daarop kwam Cyrenius met Julius in aller ijl naar Mij toe en vroeg Mij angstig wat er in de stad aan de hand mocht zijn, want het leek wel op een volksopstand! Ik vertelde hem en Julius echter heel in 't kort de gehele toedracht van de zaak, zoals Ik die zojuist uit de doeken deed.
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Toen ontwaakte Helena uit haar zachte en gelukzalige liefdessluimer en schrok behoorlijk toen zij de drukte bij de mensen op de berg opmerkte en tevens de brandende stad zag. Maar Jarah pakte haar meteen bij de hand en legde haar de gehele toedracht uit, waarna HELENA al gauw rustig werd en zei: "In mijn hart voelde ik een uur geleden al dat deze stad direkt na het abrupte verdwijnen van de schijnzon haast onvermijdelijk zo'n lot te wachten stond, en zie nu eens, daar voltrekt zich reeds zichtbaar en hoorbaar mijn vage verwachting! U, Heer, was dat beslist al van plan met de schijnzon en pas nu komt de ware reden te voorschijn waarom U haar hebt laten schijnen!"
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Het is al iets oneindig verhevens dat ik U boven alles kan liefhebben en mij gelukkig kan voelen in die liefde, die mijn hart nooit helemaal waardig kan zijn! Maar ik zou het voor een menselijk hart de dwaasheid ten top vinden om Uw heilig, goddelijk onnaspeurbare wezen nader te willen onderzoeken! Dat is mijn mening, o Heer!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Na deze van grote liefde tot Mij nog natrillende woorden van de mooie Helena, komt de oude MARCUS en zegt: "Heer, door dat vuur zullen waarschijnlijk al die mooie vissen, die ik aan de Joodse priesters als tiende moest afstaan, ook flink gekookt en gebraden worden!? U weet, o Heer, dat ik van ganser harte voor iedereen zoveel als in mijn vermogen ligt gastvrij ben. Heus, wanneer ik iemand wat kon geven, deed mij dat waarschijnlijk altijd meer plezier dan degene, die wat van mij kreeg, maar de tiende voor de Farizeeën heeft mij tot in mijn hart geërgerd! En zoals ik zie, staan voor het merendeel de huizen van de Joodse priesters nu prachtig te branden! Dat is een beste betaaldag voor deze gewetenloze leeglopers en volksverlakkers! Dat bevalt mij nu beter dan wanneer iemand mij tien van de mooiste huizen in de stad geschonken zou hebben! Ik ben nooit een mens geweest die leedvermaak had, maar dit keer - vergeef mij o Heer, - zit ik er vol mee!
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar het priesterdom verandert niet. Het tiranniseert als een vampier vele jaren lang een volk, heft vaak op een ongehoorde, schandelijke wijze belastingen en geeft het volk daarvoor niets terug dan het grofste bedrog en dat zo mogelijk op alle denkbare manieren! Ja, dan moet een man van eer God de Heer toch loven en prijzen als Hij eens een oordeel over deze zevenvoudige mensenhaters en mensenbedriegers Iaat komen! En daarom is het nu echte balsem voor mijn ziel dat ik vooral de mooie woonhuizen en synagogen van de Joodse Farizeeën overdekt zie met de prachtigste vlammen en dat nog wel op een voorsabbat. Morgen is het sabbat en die kerels mogen niets inzamelen of iets anders doen. O, zo'n goede les hebben deze oude, onverzadigbare booswichten allang verdiend!"
Hoofdstuk 116: De vreugde van Marcus over de bestraffing van de priesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] MARCUS zegt: "Heer, U die net zo zuiver en goed in mijn hart kunt kijken als in de grote voorraadkamer van de overste der Farizeeën, U weet, dat ik nu en nooit behagen schep in het leed van anderen. Als soldaat was ik in dienst wel erg streng, maar ik heb nooit gewild dat iemand schade berokkend werd, behalve degene, die door de wet eerst was veroordeeld, -en daar kon ik niets aan veranderen. Toch gaf het mij nooit enig plezier als de strengheid van de wet iemand had vernietigd. Daarom heb ik ook hier niet zo zeer plezier over het ongeluk zelf en dat mijn mooie, lekkere vissen daar nu alleen voor de luchtgeesten gebraden worden, maar omdat deze oude mensenkwellers nu eindelijk weer eens een zeer royale, veelzijdige les krijgen!
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Want de vernietiging van de schatten door het vuur is het minste. Het daardoor geheel mee vernietigde geloof in hun leer is de eigenlijke, onvervangbare schade die zij daardoor lijden, wat tevens bijzonder nuttig is voor het bedrogen volk. Want dat zal nu voor het opnemen van de zuivere, goddelijke waarheid zeker een zeer gewillig oor en hart hebben en dat is het waarover ik mij nu eigenlijk verheug. Het kan misschien zelfs mogelijk zijn dat de door het ongeluk getroffen priesters, als zij in hoofd en hart niet te bekrompen zijn, nu méér open zullen staan voor de waarheid dan toen zij rijk waren. Ik geloof dat de dag van morgen ons nog menige gedenkwaardige gebeurtenis zal opleveren! -Heer, zeg mij of ik gelijk heb, of dat misschien ook deze vreugde van mij in Uw ogen verwerpelijk is!"
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] OURAN zegt: "Zo'n heerlijke en bijzonder menslievende instelling heb ik nog nooit meegemaakt! Zelf ben ik mens, en heerser over vele honderdduizenden mensen en men zegt in de wijde omtrek dat mijn onderdanen de gelukkigste aan de Pontus zijn. Toch moest ik de wet toepassen zoals Rome die voorschreef. Rome gaf mij als regerend leenheer wel toestemming om enige matiging te betrachten, maar ik vond alle door mij sterk verzachte wetten toch nog altijd hard!
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Maar ieder mens kan, ongeacht zijn aanleg, zich gemakkelijk richten naar de levenswetten die U, o Heer en Meester, nu heeft meegedeeld, en die zeer menslievende wet ook heel gemakkelijk houden! Als ik nu weer thuis zal komen, zal het er gauw anders uitzien in mijn land!
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Mathaël en zijn vier metgezellen, zullen, hoewel ze allen nu helemaal Romeins gekleed zijn, Griekse staatskleding van mij krijgen en helpen mijn kleine staat zo goed mogelijk in te richten, en Mathaël benoem ik hier reeds tot eerste raadsman en, omdat ik geen zoon heb, tevens tot vicekoning."
Hoofdstuk 118: Mathaël wordt vicekoning. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217  ...