15542 resultaten - Pagina 204 van 1037
... 192 - 193 - 194 - 195 - 196 - 197 - 198 - 199 - 200 - 201 - 202 - 203 - 204 - 205 - 206 - 207 - 208 - 209 - 210 - 211 - 212 - 213 - 214 - 215 - 216 - 217 ...
[9] IK zeg: 'Maar waarom noem je dat dan zo'n grote verlegenheid, terwijl je toch onmiskenbaar Mijn toezegging hebt gekregen dat Ik je indien mogelijk zal helpen?! Want wat Ik iemand beloof, daar houd Ik me aan, dat is nog zekerder dan dat de zon dagelijks op moet gaan en steeds één helft van de aarde verlicht, of de oppervlakte van de aarde nu helder of door wolken en nevels bedekt is! -Wanneer zouden die honderdzeven kinderen dan weer levend naar het huis van hun ouders terugkeren?"Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] Er zijn daar wel kwaadaardige zielen die men rustig duivels kan noemen. Die gaat het aan gene zijde zeker tienduizend keer slechter dan de meest arme en vervolgde bedelaar op deze aarde; maar van al deze vele zielen, waarvan men zeker kan aannemen dat het er tot nu toe, volgens de Arabische telwijze, tienduizend miljoen zijn, zou er niet één nog een keer de weg van het vlees willen doormaken. Als zulke ongelukkige zielen al nooit meer naar deze aarde terug willen, hoeveel te minder dan degenen die aan gene zijde gelukkig zijn! Neem dit dus goed ter harte, en wek vooral geen doden meer op! -Heb je dat nu ook begrepen?"
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Door onze opwekkingen hebben wij de mensen in het grote hiernamaals zeker niet gestoord en daarom denk ik dat we, afgezien van het geringe bedrog, daarmee voor het rijk der zielen heel weinig storende, kwalijke dingen hebben aangericht; want wij hebben de zielen. van de overledenen immers nooit gedwongen om terug te keren naar dit lichamelijke bestaan!'
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] Maar watje zelf moet doen, zal Ik je nu nog in korte bewoordingen meedelen. Jullie hebben intussen in het instituut nog de uiterst geraffineerde inrichting om doden op te wekken, zoals die was en nog is; ook bevinden zich daar nu nog precies honderdzeven kinderen van drie tot veertien jaar, waarvan iets meer dan de helft meisjes.Jullie zijn nu in grote verlegenheid, omdat jullie in je mensenkweekplaatsen nauwelijks twintig gelijkende kinderen hebben; jullie hebben nu boden naar alle delen van de wereld gezonden met geschilderde portretten, om tegen elke prijs kinderen aan te kopen die hierop lijken. Maar deze boden doen slechte zaken; want waar ze ook maar iets aantreffen wat er op lijkt, wordt het hun voor geen enkele prijs verkocht, en kinderen die er niet op lijken kunnen ze toch niet gebruiken. - Wat is je reactie op deze gang van zaken?"
Hoofdstuk 135: Te verwachten moeilijkheden in het instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] Wat Ik met hem kon doen, zou Ik natuurlijk ook met jouw honderdzeven kinderen kunnen doen, en wel nu meteen, in een enkelogenblik! Maar daarmee zouden jullie ook niet bepaald geholpen zijn; want daardoor zouden de kinderen vóór de afgesproken tijd naar huis naar hun ouders gaan. Jullie moeten je precies aan de afgesproken tijd houden, om nu in dit geval geen nieuwe leugen meer te begaan. Maar dan moet Mijn dienaar naar jullie toe komen en de werkelijke kinderen, weliswaar enigszins in strijd met Mijn orde, in het aardse leven terugroepen in het bijzijn van hun ouders, die voor dat doel daarheen moeten komen opdat ook zij hierdoor als door een machtige impuls in hun grote blindheid zullen zien, dat nu het rijk Gods nabij is gekomen.
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Kijk, onder de kleine roofvogels is er één, die naar zijn gezang genoemd wordt en dus koekoek heet! Door zijn instinct is deze vogel traag wat broeden betreft. Daarom legt hij zijn eieren waar hij maar wil en kan in de nesten van verschillende andere vogels, en spaart daarbij zelfs het nest van de mussen niet. Als deze arme vogels nu zien dat er in plaats van hun eigen jongen alleen maar koekoeken tevoorschijn komen, kijken zelfs zij, terwijl het toch dieren zonder verstand zijn, heel verbouwereerd en beginnen hun nest steeds meer te vermijden, en als ze dan een koekoek horen roepen, vliegen ze in grote zwermen op hem af en hem na en achtervolgen en plagen hem op alle mogelijke manieren.
Hoofdstuk 136: De bedrieglijke opwekkingen uit de dood door de Essenen worden verboden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] Lijkt.je dit allemaal misschien iets te moeilijk, omdat je heel bedenkelijk begint te kijken? Zeg het Me dan luid en duidelijk als je het niet met Me eens bent! Nu zijn we nog persoonlijk bij elkaar en kunnen we nog het een en ander verduidelijken, wat in het vervolg natuurlijk iets moeilijker zal zijn, omdat we elkaar dan waarschijnlijk niet zo gauw weer persoonlijk ontmoeten! Zeg het nu, Ik luister naar je!'
Hoofdstuk 137: De grondregels van het vernieuwde instituut der Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Heer, U kent mijn hele leven van de wieg af aan, en U zult mij moeilijk een moment tijdens mijn hele levensloop aan kunnen wijzen waarop Ik het ooit slecht met iemand voor heb gehad of iemand ook maar de minste schade heb willen berokkenen! Duizendmaal wil ik door Uw almachtige goddelijke mond vervloekt worden als dit aangetoond kan worden! En als ik nochtans een zondaar geworden ben doordat ik bij mensen met een bijzonder zwakke geest heel vaak mijn toevlucht heb moeten nemen tot diplomatiek handelen om hen volgens de aandrang van mijn hart naar mijn menselijk inzicht iets goeds te kunnen doen, dan moet ik openlijk bekennen, dat ik het dan zeer onaangenaam vind om mens te zijn; dan moet U mij, o Heer, met Uw almacht maar in een ezel veranderen en Ik zal U daar dan dankbaar voor zijn!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Mijn mening, weliswaar slechts op menselijke wijze doordacht, is deze: leder mens moet doen wat hem volgens zijn beste weten, besef en geweten met recht het beste lijkt, iedereen moet vreedzaam en vergevingsgezind zijn en naar beste krachten goed doen voor de arme, lijdende mensheld, dan moet zijn handelen toch ook door een God als juist en goed en in orde bevonden worden. Geen enkele God kan toch van een mens, die onmiskenbaar Zijn schepsel en Zijn werk is, meer verlangen dan waartoe hij in staat is met de vermogens die Hij Zelf in deze mens heeft gelegd! Of is het mogelijk dat een hoogst wijze God nog meer van Zijn werk kan eisen, dan wat Hij er in heeft gelegd? Ik denk dat dat niet zo gemakkelijk gaat en ongeveer hetzelfde zou zijn als wanneer iemand in alle ernst tien emmers water zou willen gieten uit een vat of een zak, waar maar één emmer ingaat. Daarom vraag ik U, o Heer en Meester, dat U duidelijker bent wat dit punt betreft; want zoals ik U tot nu toe begrepen denk te hebben, is er volgens Uw leer op deze aarde voor een mens helemaal geen bestaan denkbaar dat enigszins verstandig is!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het enig ware wonderteken moet bestaan uit de eigen ervaring, die iedereen zal opdoen door en vanwege het feit, dat juist de waarheid hem waarachtig vrij gemaakt heeft in al zijn denken, willen en handelen, en zijn innerlijk oog geopend heeft om alle dingen en omstandigheden te zien zoals ze in waarheid zijn en niet zoals ze in het verwarde brein van de een of andere naar aanzien strevende wereldwijze naar believen bij elkaar zijn gezet. Zeg Me nu, Mijn Roclus, of de zaak je nu duidelijker is dan voorheen!"
Hoofdstuk 140: Verhulde waarheden en leugens. Valse profeten en hun wonderen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[1] Roclus boog nu zeer diep en haastte zich naar zijn metgezellen, die intussen allerlei belangrijke voorzieningen van hun instituut besproken hadden die geheel dezelfde geest ademden als Mijn aanwijzingen die Ik Roclus als levensrichtsnoer had gegeven.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] RAPHAËL, die zich onder het gezelschap bevond, zei: 'Vriend, dat zal ik je meteen duidelijk maken; Luister even kort naar me! Kijk, dit zijn weliswaar je allernaaste staatsbeambten in, laten we zeggen, jouw instituut! De Heer Zelf kon jou overeenkomstig de volle waarheid geen andere titel geven dan je van staatswege hebt en ook kunt hebben, omdat jouw aanzienlijke geldmiddelen je daartoe het recht verlenen. Maar de Heer wil, dat alle mensen elkaar als broeders omarmen en alleen Hem als de ware Heer en Meester erkennen.
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] EEN VAN DE METGEZELLEN zegt: 'Ja, dat is een precair punt! We zullen het met het volk wat dat betreft inderdaad niet zo gemakkelijk hebben! Het volk is er nu al sinds een behoorlijk aantal jaren aan gewend, en als belangrijke mensen na een verduistering van de maan of zelfs van de zon naar ons toe komen en ons beslist heel ernstig naar de reden zullen vragen waarom wij de verduistering van de goden hebben verlangd en waarom wij hun dat niet hebben aangekondigd, -hoe moet ons op waarheid gebaseerde antwoord op zulke vragen dan luiden, zonder dat we al te erg te schande staan ten overstaan van hen die ons dit vragen?"
Hoofdstuk 141: Deemoed en broederliefde; Roclus en zijn metgezellen in verlegenheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Het gaat me er hier niet om dat ik onze natuurlijke wonderen goedpraat, en ik ben er zelf geheel en al van overtuigd dat we daarmee te ver zijn gegaan; maar ik kan er altijd naar eer en geweten aan toevoegen dat wij daar zelf nooit iemand schade mee hebben berokkend, maar naar onze weloverwogen mening gewoonlijk steeds dubbel nut mee hebben bezorgd. Ten eerste hebben wij daarmee de tranen van vaak zeer treurige ouders gedroogd, wat toch zeker niets slechts is en kan zijn, en ten tweede hebben we hiermee kinderen van straatarme ouders op de beste manier voor hun hele aardse leven verzorgd en hun de mogelijkheid verschaft om in huizen van rijke mensen overeenkomstig de betere zeden van de huidige wereldorde ook een betere opvoeding te krijgen, terwijl ze anders in de grootste armoede zonder enige vorming echte mensachtige dieren zouden zijn geworden; en daarvan zijn er in deze tijd voorbeelden te over. Er komt geen engel uit de lichte hemelen naar beneden om zich, wat opvoeding betreft, over deze arme half dier, half mens zijnde kinderen te ontfermen; en wanneer wij, toch duidelijk betere en beschaafdere mensen, naar beste weten, inzicht en geweten iets voor hen doen op een mallier die mogelijk is, dan lopen we gevaar om voor God te zondigen en door Hem tot bedriegers van de mensen verklaard te worden!
Hoofdstuk 138: Roclus probeert leugens om bestwil te rechtvaardigen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Een waarheid, al is deze nog zo verhuld, is en blijft als zodanig niettemin eeuwig waarheid en zal zich later ook zo manifesteren. Vriend, een waarheid kun je naar gelang de omstandigheden omhullen en omkleden zoals je maar wilt en kunt; dat hangt helemaal af van het bevattingsvermogen van degene, aan wie de waarheid gepredikt wordt. Kinderen worden met melk en honing en zelfs zacht brood gevoed, terwijl men een man wel een steviger kost kan aanbieden. Dat is dan allemaal heel goed, als het binnenste maar waarheid is; op het noodzakelijk omhulsel wordt weinig of helemaal niet gelet. Het zou ook echt heel onwijs zijn en indruisen tegen ieder gezond verstand, als iemand Mijn hulp nodig had en Ik wel wist dat hij eerlijk was, maar hem niet aan zou kijken omdat hij een Perzische mantel aan had! Een waarheid verhullen als dat nodig is, is geen zonde; maar een duidelijke leugen en duidelijk bedrog in het kleed van de waarheid verpakken, is zonde en wordt door Mij voor eeuwig verworpen!
Hoofdstuk 139: De rechtvaardiging van verstand en slimheid - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)